PERS-SCHOUW.

Een lesje aan predikers en.... toehoorders!

Een ontdekkend woord voor dominés, die „Ae loop" hebben, en een bemoedigend woord voor de „goudsmeden", geeft „de Schiatkamer".

Ontzettend actueel, vooral in de gróóte steden!

Wat kunnen predikers het toch hun gehoor naoeilijk maken om te blijven komen, b.v. door vreeslijk stemgeluid, door onbeschaafde taal, door mislukte, platte beeldspraak, door gebrek aan. Ipgioa, door eigenwilligen preektoon, door gemis aan behoorlijke geestelijke en wetenschappelijke voorbereiding, door droevig tekort in menschenkennis, en wat er meer te noemien zou zijn! 't Is inderdaad wonderlijk — wij klagen dikwijls over de gemeenten, waai'in wij dienen — hoe' hoorders — ondanks veel waarover zij hier en daar te klagen hebben — nochtans • hun leeraai' trouw blijven!.... 't Zou in zulke gevallen als wij opnoemden, begrijpelijk zijn dat iemands gehoor haast geheel en al verliep!

Maar 't staat anders — 't is dan niet meer eigen toedoen —•. als we b.v. nü en dan zien hoe de ftienigte stroomt naar mannen, die dappere improvisateürs zijn. van 't slag: „'t Komt warm op tafel, dat is waar, doch 't is niet altijd even giaar", terwijl zij voorbijloopt, aan hen, die het evangelie prediken in alle bedachtzaamheid! Ook zij; juist zij, mannen met gaven van hoofd en hart! T'roUwe herders! Leeraars, die nief zichzelven maar Christus prediken! Er is van misverstand tusschen hen en bun gehoor geen sprake, maar er komt geen contact. Zij vallen niet iïl den smaak. Zij malcen geen opgang. Dit geeft Voor hen, en niet alleen voor hen, maar ook 'voor velen, die lang, lang in denzelfden kleineren óf grooteren kring hard werkten en er zachtjes aan „overschoten", een moeilijken strijd....." Dat zij kracht mogen ontvangen om hun werk te blijven doen om. de voortreffelijkheid van het evangelie zelf, om het even of het gebracht worde aan velen of — aan weinigen! Dat zij af en toe eens denken aan Brenz, , den vriend van Luther, een der hervormers van . Wurtemberg (f 1570). T'oen hij eenigen tijd te Stuttgart had gediend, nam zijn gehoor merkbaar af, en toch — hij had groote preebgaven! Van een fcerkbeurt, waarin onbezette stoelen en leege banken tot zijn auditorium hadden behoord, thuisgekomen, zeide een zijner vrienden tot hem: „En toch steeds zoo monter? " Toen nam Brenz hem mee naar een raam van zijn studeerkamer, dat luitzicht bood op de markt. Hij wees er hem op een fontein, en zeide eenvoudig: „'t Gaat met mij als met die fontein ginds; al zou haast niemand van haar wateren drinken, ze blijft die vroolijk • omhoog spuiten als uit kracht, die Grod verleent. Ze kan niet anders. En ofschoon veel van het water wegvloeit, af en toe fcoimt er wel een spelend kind, of een bedrijvige huisvrouw, of een moede reiziger, en zij drinken er van tot lessching' van hun dorst zooveel het hun belieft." Dit verhaal is een der Aneodota Brenfiana. Is er niet leering in en troost? De zegeningen Gods zijn wel niet verbonden aan volle beurten alleen! En een gewild prediker is nog waarlijk niet altijd een gezegend prediker! En waar wordt de meeste zogen door verspreid? Door preeken of — door pastoraal in eiken vorm? Wij zetten steeds maar voorop dat eerste, doch Paülus spreekt van herders en leeraars, en Jezus stelde niet als onze grootste profeet zijn leven voor ons, maar als de Goede Herder.

De kerkelijke auto.

Voorzoover ik weet, is er nog maar één gemeente in ons land, waar de dominé van kerkwege over een auto beschikt. Misschien komt de tijd, dat men als een merkwaardigheid zal boeikstaven het feit: „Er is nog maar één gemeente in ons land', waar de dominé geen auto rijdt" In „Ons Lampje" schrijft Ds Ie Roy:

(Menigmaal liep ik rond met bij mij 't onbehagelijke gevoel van: „ik kom er niet door heen". Het is niet prettig, wanneer een mensch des avonds naar zijn bed gaat, en hij heeft den ganschen dag haast geen rustig oogenbhk gehad en o zeker, hij kan God danken voor genoten zegen, maar toch, er bleef zoo veel ongedaan. Nog eens, ik ken dat kriebelige aevoel, maar zooals ik 't de laatste dagen ' voor mijn vaoantie bij mij droeg, had ik 't nog zelden gehad. Ik moest nog dit en nog dat, nog hier heen en daar heen, maar klaar kwam ik niet. ' Ten slotte heb ik mij' er maar van los gemaakt, want anders .zou 't mij in den trein nog hebben achtervolgd. Ik beloof mijn best te zullen doen. mijn beloften te houden, af te zullen doen als wij straks weer teruggekeerd zijn. Een mensch gaat ook maar één v/eg en de Gemeente wordt lederen dag grooter en ik iederen dag ouder. Als ik rijk' was, dan wist ik 't wel en schafte mij een auto aan.' Onlangs las ik in 't Amsterdamsche prédik-, beurtenblad een advertentie van zoo ongeveer den volgenden inhoud: „Aangezien H.H. predikanten er meer en meer toe overgaan zich een auto aan te schaffen, vooral zij die uitgestrekte Gemeenten te bearbeiden hebben, zijn wij zoo vrij op onze wagens te wijzen, die beslist snelloopend zijn en goedlsoop in 't gebruik." De tijden veranderen wel, een predikant in 'een auto o.p bezoek, niet dat ik er iets in zie, maar de menschen moeten er toch even aan wennen. Ik herinner mij als den dag van gisteren, een briefkaart, die . ik lezen mocht ' van een vriend, op welke' briefkaart de koster van de kerk voor zijn geestelijke, ergens in den Achterhoek van ons land, een rijwiel bestelde. De kaart was zoo oageveer van den volgenden inhoud: „Gelieve een rijwiel te willen zenden vóör ...., voorzien van een zwart stuur, zwarte spaken, aolide spatborden en remmen, luidklinkéncle bel, in één . woord 't rij^wiel moet zijn een godsdienstig rijwiel." Wij verstaan volkomen de bedoeling, maar 't was toch wel een beetje zonderling uitgedrukt. Ik kan helaas niet zeggen „zóó oageveer als de fiets waarop ik jaren rondvloog", anders had ik ook moeten schrijven: „statig voortschreed."

De tijden veranderen. Volgens de advertentie van „'t Amsterd. Predikbeurtenblad" rijden tal yan H.H. predikanten in een auto.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen