GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Protestantsch-Vlaamsch Proza.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Protestantsch-Vlaamsch Proza.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Frans Vanschotelveld, „Malvina's aandoenlijke Kerstdagen".)

Meermalen reeds schreef ik in ons blad over het Vlaamsche proza van den tateren tijd, als over een genre van moderne literatuur, dat in vele opzichten onze waardeering verdient. We vonden immers bij de bespreking van verschillende proeven da.=irvan, telkens weer eigenschappen, die deze Vlaamsche kunst als lectuur verre vei^kieselijk maakt boven het doorsnee-type roman, dat de nieuwe Noord-Nederlandsche letterkunde heeft voortgebrachL

Maar — ook dat bleek telkens weer — onze waardeering blijft altijd beperkt, omdat deze boeken uit het Roomsche Vlaanderland van een geheel andere mentaliteit zijn, dan die, welke onzie levenssfeer is. In de eerste plaats uit religieus oogpunt, maar ook omdat de geheel Roomsche verhoudingen in het da.gelijksch gebeuren, gevoegd bij de sterksprekende trekken van den Vlaamschen volksgeest, een totaal andere-stemming in deze literatuur brengen. Er blijft dus een zekere afstand tusschen deze boeken en ons, al moet onmiddellijk! daarbij gezegd worden, dat goed kerinen veel van dien afstand wegneemt.

Eaarom verdient onze bijzondere belangstelling het streven, dat in den laatsten tijd in Vlaanderen merkbaar is, Vlaamsche lectuur te geven, van protest an tsch karakter, boeken dus, die wel hebben^ de eigenschappen, , die in het 'Vlaamsche proza ons zoo bekoren, maar niet, dat wa.t ons daarvan scheidt. Waar dit pogen ongetwijfeld verband houdt met de ontwikkeling van den arbeid der Evangelisatie in Vlaamsch-België, is ook door deze omstandigheid deze protéstantsch-Vlaamsche productie onze aandacht waard.

Voor een billijke beoordeeling dienen we echter twee dingen in 't oog te houden.

Ten eerste mist zulke lectuur, die 'bijzondere, lociale kleur, die voor de Vlaamsche kunst zoo typisch is. Het Roomsche. cachet ligt zoo duidelijk over heel het Vlaamsche, leven, dat Roomsche verhoudingen de locale zijn. Ik weet zeer wel, dat dit niet beteekent, dat overal in Vlaanderen de echt-roomsche vroomheid u toespreekt: veeleer ziet ge het omgekeerde, dat het formeel-volbrengen van phchten voldoende wordt geacht. Maar over het land zelf, met z'n tallooze groote kerken, z'n beeldjes op hoeken van straten en langs de wegen, z'n Roomsch-devote opschriften op de veelvuldige oude gebouwen, z'n veelvorniige geestelijke kleedij van kloosterling en priester, ligt onmiskenbaar een Roomsch cachet.

Dat alles mist natuurlijk de protestantsahe literatuur, die buiten deze Roomsche wereld blijven wil en aan alles wat daarvan het stempel draa, gt •voorbijgaat. En daardoor komt ze in een letterkunde als de Vlaamsche in precies dezelfde verhouding te staan als de vergaderplaats van de Ptrotestauten in Brugge, kamer. van een woonhuis in een der achterstraten, staat tot de zeven monumentale Roomsche kerken der stad. Dat wil dus zeggen, dat de Protestantsahe geschriften, omdat ze missen de directe correspondentie met het gewone Vlaamsche leven, geheel afzonderlijk en op den achtergrond blijven. Willen wij dan billijk oordeelen, 'dan mogen we ons dus niet laten beïnvloeden door de uiterst bescheiden plaats, die dit proza inneemt.

Direct daarbij aansluitend is het tweede, wat We niet uit het oog verliezen mogen. Waar'de omstandigheden alzoo uiterst raoeilijk zijn voor het protestantsche Vlaamsche proza, om zelfs tot eenige ontwikkeling te komen, en het streven zelf nog zoo jong is en eigenlijk nog in een aanvangsstadium, daar mogen we deze geschriften niet gaan vergelijken met de overige Vlaamsche productie, die een ontwikkelingshistorie achter zich heeft en bouwen kon op door vroegere gesladhten verworven belangstelling.

Zoo licht komt ons, bij het lezen yan.2iulK een protestantsch boekje, onze lectuur van Sabbe of Timmermans of Streuvels voor den geest en gaan we het voor ons liggende daarmede vergelijken. Dit nu is onjuist en onbillijk tevens, omdat een dergelijk experiment ten ongunste van het laatste uitvallen moet; dat kan niet anders, alleen jal hierom, wijl de protestantsche geschriften nog slechts pogingen zijn in zekere richting. '

Ons stellende op dit standpunt willen we dan bezien het boekje, dat dezer dagen ons gezonden werd: „Malvina's aandoenlijke kerstdagen".

Een begeleidend schrijven deed zien, dat de naam van 'den auteur, Frans Vanschotelveld, een pseudoniem is, en dat 'deze schrijver — die mij niet het recht gaf z'n naam te noemen —; al meerder werk van dit soort gegeven heeft; onder eigen naam schreef hij o.a. een boek, dat in onzen kring zekere rechtmatige bekendheid zich verwierf.

Het thans te bespreken, al te royaal uitgegeven geschiiftje, is, blijkens den titel, een kerstverha|al. De lauteur zegt in den genoemden brief, dat het een poging is tot het schrijven van een verhaal in ander genre, dan tot nu toe als kerstverhaal bestond, en voegt daarbij: „er is dunkt ro.ij wel behoefte aan een nieuwe richting in dezen". 't Is vooral deze uitdrukking, die mij er toe bracht, bij wijze van inleiding, de zoo juist gemaakte opmerkingen te doen voorafgaan aan deze bespreking. Want hét gegeven is voor ons gevoel niet nieuw, maar allang verouderd: bij een oom en tante komt met kerstdagen een neefje logeeren. Tante is buitengewoon in haar schik, maakt allerlei toebereidselen voor h'et feest en den dajarbij behoorenden kerstboom. Door enk'ele toevallig samentreffende noodlottigheden loopt de jongen 's nachts, drooinend, de deur uit, in de sneeuw. Hij wordt eindelijk, verkleumd, gevonden door een boer, die hem verzorgt. Daar vindt hem de radelooze familie. De kerstboom brandt nu op den kerstavond in het huis van dien eenzame, die door het voorval zichzelf heeft gevonden en al de geburen samenroept tot zijn vreagde-huis....

Een totaal versleten gegeven, dat jaren geleden in kerstboekjes nog opgeld deed, maiar thans mét den traditioneelen kerstboom - daaruit vrijwel is verdwenen. In 'dat bekende kader: toebereidselen voor een blijde kerstviering bij den kerstboom; de vreugde wordt verijdeld en verandert in droefheid; alles komt toch nog terecht; veel grooter blijdschap als de kerstviering er is; — zijn al tallooze aandoenlijke en dramatische historiën ingelijst en ioor de kinderfantasie opgehangen. En dat noemt dan 'de schrijver „een nieuwe richting".

Zoo heb ik geredeneerd bij eerste lezing. Maar bij nader bezinnen op wat ik aan 't begin van idit' artikel schreef, ben ik wat dit betreft toch tot een ander inzicht gekomen. Hier b e g i n t de Vlaamschprotestantsche literatuur en wat voor ons reeds achter den rug ligt, is in dat stadium nog gloednieuw.

En dan, de schrijver kan heel goed vertellen. Er is eigenaardige stofomkleeding: 't milieu is het verwoeste frontgebied, , 'de teruggekeerde vluchitelingen wonen in noodhuisjes, er zwerven nog allerlei ongunstige elementen rond over de buitrijke terreinen; de menschen zijn apgstig en terughoudend — dat alles, gevoegd bij !hiet Vlaamsch gep'raat en kernachtig zeggen, geeft zeker decor aan 't geheel. En de historie van dien stuggen, vereenzaamden boer, die in 't verstijfde kinderlidhaam weer leven wil wrijven met sneeuw, maar intusschen ook z'n eigen bevroren innerlijk weer warm wrijft, is een poging tot psychologische analyse, , die, gezien in het 'licht, dat ik trachtte te ontsteken, niet zonder verdienste is.

Er is eenige moraal in 't verhaaltje bovendien en genoeg actie, om de belangstelling levendig te houden. Leest men de echte oude Vlaamsche volksboeken, dan stemt men het den schrijver onmiddellijk toe, de weg, dien hij inslaat is een nieuwe en in z'n werk ligt zekere verdienste. Wel vind ik het andere boek', welks titel ik helaas niet noemen kan om het pseudoniem van dit gesohriftje, beter en sterker en veel meer van beteelklenis — ook hier is toch wel goeds, dat belofte heeft.

Wat betreft het religieus gehalte van dit geschriftje staan we aanstonds voor het bezwaar, dat_ vrijwel alle kerstboom-verhalen aankleeft: de schitterende, flonkerende kerstboom is veel meer hoofdzaak van de kerstviering, dan bet kerstfeit zelf; en de traditioneele vertelling bij den lichtenden boom gaat over het kindje, de herders en de zingende engelen, maar niet over de beteekenis van 'dat alles, niet over de groote hoofdzaak. Doorgaans is' in deae k'erstboomverhialen geen aandacht voor den Christus.

In den breede behoef ik thans hierop niet in te gaan. Er is al zooveel over deze fout geschreven: met name de boekbeoordeeling van „Jachin" heeft

herhaaldelijk er tegen getoornd en over zoodanige verhaaltjes meestentijds een afkeurend oordeel uitgesproken.

Ook dit kerstverhiaal vertoont dit gebrek. Tante Mal vin a, aangedaan, omdat ze gevreesd had in plaats van een kerstboom „een grafke" te zien, vertelt bij den blinkenden boom de kersthistorie aan al de geburen, die paclhter Verminne in z'n huis heeft gehaald — maar van den Christus spreekt ze niet. En voor deze fout kunnen we niet ter verontschuldiging op de genoemde omstandigheden wijzen, te minder nog, wijl in het andere boek van dezen ' schrijver het christelijk element niet oppervlakkig is. Én als niet hiot religieuse de kracht is van dit protestantsöh-VIaamsche proza, dan heeft het geen bestaansmogelijkheid.

Deze a-uteur beschikt over de gaven om dit genre van literatuuT een eind verder te brengen: hij concentreere dan al z'n kunnen op wat het voornaamste is, wil Ihet streven resultaat afwerpen: het positief-christelijk gehalte. Van het protestaiitsch Vlaamsche proza moet het „protestantsoh" een ka, ra.ktertrek, niet een tegenstellende benaming alleen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Protestantsch-Vlaamsch Proza.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's