GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE CHRISTELIJKE VRIJHEID.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE CHRISTELIJKE VRIJHEID.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het eerste artikel is een nadere verklaring van de keuze van dit onderwerp gegeven. Het is niet ongewenscht, dat wiJ tegenover de valsche vrijheid ons rekenschap geven van de waarachtige vrijheid, terwijl de aanraking met de ideëele en materiëele cultuur ons tot nadere formuleering dwingt. In het tweede ar-tikel is uiteengezet, wat we onder vrijheid hebben te verstaan, en gewezen op het verschil tusschen de formeele en materiëele wilsvrijheid van den mensch. Deze laatste, waarover het hier eigenlijk gaat, is de bekwaamheid tot alle goed, en de geneigdheid om Gods wil te doen. .

III.

De Vrijheid vanden christen.

De materiëele wilsvrijiheid, die de mensdi in het paradijs bezat, is door de zonde verloren gegaan, satan heeft hem voorgespiegeld, dat de gebondenheid, binnen welke'deze vrijheid a, lleen mogelijli was, zijn ontwikkeling als mensch in den weg stond, en hem, het vrije kind, in boeien van dwang kluisterde. Als hij die banden verbrak', zoö fluisterde de verleider, en zelf voor zich koos en bepaalde v/at goed was, zou hij waarlijk vrij wezen, en dat geluk zou zelfs bestaan in een gelijkheid aan God. Maar ach, als de menstóh naar de lokkende stem van den aartsleugenaar luistert, en, den band met God doorsnijdt, om vrij en Gode gelijk te zijn, ontzinkt hem op hetzelfde oogenbük de waarachtige vrijheid. Zijn ziel verliest haar kracht om den Heere te dienen. Zijn verstand wordt verduisterd, zoodat het niet meer den rechten weg kiest. Zijn wil neigt zich' ten kwade, en het oogenblikkelijk gevolg is, dat de beelddrager van weleer, die bekwaam was tot alle gehoorzaamheid, nu onbekwaam wordt tot eenig goed, en zelfs geneigd tot alle kwaad. In plaats van de voorgespiegelde vrijheid, is er tyrannieke gebondenheid. In plaats van een koning op den troon, wordt de mensch slaai, en het is uit met zijn geluk, dat alleen bloeide in den weg van volkomen overgave aan God en volstrekte gehoorzaamheid |aan Zijn bevel.

Da, t nu is de diepe teleurstelling der zonde. Dat is het bittere einde va, n satan's verleiding. Hij belooft gouden bergen van vrijheid, en de zonde voert tot donkere dalen van slavernij, want, zoo heeft onze Heiland gezegd, wie de zonde doet, is een dienstknecht, of zooals er letterlijk staat, een slaaf der zonde (Joh. 8:34). D^e mensch is dus allerminst eigen heer of meester, zooals hij meent. Niet in zijn handen rust de scepter over zijn leven, maar sinds hij uit vrije wilskeuze de valsche vrijheid der zonde gekozen heeft, is hij geen meester over zichzelf, maar draagt hij het slavenjuk van het Kwade.-Dat blijkt zeer duidelijk bij enkele scherp op; den voorgrond tredende zonden. Een gierigaard staat niet boven zijn geld, maar is er slaaf van. Een wellustige beheerscht zijn hartstochten niet, maar wordt er door beheerscht. Een eerzuchtige heeft niet de teugels van zijn egoïsme in handen, maar wordt er door voortgedreven, en zoo is in het algemeen niet de mensch koning, docix de zonde voert heerheerschappij. In die slavernij verkeert de natuurlijke mensch. Dit is de onvrijheid van de Gode-vijandige of van Hem vervreemde wereld, en neen, 'de heiden en de ontkerstende menschheid om ons heen, is niet vrij. Dit beweert zij wel, en zij roemt op hoogen toon, 4at zij wandelt in het licht der vrijheid, en de christenen dompers en stakkers zijn. Maar zij vergist zich, want niet Gods volk, doch zij wandelt op een slaven-weg, en zij is gebonden in ketenen, die haar altoos aan de zonde en aan satan boeien.

Hierover zal ik niet verder uitweiden.

Het gaat niet over de onvrijheid van de wereld, maar de vrijheid van den christen en waarin bestaat deze? Wel, er is verlossing uit de macht van satan en zonde. Er is ontkoming uit het diensthuis der onvrijheid, want de Zoon is gekomen om zondaren vrij te maken, en ze te herscheppen tot kinderen Gods. En dat doet Christus door de waarheid. Immers de kracht der zonde schuilt I juist in de onwaarheid, in den schijn van vrijheid, waarmede de mensch zich bedriegt, en van dien schijn wil de Heiland ons verlossen. Hij bestraalt ons met Zijn licht. Hij laat ons zien, wie wij in onszelf zijn. Hij richt onzen blik op God'. Hij leidt ons tot Zijn kruis, — en... in dien weg breekt de keten der zonde; in dien weg worden we uit satan's macht bevrijd; in dien weg voert Hij ons uit het diensthuis, waaruit Hij ons door Zijn bloed vrijkocht, en... nti kan de ziel weer vrij haar wieken uitslaan in het liöht, dat Christus doet stralen. Zij is immers vrij van. den vloek. Zij' staat nu vrij tegenover het recht Gods. Zij is principieel los van de zonde, en ja wel moet zij nog klagen over de kracht van het vleesch; wel is zij nog niet verlost' van het lichaam dêl doods, wel moet zij nog uitroepen: ik elleiidig mensch, maar in beginsel is zij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods. Zij mag weer vrij adendialen. Zij geniet het nieuwe leven. Zij verkeert in de sfeer, waarin zij krachtens haar schepping thuis hoort, en in het verschiet ligt het Jeruzalem, dat boven en alleen waarlijk vrij is, waar elk juk haar van de schouders zal vallen, en zij in volle, hemelsche vrijheid haar God mag dienen.

Dit nu is de ware vrijheid.

Zoo heeft C a 1 v ij n haar geleeraard.

Hij heeft op den voorgrond gesteld, dat de christelijke vrijheid niet is wat er vaak' van gemaakt wordt, maar een bepaald geestelijke vrijheid, en dat moet ook door ons scherp in het oog worden gehouden. Zij is allereerst vrijheid van zonde en satan, van dood en vloek. En daaruit vloeit terstond iets voort, dat voor ons onderwerp van het grootste belang is. Als de waarachtige vrijheid bestaat in het los-zijn van 'satan en zonde, is ze tevens gebondenhieid aaji God. Dat kan niet anders. Een van. beiden is maar mogelijk. Wij zijn óf van den Schepper, 6f van den duivel, en wie nu uit de heerschappij van den laatsten verlost is, moet onder de genademaciht van den eersten gekomen^zijn. Zoo redt Christus ooK de Zijnen. Hij maakt ze niet vrij, om ze aan eigen lot en welgevallen over te laten, want diat kunnen ze niet. Neen, als Hij ze verlost en vrijmaakt, neemt Hij ze op 't zelfde oogenblik tot Zijn eigendom, en bindt ze aan den dienst Gods. Daarin ligt immers het doel der verlossing. De zaliging heeft haar einde niet in onze genieting, doch hierin, dat wij als dienstknechten en dienstmaagden Gods weer onzen Koning dienen zonder vreeze in volkomenheid des harten.

Dat brengt ons als vanzelf tot de wet Gods. Wie Hem-dient, gehoorzaamt aan Zijn geboden. Maar, een christen is immers vrij van de wet. D'e apostel Paulus doet niet anders dan juichen over de vrijheid, waarmede hij van de wet is vrijgemaakt. „Maar, zoo zegt hij in Rom. 7:6, nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits w ij d i e n gestorven z ij n, o n d e r w e 1-ken wij gehouden waren; alzoo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de' oudheid der letter. En in Gal. 2:19 jubelt hij: k ben door de wetder wet gestorven, op'dat ik Gode leven zou. 'Wat houdt nu die vrijheid van de wet in? In de eerste plaats moet natuurlijk gedacht aan die vrijheid, die Christus voor ons verworven heeft, door voor ons de wet te vervullen, en haar vloek weg te nemen. Van nature is n.I. de mensch met banden van dienstbaarheid aan de wet verbonden. God \ handhaaft haar vollen eisch tegen hem. Hij ziet geen leven zonder haar volkomen vervalling, en omdat hij in die vervulling tekort schiet, rust op hem de vloek in zijn volle zwaiarte. Maar ziet, daarvan zijn 's Heeren kinderen vrij. Hun Borg volbracht alle gehoorzaamheid. Hij nam den ganschen la, st van Gods toorn op Zich, en nu word.e(n zij in Christus gerekend, als hadden zij aan den eisch der gehoorzaamheid ten volle voldaan. Voor hen is de wet in Jezus vetvuld, en nu kan geen wet hen 'verdoemen, omdat de vloek voor hen gedragen is. Dat is het sterven aan de wet, dat tot de vrijheid en vreugde van het nieuwe leven voert.

Maar er is meer.

Wanneer de apostel schrijft over de vrijheid van de wet, doelt hij ook op de tegenstelling met het farizeïsme van zijn dagen. Dat poogde zelf zijn gerechtigheid op te richten. Dat wilde door wetsvolbrenging den hemel verdienen. Het streefde om door de werken der wet voor God gerechtvaardigd te worden, en in de gemeente trachten de joodsche christenen de andere geloovigen onder dit juk te brengen. Maar daartegen komt de apostel m.et alle kracht op. Vooral in den brief aan de Galaten toornt hij te^en dit wettioisme en deze werkheiligheid. Met verontwaardiging verwerpt hij dien terugkeer tot het werk'verbond, die den mensoh een la.st oplegt, te zwaar om te dragen, en hij roept: taat dan in de vrijheid, waar mede-Christus u heeft vr ij gemaakt, en wordt niet wederom met het juk der dienstba.arheid bevangen. (Gal. 5:1). En daarin ligt tevens opgesloten de vrijheid van de bedeeling der schaduwen. Ook van de oud-testamentische schaduwen is de christen losgemaakt. Die zijn door Christus vei-vuld. Die hebben haar tijd gehad, en wij leven nu in het licht van den nieuwen dag. Vrijheid van den vloek en den eisch der wet; vrijheid van de werldifeiligheid; vrijheid van de ceremoniën van het oude verbond vormen dus de - vrijheid van de wet. En daarom kan de apostel ons toeroepen: oo z ij t g ij dan n i e t m e e r onder de wet, maar onderde genade (Rom. 6:14).

Dat beteekent niet, dat de wet geeir beteek'enis voor ons heeft.

Zij is wel afgeschaft wat haar verdoemende kracht en de gestrengheid van haar eisch betreft, doch zij geldt wel terdege voor ons als regel der dankbaarheid. Wij zijn van de dienstbaarheid der slavernij overgegaan in de gehoorzaamheid der vrijheid. Calvijn vergelijkt dit onderscheid met het verschil tusschen een dienstknecht en een [kind. Beiden hebben het gebod van den heer des huizes te gehoorzamen. Maaj de eerste doet het als knecht, en de tweede als kind, dat den vader liefheeft, en met vreugde zijn wil volbrengt i). Zoo nu staat het ook met Gods kinderen. Hun vrijheid van de wet leidt niet tot losbandigheid, maar Christus heeft hen opnieuw aan de wet verbonden, doch nu als kinderen aan de ordinantiën - Van hun Vader. In die wet vinden ze daarom hun lust. De dienst van God is voor ihen een liefdedienst. Met blijdschap wandelen ze in goede werken, en het is onmogelijk, dat, wie Christus met een waarachtig geloof is ingeplant, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid. Daarom is ooli alle verwijt van pelagiaansche zijde, als zou de gereformeerde belijdenis identisch zijn aan de dwaling van het antinomianisme onwaar. Wij verwerpen zoowel het laatste als het eerste, en belijden, dat de geloovigen verkoren zijn om in heiligheid deslevens en in liefde te wandelen.

Deze gebondenlieid is echter vrijheid. De gehoorzaamheid is voor Gods kind geen last, maar een lust. . ,

Het vindt zijn leven en vreugde in deze sfeer, en beantwoord zoo aaii zijn doel.

Uw inzettingen, zoo jubelt Psalm 119:54, zijn mij gezangen geweest, en Gods gebod is voor hem een lied. Alleen blijft het hier op aarde nog een toestand van onvolkomenheid. De liefde des harten is nog onvolmaakt. ; De overgave aan den Heere is nog vaak zwak. Onze beste werken zijn met zonde bevlekt, én daarom hebben wij ook de wet nog o-p schrift buiten ons. De innerlijke drang, is nog onvolkomen. De inwoning des G-eestes heeft haar einddoel nog niet bereikt. Maar straks valt de uitwendige wet weg. Dian bezitten de zaligen Gods gebod weer ten volle op de tafelen des harten. Dan volbrengen zij geheel uit ziohaelf den wil des Heeren, en da, n pas is de volle vrijheid, de vrijheid der liefde en gdioorzaamheid het deel v-an hen, die hier reeds door den Zoon waxen vrijgemaakt.


1) Institutie III, 16, 5.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

DE CHRISTELIJKE VRIJHEID.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1923

De Reformatie | 8 Pagina's