GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ontwerp-Stembusprogram.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ontwerp-Stembusprogram.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

V.

In de Eerste Kamer smeedde P'rof. Diepenhorst kortgeleden een blaam, door „Het Volk" op de financiëele politiek van minister Colijn geworpen, heel handig in lof om.

Het sociaal-demokrafisohe dagblad haid wat zuur geschreven, dat min. Colijn geen doekjes om zijn bedoelingen windt, maar er recht voor uitkomt.

Prof. Diep'enhoTst greep dit aan en gaf den minister den naam van Colijn, den oprechte.

Welnu, diezelfde oprechtheid konstateerden we ook in het A.-R. Ontwerp-Stembusprograni, waa, r het voortgaande bezuiniging en defensie op zijn program bovenaan plaatst.

We prezen die taktiek. Maar verheelden niet, dat zij ontzettend veel van de propaganda, voor de a.s. verkiezingen eischt.

Door de vraag: is dit taktisch, drongen we een andere, welke wij eerst hadden gesteld, n.l. of die beide punten tot de principiëele po'litiek behooren, terug.

Daarop trachten we nu een antwoord te geven. Het raakt hier de kwestie: waf is priiicipieelepolitiek?

Niemand zal verwachten, dat wij' dit ingewikkelde vraagstuk hier terloops eens zullen afhandelen.

Liever blijve dit voor later bewaard, wanneer wij er een afzonderlijke studie aan kunnen wijden. Doch hier moet er toch iets van gezegd worden.

En dan bestaan er onder ons een paar misvattingen over principiëele politiek, welke even onder de oogen gezien dienen te worden.

Vooreerst worden niet zelden politieke beginselen verward met theologische beginselen.

Ons volk js theologisch van aanleg.

Daarin ligt een groote zegen.

Maar ook is hier gevaar niet uitgesloten. Dit gevaar n.l., dat het alleen da; t als beginsel erkend, waarover de theologie zich heeft uitgesproken.

Om een paar voorbeelden te geven.

Het politieke program van de R.-K. Staatspiartij, waarbij ook het verbond St. Michael zich aansluit, meldt als no. 1: wetgeving, waardoor de heihgheid van het huwelijk gehandhaafd wordt.

Nu spreekt de theologische ethiek zich zeer breed over het huwelijk uit. Zij ontwikkelt-dienaangaande beginselen. Beginselen, welke ook voor het staatsieven gelden. Onze Calvinistische politiek heeft zeer zeker voor de voorname beginselen in deze bij onze theologische ethiek in de leer te gaan.

Daar hebt ge — om nog iets te noemen — de Zondagswet. Een echt Christelijke Zondagswet kan niet ontworpen' worden zonder da, t de opstellers de hulp van de theologische ethiek hebben ingeroepen.

Men leide hieruit nog niets af voor de iverhouding van de rechtswetensöhap tot de theologie. Daarover hoop ik bij een a.ndere gelegenheid' te schrijven.

(k koos deze voorbeelden, omdat men het onder ons, naar het mij voorkomt, hiermee vrij wel eens zal zijn.

Niemand zal ontkeiiiien, dat onze politiek het in dit opzicht niet kan stellen zonder de ethiek.

Maar nu zijn er ih de-politiek niet alleen principia, waarover met dé theologie te rade moet worden gegaan, doch 'ze' heeft ei-ook, waarover de theologie zich niet uitspreekt en uitspreken kan. Ieder terrein heeft zijn speciale beginselen.

We hebben Calvinistische politieke, sociale, aesthetische, juridische, filosofische en nog anderei beginselen.

Deze worden niet uitgewerkt door de theologie, maar door hen, die het Calvinisme in zijn diepte èn volheid voor alle levensterrein aanvaarden.

En dan onder dit beding, dat geen beginsel op het eene terrein mag" strijden tegen dat op een ander terrein. •

Want onze Calvinistische wereld-en levensbeschouwing vormt een eenheid.

Tusschen alle beginselen, hoe uiteenloopend ook, moet harmonie bestaan.

En die wordt ook verkregen, wanneer allen uitgaan van Gods Woord, gelijk dat speciaal door het Calvinisme geëerbiedigd wordt.

"'Een waar beginsel „moet uit, dat Woord recht­

streeks voortvloeien: •-

Evenwel. ... er is nog een "bedenking.

Bezuiniging en defensie worden door iedere politieke partij, welke zorg draagt voor ons nationaal voortbestaan, gehuldigd. Daaj steekt toch niets specifieks Calvinistisch of anti-revolutionairs in.

Uit dit bezwaar, dat zeker door menigeen wordt geopperd, spreekt een bedenkelijke inperking der beginselen. Volgens deze beschouwing zouden alleen achter die daden, waarin we ons uiterlijk van anderen onderscheiden, beginselen werken.

We gaan nu voorbij, hoe men, door zóó te redeneeren, de algemeene genade Gods veronachtzaamt.

Liever pogen we de • ongerijmdheid ervan aan te toonen.

Alle menschen eten om in het leven te blijven. Naar het uiterlijke eet een Calvinist niet anders dan een atheïst.

Toch zal een Calvinist innerlijk anders aan tafel zitten dan zijn tegenstander. Tenminste als hij bewust Calvinist is en oprecht leeft voor zijn God.

Dan zal hij in praktijk trachten te brengen het apostolische woord: hetzij dat gij eet, hetzij' dait gij iets anders doet, doet het al ter eere Gods.

Het is het beginsel, waardoor vooral het spreekwoord waar wordt: wanneer twee hetzelfde doen,

doen ze nog niet hetzelfde.

Dat geldt ook in de politiek.

Wanneer andere partijen uiterlijk hetzelfde najagen als wij, doen ze nog niet hetzelfde. ,

Wanneer zij bezuiniging en defensie voorstaan, dan laten zij zich drijven door h e t n u 11 i g h e i d s-d o e 1 en daardoor alleen.

Maar'-'de Calvinist zal het ondernemen, omdat G ód het wil.

Zoodra bij eenig politiek punt vaststaat, dat God het wil, is het principieel geworden.

En of God het wil, daarover beshst het Woord, van God.

Hoe staat het nu ten deze met de beide bedoelde punten?

Inzake het principiëele van de defensie geeft het Ontwerp-Stembusprogram een uitvoerige toelichting. *

Hier volge de kwintessens:

Daarentegea scheen het volstrekt noodig om zicli duidehjk en met nadruk uit te spreken ten opzichte van den onze volkskracht neerdrukkenden geest, die van daadwerkelijke handhaving van ons volksbestaan afziet en van weerloosheid voor ons volk heil verwacht.

A'aar de vaste overtuiging van het Centraal Comité gaat die geest in tegen hetgeen de Heiliga Schrift ons leert aangaande Gods leiding met de volken. Hij riep de volken in het aanzijm: Hij stelde hunne landpalen vast (Deutr. XXXH: S). Hij ga., f elk volk zijn eigenaardigheid en zijn eigen roeping, zijn eigen taak in de historie der menschheid. Te dien opzichte bestaat geen onderscheid tusschen kleine en groote volken, ja relatief hebben de kleine volken meer dan de groote .bijgedragen tot den schat der geestelijke goederen, welke God de nienschheid heeft toebedeeld.

Het is dus miskenning van de roeping en van het bestuur Gods, als een volk door weerloosheid zijn bestaan wil opgeven en in lijdelijkheid zich wil voegen onder de heerschappij van anderen. Het is een wegwerpen van den zegen en van het recht, die God in het eigen nationaal bestaan heeft geschonken. Handhaving van dat bestaan met alle ten dienste staande middelen is de Christenplicht, waarvoor wij in gehoorzaamheid aan Gods gebod opkomen.

ïot die handhaving is ahereerst noodig het kwekken, verzorgen, ontwikkelen van de geestelijke 'goederen, die wij van God ontvingen. Hoe vreemd hot moge klinken in een wereld, die naar geld en goed, naar eer en macht, naar genot en lust jaagt ~ wij aanvaarden ootmoedig en van harte des .Heeren Woord: „Zoekt eerst het Koninltrijk Gods en Zifno gerechtigheid en al deze diagen zullen U worden toegeworpen". Het geestelijke gaat ook nu voor ons voorop. Met name in dezen zin, dat wij met klem weerstand willen bieden aan elke jpoging tot loswrikking van de Christelijke grondslagen van ons volksleven, en dat wij met kracht willen inwerken op de zedelijke grondovertuiging van ons volk, opdat daarin de eerbied voor 's Heeren Woord en Wet overheersche.

Nietwaar, hierin beluistert men nadrukkelijk de overtuiging: .Crod wil het.. .En even , , nadrukkelijk wordt liiei' eén lieroép gedaan op' de'Schrift.

Een volgend maal over de Bezuiniging. > \

Ik rgiag wel verzoeken uit het bove; p, sta; ande.ilog geenerlei conclusies te trekken. .-^^Sff^'iSS

Ze mochten eens voorbarig zijn.

Artikel 123.

Uit Indicï komt het bericht, dat de VolksraadI de voorgestelde wijziging op.artikel 123 van het

Regeeringsreglement heeft verworpen.

Dit artikel bepaalt:

De Christen-leeraars, priesters en zendelingen moeten voorzien zijn van eene door öf namens den Gouverneur-Generaal te verleenen bijzondere toelating om hun dienstwerk in eenig bepaald gedeelte van Wederlandsch-Indië te mogen verlichten. Wanneer do toelating schadelijk wordt bevonden of de voorwaarden daarvan niet nageleefd, kan zij door den Gouverneur-Generaal worden ingetrokken.

Steeds was dit artikel den anti-revolutionairen een ergernis.

De .vrijheid der Zending werd: erdoor aa, n banden gelegd. ;

De kerk werd op deze wijze ajan id^en S, taat onderworpen.

Natuurlijk behoort dit verkeerde beginsel uit het reglement te verdwijnen.

Maar in de praktijk was aan dit artikel toch. een voordeel verbonden.

Een regeering, die de Zending wel gezind was, wist hierdoor onedele „concurrentie" te voorkomen.

Laten we het kind maar bij den naam noemen. Rome heeft de afkeurenswaardige gewoonte, om, als een andere Zending een terrein bearbeidt en daar eerstelingen inzamelt, zich ook in die streek te nestelen. , '

Meer dan één Zendingsman, niet alleen hier, maar ook in Amerika, verklaarde mij, dat wie in de Zending arbeidt, vanzelf anti-papist wordt.

Rome stapt graag in een opgemaakt bed.

Zij maakt den overgang tot het christendom veel gemakkelijker dan eenige andere Zending.

Daarom is het de n'uzzle, hoe art. 123 kan verdwijnen en toch deze concurrentie ka, n worden, voorkomen. i

De voorgeslagen wijziging loste deze puzzle niet op. (

Zij was van dezen inhoud:

Voor gewesten of gedeelten van gewesten waarde verzekering van de openbare orde dit vereischt, kan bij ordonnantie worden bepaald, dat Christengodsdienstleeraars, priesters en zendelingen voor de - uitoefening van hunne werkzaamheid als zoodanig voorzien moeten zijn van eene door of namens

den Gouverneur-Generaal te •vérïèeiiën' ••bewgs van toelating, welke voor intrekking vatbaar is.

De qrrlonnantie, uitgevaardigd krachtens ' het vorige lid, wordt telkens voor ten hoogste vijf jaren vastgesteld. In het. verslag, bedoeld bij heieerste lid van Art. 60 der Grondwet, wordt van de uitvaardiging, wijziging en intrekking van die ordonnantie mededeeling gedaan.

Op zichzelf jiracht zij geen geringe verbetering. ^^iet voor allen, die in de Zending werkzaam zijn, werd volgens dit voorstel meer een bewijs van toelating vereischt, maar voor hen, die in gewesten arbeiden, waar de op-enbare orde door de Zending zou schade lijden.

In het regeerin.gsreglement is ©en bewijs van toelating regel, in het voorstel uitzondering.

Toch ka.n de omschrijving „wa.ar de verzekering va.n de openbare orde dit vereischt" niet bevredigen.

Daar kan door een .Regeering, die de Zending niet genegen is, alles uit worden gehaald.

Het zou kunnen leiden tot een bevoorrechting van den Isla.m.

Doch hoeveel bedenkingen we tegen deze wijziging kunnen aanvoeren, het dient toch betreurd, dat ze verworpen, is.

Ze was in elk geval een stapi in goede richting.

En of een Regeering concurrentie opi ZendingsgeJJied bij reglement kan verbieden, blijft altijd de vraag. . '

Financier-idealist.

In Den Haag werd j.l. Zaterdag een museum geopend voor Grieksche en Egyptische kunst.

Daarin vond o.m. een onderdak de verzameling Egyptische kunst van den Duitschen geleerde P.rof. Von Bissing, thans buitengewoon hoogleeraar te Utrecht.

Ook de kollektie Grieksche kunst van den sticliter zelf werd daarin geplaatst.

Deze, de heer Lunsingh Scheurleer, werd door minister De Visser gehuldigd als een groO'l financier en als een groot idealist.

Deze lof was verdiend.

Het is jammer, dat hij in ons land niet vaker kan worden toegezwaaid.

In dit op'zicht k-an Amerika ons ten voorbeeld strekken. ;

Daar zijn schenkingen van dezen aard bijna aan. de orde van den dag.

Zeker, de schenkers hebben er gewoonlijk niet zulk een werkzaam aandeel in gehad als de heer Lunsingh Scheurleer. Doch ieder heeft er ook niet de gave toe.

Ook trachten de Amerikaansche miljonnairs daardoor dikwijls hun naam te „vereeuwigen".

Zij laten de een of andere hall naar zich noemen. Maar er zijn ook andere, die zich bescheiderai terugtrekken. 1

De aandacht van het kapitaal mocht werkelijk hier wel wat meer gericht worden op inrichtingen van onderwijs en kunst.

Het mag wel eens de opmerkzaamheid trekken, dat legaten en dotaties voor onze stichtingen hoe langer hoe spaarzamer worden.

Onze Vrije Universiteit b.v. zou een ziekenhuis en meerdere laboratoria goed kunnen gebruiken.

Paskwil.

Bij de begrootingsdebatten is het voorgekomen, dat de leider van een Kamerfraktie voor twee, zegge twee Kamerleden moest spreken.

Wordt zóó het parlement niet tot een paskwil? Zeker, het was laat.

Maar verdiende daarom idie spreker geen gehoor? Hij kon het toch niet helpen, dat hij toen juist aan de beurt was.

En zulke situaties behooren niet tot de zeldzaamheden. ' , '

Zelfs bij kwesties, waarbij het landsbela.ng in de hoogste mate is JDetrokken, doen zij zich voor.

Het schijnt, dat tegen dit kwaaid niets te doen valt.

Maar legt men zich er niet te gemakkelijk bij neer?

Als het werkelijk onvermijdelijk is, dan geve men den Kamerleden, die na tien uur aan het woord moeten komen, maar een diktafoon. Dan kunnen zij daarin spreken, als ziji nog frisch zijn. En de stenografen kunnen ópteekenen a'ls zij frisch zijn. Er zijn nog andere mogelijkheden. Alteniaal paskwillen. Maar moeilijk kan de paiskwil, die nu in het parlement verkocht wordt, worden overtroffen.

Laten anders de redenaars door de telefoon voor het ra.dio-uitzend-sta.tion te Hilversum oreeren, plaats een loudspeaker in de Kamer, dan kunnen de Kamerleden, als zij er lust in hei)ben, er naar gaan luisteren, of anders lezen zij het wel in de Handelingen.

Moet er gestemd worden, dan laat de Voorzitter ze opbellen.

't Is waar, in dit systeem moeten we de interrupties van Duys en Kleerekoper missen.

En ook gevafte antwoorden als van den christelijk-historischen plattelandicns Weitkamp aan het adres van ICleerekoper: „Bij ons op' de boerderij IS het gewoonte, dat kippen, - die het hardst ka-

Bezoldigingsbesluit.

In de pers is met het bezoldigingsbesluit gespeeld.

Het bericht deed de ronde, dat het bezoldigingsbesluit met 1 Januari 1925 niet zou worden nitgevoerd. i

Vanzelf maakte dit menig ambtenaar „lekker". Maar daaiom was de ontnuchtering wreed, toen de Regeering liet mededeelen, dat van intrekken geen sprake is., ,

Bedrijft hij, die zulk een. bericht de wereld' inzendt, niet een onverantwoordelijk spel?

Was dit misschien het werk van een politieken slimmeling, die eerst wat hoopi wilde opwekken, waai-van hij wist, dat zij ijdel was, maar met de bedoeling oni de teleurstelling aan te grijpen tot het kweeken va, n verbittering?

De Tariefwet.

Zoo is dan de tariefwet ook in de Eerste Kamer a, angenomen.

Zij moet het tekort op de Begrooting van het volgende jaar wegwerken en waar het bezoldigingsbesluit hard is aangekomen, die hardheid verzachten.

Wanneer dan ook, dank zij deze wet, verschiL lende ambtenaarsgezinnen straks verlichting ontvangen, mogen deze wel bedenken, dat Links hiertoe niet heeft meegewerkt.

Het fluit.

Verschillende ketels in de machinekamer van het volkerenleven fluiten.

Albanië^ waar een opstand is uitgebroken, Noord-Afrika, waar de Spanjaarden verliezen lijden, Frankrijk, waar Herriot met een zeer been tegen het Commrtnisme ageert, Reval, waar een groote brand uitbrak, die naar men wil, communistische vonken deed uitspatten, Japan, waar men zich ergert aan de Engélsche vlootbasis te Singapore (hoewel die ergernis volgens officiëele berichten, niet altijd de meest betroiuwbare, reeds aan het luwen moet zijn), Rusland, waar kapitaal-welgezinde en kapitaal-vijandige bolsjewisten elkander in het welige Russische haar zitten, en nog andere landen en plaatsen doen dergelijke geluiden hooren. Dit verraadt hoogspaiming hier en daar.

Ziele.

Een dominee, zei Spurgeon, mag geen gestel hebben.

Maar een minister-president of een politieke leider in landen, waar het spant, ook niet.

Zoodra wordt niet verluid, , dat zoo iemand ziek is, of men verpolitiekt zijn ziekte.

Herriot ziek, hm, hm, hij heeft er zeker genoeg van.

Trotzki ziek, hm, hm, hij voelt zich zeker in het hartje van Rusland niet meer veilig, hij wil naar De Krim.

De Koning van Spanje ziek, hm, hm, opmerkelijk, dat dit juist samenvalt met de Spaansche verliezen in Afrika, .

Stellig, ziekte was menigmaal een politiek voorwendsel, i

Maar het typeert toch het onbegrensde wantrouwen, dat in politieke kringen heerscht, da, t men begint met niet aan een werkelijke ziekte te gelooven.

Nog geen kabinet.

„Mogelijk draait het nog op' Marx uit."

Zoo schreven we een vorig maal met betrekking tot de verkiezingen in Duitschla.nd.

En het ochtendblad van den volgenden dag bracht reeds de tijding, diat inderdaad aan Maïx opdracht was verstrekt. • '

Toch schiet ook hij niet opL

Men meent, dat het er veel van zal afhangen of op 10 Januari de Keulen-zone zal worden ontruimd.

Doch Dnitschland kan er wel op rekenen, dat dit laatste niet geschiedt.

De gemoederen kunnen zich hierover opwinden.

Evenwel kan het ge-^^olg hiervan geen ander zijn, dan dat de oplossing van de krisis moeilijker wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

Ontwerp-Stembusprogram.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1924

De Reformatie | 8 Pagina's