GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Als van oude prenten ....

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als van oude prenten ....

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

(De geschriften van L. \i. en Tgnatia Lubeley).

II.

„De Sterkste” en „Mietje van der Dussen”.

In m’n vorig artikel. Waarin ik de bespreking begon van !het werk dex Schrijfsters L.' E, en Ign. Lubeley, trachtte ik eerst de algemeene betee'kenis van deze literatuur te doen zien.

Ik wees er op, hoe deze geschriften behooren tot het in de moderne letterkunde scha.arsche historische proza, ; dat ze den naam historisch ten volle verdienen, omdat hun inhoud berust op nauwgezette studie van familiepapieren en groote kennis van toiestanden en verhoudingen uit den tijd, dien ze behandelen; dat ze in him wijze van bewerken, hun taal-en stijl'kleur, hun teekening van personen en zaken zijn als oude prenten, die een vooi-bijen tijd herleven doen.

Daarna besprak ik 't milieu, waarin deze geschriften ons brengen, den kWng der achttien.deeeuwsche aristocratische familiën, zooals die leven op hun buitenplaatsen in onderling verkeer, dat doior allerlei etiquette-voorschriften nauwkeurig bep.aald is en in velerhande feestelijkheid tot niting komt. De verdienstelijke reproductie van dit milieu nu, maar vooral de waarneming van de zielegesteldheid van de mensciien, onder en achter den uiterlijben schijn van deftigheid en levensvreugde trachtte ik vervolgens aan te toon en, doOT een ietwat uitvoerige bespreking van de schetsenbundels „Silhouetten" en „Onder de Republiek". Dezelfde qualiteiten nu zijn ook' kenmerkend voor de romans, die we thans behandelen móeten: , , De Sterkste" en „Mietje Van der Dussen”.

Romans in den eigenlijken zin van 't woord zijn deze boeken niet. Van een intrigue, een verhoudingen-samenloop, die in den voortgang van 't verhaal geleidelijk wordt ontward en met een bevredigend slot wordt bek'rQond, is geen sprake; van een bepaald gebeuren, dat centraal is, dat we zien groeien en zich ontkhoppen, evenmin. Feitelijk is de inhoud niets dan familiegeschiedenis, levenshistorie van bepiaalde personen, zonder meer. En waa.r dezen op hun belemmerde buitengoederen 's zomers, hun statige stadshuizen 's winters binnen een heel nauwen kring zich bewogen, beleven we in deze boekten gteen groote dingen, ' vooral niets sensationeels. Als-er eens een enkelen keer een gebeurtenis vermeld wordt, die stellig sensatie zal hebben verwelkt — zooals b.v. het fusileeren van freule Judith van Dorth, omdat ze daadwerkelijk de orangistisohe beweging van 1796 gesteund had — dan gescihiedt zulks sober, in enkele korte trekken, louter historisch.

Ook de vorm is niet die van den romlan, althans niet van den taodernen rOiOtan; hij is beschrijvend, verhalend. De auteur vertelt en doet de personen spreken.

En toch zijn deze boeken romans!

Want wat de hoofdeigenschap is van den roman is hier ook (hoofdtrek: Ide analyse der verhoudingen, het ontleden der karaikters, de visie op het leven zelf. Wie en wat de mensch'en zijn uit dien tijd en uit dien deftigen stand, dat willen ze laten zien; hoe in die omgeving, die we nauwelijks met onze fantasie kunnen bereiken, menschen leven, die we in werkelijkheid kennen. Ze geven dus psychologische beschouwing van historische objecten en daarom zijn ze ook' geen historische lectuur alleen, maar historische-ronians, die het-verleden belichten met de raalitoit van onze eigene menschenziel.

„De Sterkste” vertelt het leveh'"van-Reinifa^van Goltstein, de dochter van den deftigen burgemeester van Zutfen. Getrouwd met den heer Van der Borch, geoommitteerde ter Raad van State voor de Groninger Ommelanden, reist ze na haar huwelijk met haar man naar 't hooge Noorden, omdat zijn ambt een wonen in de Omtaelanden meebrengt. Op dit punt vangt de geschiedenis aan, interessant al dadelijk, omdat we van reizen en reisgelegenheden uit die dagen doorgaans .weinig indi-ut hebben.

De jongelieden nemen hun intrek' bij een neef en nicht van Van der Borch, oude menschen al en geheel samengegroeid mot h-un omgeving. Reinira, een stedeling© en aan Fransche • kostscholen opgevoed, voelt er zich niet thiiis en weet, na veel praten, waarbij zij echter de sterkste blijkt haar man over te halen tof ©en voorloopigen terugkeer naar Zutfen. Eenmaal daar, zet ze haar wil verder door: Van der Borch keert niet naar zijn On-unelanden weer, ofschoon bij er gansch niet los van - is, imaar vestigt zich in Gelderland, op een door Reinira's vader aange'k'ochte buitenplaats. Dikwijls ook is het gezin — want de fa; milie is intusschen uitgebreid — op z'n OFfgoed in West-" falen.

De opvoeding van de 'kinderen leidt Reinira: Zij is de sterkste. Den oudsten zoon, in wien zij ha.ar evenbeeld ziet, beg'unstigt ze, in 't bijzonder. Zijn vele geldelijke tekorten weet ze steeds aan te zuiveren, ook nog als hij getrouWd is en z'n overdadig le\'eri niet opgeven wil. Maax ook voox de andere kinderen zorgt ze met groote energie; den zonen zoowel als de dochters weet ze positie en inkomsten. te bezorgen; Van der Borch, die reeds ouder was toen hij trouwde, laat ihaar de teugels van het bewind langzamerhand volkom'en over. En Reinira, wier heerschzuchtige geest zich daardoor geheel uiten kan, wordt aldoor positiever in haar bedoelingen, en voelt zich steeds jonger. Ze is ©en gevierde gastvrouw, een bewonderde gast, een gevreesde meesteres, een strenge mOeder. En in elk harer kinderen vindt ze iets van zichzelf terug — behalve in Amélie, een stil, bedeesd, weinig .irleelevend meisje, die in huishoudelijke zorgen haar levensvervulling vindt, en de bedilzuchtige moeder altijd uit den weg gaat.

Maar nu 't slot. Van der Borch is gestorven; in den oudsten zoon heeft de moeder zich bedrogen; de zorg voor levensonde-rho-ud wordt steeds drnkkender: -de kinderen krijgen hun eigen belangen; — 't wordt eenzaa.m oto en in Reinira, vooral als ze sleepend-ziek wordt en lang© weken te bed ligt.

Maar dan blijkt - haar zelf en ons, dat niet zij de sterkste was en is, maar Amélie, de schuchtere, zelfopofterende, liefdevolle dochter, die nooit geregeerd, maar altijd gehoorzaaim'd heeft. En Reinira legt die bevinding met haar oude resoluutheid vast in haar testament.

Men ziet het, gebeuren is er in dit alles weinig - maar psychologie des te mieer en de karakterteekeningen zijn heel goed. In meerdere fra; gmen\en zit bovendlfen stemming, door de enkele strakke décor-kleuren en goed in den toOn gehouden milieubeschrijvingen. En de analyse van de vraag wie de sterkste is, is zuiver; schijn en wezen spreken ieder voor zichzelf ster'k genoeg'.

„Mietje van der Dussen" is ©en boek van meer fleur; er loopt niet doo-r die lijn van zorg en voor het oog der buitenwereld weggehouden moeilijkheid.

De zusters van der Dussen zijn weezen uit een Amsterdamsch patriciërsgezin. De oudste, Clara, is getrouwd met den veel ouderen landheer Rouwenoort, die-in het Geld-ersch'e het buitengoed „De Ulenpas" heeft, en nu besluiten de drie jongeren een in de buurt gelegen kleinere plaats „De Telling" te köopen. Zoo komen de zusters steeds bij elkaai" en genieten van onderlinge gezelligheid., .muziek', feestmalen, thee-uurtjes.

Daarbij is Mietje, de oudste van dei bewoonsters van „De Telling", altijd de ziel van alles. Vroolijk', vriendelijk, vol van zorgen ©n kleine attenties, is zij een aantrekkelijke figuur, vooral wel in beur groote en onbaatzuchtige liefde VOÓT haar jongere zuster' letje, met wie ze na den dood der andere zuster alleen is overgebleven.

Scherp contrasteert haar beeld met dat van Clara, die, lief voor het oog, een, onsympatfhieke ego'i'ste is, ©en zelfzuchtig© edhligenoote en ©en weinig zorgzame moeder. De opvoeding van haar dochtertje laat ze over aan andere, daartoe niet 'berekende krachten, tot teleurstelling 'van Mietje, die zicli tot het 'kind aangetrokken voelt, ofschoon begrijpelijkerwijs weinig uiterlijke redenen daartoe bestaan, 't Eenige wat Clara zoekt en bespeculeert is, dat het kind straks van de erfenissen der tantes zal profiteeren. Daarom wekt ze stelselmatig hun huwelijk's-ka, nsen tegen. Den eersten keer, dat er een pretendent naar I©tje's hand is, weet ze 't gevaar af te wenden. Maar de tweede jonkman, een beslister natuur, bereikt zijn doel. letje trouwt, tot ergernis, maar verholen, van Clara, , , tot groote blijdschap van Mietje, schoon deze „De Telling' moet'verlaten en alleen naar Doesburg, dicht erbij, moet , giaa, n wonen. Mietje is dan een eenzame, maai' die in haax zorgen Voor en zich geven aan anderen, gelukkig en tevreden is. Maar diep in haar ziel-is toch een leegt-e: haar warm en liefdevol hart beeft niet meer , als vroegor e©n ob-ject, waiaraan het zich geheel geven en wijd©n kan.

Vrij onverwacht lechter wordt die leegle vCTVaW als haar d© Freiherr von Wittenho-rst—SonsfeW ten huwelijk vraagt - en krij-gt. En daarmee g'fia'door Clara's berekeningen de streep!

Er is tusschen deze beide boeken groote overeenstemming.

Eensdeels spreekt dit vanzelf, omdat ze beide psychologisch-analyseerend zijn en in eenzelfde omgeving verplaatsen.

Maar daarnaast staat de gelijkheid in gegeven. Beide verwerken ze eenzelfde thema: de volkomen overwinning, waarmede de adel der ziel over bejekening, zelfzucht, wilskracht triomfeert. En in ije nergens geforceerde ontwikkeling van deze getochte zit de 'groote verdienste van beide geschriften.

Er is odk zekere congruentie in houw. Réinira gn Clara zijn gelijke karakters. Van der Borch en Rouw^enoort in vele opzichten ook, en vooral Amélie i, en Mietje staan op één lijn. En toch is er die eigen-• aardige, echt mensohelijke verscheidenheid, die aan allen iets eigens geeft, dat nieuwe stoif voor psychologische ontleding bevat. Want Reinira's egoïsjne is weer anders dan dat van Clara, en de toewijding van Amélie 'heeft een geheel andere tint dan die van Mietje, 't Is het volle, werkelijke leven, dat in al z'n huanceering', z'n groote gelijkheid en even gxoote verscheidenheid in deze uit historische elementen opgebouwde boeken tot uiting komt.

Dat nu'öaaB ze ook nog voor onzen tijd van beteekenis. Want ze kunnen vele lezers tot een spiegel' zijn, die hen in deze achttiende-eeuwsche, schijnbaar zoo gansch andere menschen, zichzelf doet zien. Er is ga^sch geen' pretentie in deze bescheiden romans; niets van den uiterlijken glans van het moderne proza — wat echter volstrekt niet zegt, dat taal en stijl gebrekldg zijn — niets ook van de moderne onrust en toch zijn ze moderne romans in den vollen zin van 't woord, door hun zuivere psychologie, hun echte menschelijkheid.

Nog moet ik wijzen op het eigenaardig uiterlijk, dat de uitgever aan deze boekten gegeven heeft: typisch ouderwetsche afbeeldingen van aohttiendeeeuwsche verhoudingen en dingen en even ouderwetsche krulletters geven onmiddellijk cachet, zoo^• dra men den omslag ziet. Maar de binnendruk is modern en leest prettig.

De lectuur van deze romans zij onzen lez'ers aanbevolen. Wie rustig en nadenkend leest, zal aan deze pittige historische romans veel kunnen hebben.

Correspondentie. De heer Speelman, Ede, Stationsweg 77, vraagt waar te bèkomön.is het boekje van Lamillard, „Van 's levens ernst en kkrchten", dat Ijij den Uitgever niet meer voorradig is. Op zijn verzoek bi'cng ik deze vraag onzen lezers over.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Als van oude prenten ....

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's