GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onderwijs en Zending op Java.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onderwijs en Zending op Java.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is me in het aigeloopen jaar opgevallen, dat in breeden kring van ons Christelijk volk belangstelling en liefde voor den arbeid der Zending gevonden wordt. Niet alleen worden met blijdschap de bijdragen geschonken, die deze veelszins zoo kostbare taak van de Chr. gemeente vraagt, maar ook is er een algemeen streven, om zich met de toestanden in het werk der Zending op de hoogte te stellen.

Hierbij is het echter tipmerkelijk, hoe weinig de voorstellingen, die men van de Zendingstaak heeft, overeenstemmen met de werkelijkheid. Men leeft nog gaarne bij de overgeleverde voorstelling van de Zending onder de , , zwartjes"; van een zendeling, die ergens op een afgelegen oord onder half-of heelemaal naakte, onbeschaafde menschen het Evangelie predikt. Het schijnt erg moeilijk te zijn, zich in te denken, dat de Zending in Indië, op Java in 't bijzonder, midden in het volle, rijke, beweeglijke, opstrevende leven staat, dat de Zending te doen heeft met een volk, dat jaagt naar eeoï gelijke ontwikkeling als het Hollandsche volk, en dat in zich ook voldoende intellectueele kracht bezit om eenmaal die hoogte te bereiken.

Onder zulk een opwaarts strevend volk op Java vond de Zending een belangrijke taak in het geven van onderwijs. Het Christelijk schoolwezen ontwikkelde zich gedeeltelijk tot een zelfstandigen tak van arbeid, in nauw verband met de Zending.

Tot recht verstand van dit deel van het Zendingswerk zal ik na het overzicht over den tegenwoordigen toestand in enkele artikelen handelen over het karakter van het Indische onderwijs in het algemeen, de beteekenis van het Chr. onderwijs en over de jeugdbeweging.

Wanneer we het terrein van het Christelijk onderwijs op Java overzien, kan het niet anders, of we worden gestemd tot ootmoed en dank, doch tevens prikkelt dit overzicht tot nieuwen arbeid.

De stemming van ootmoedigen dank komt over ons, als we den ontwikkelingsgang van het Chr. onderwijs in de laatste tien jaren nagaan. In 1914 bedroeg het aantal Chr. Europeesche Scholen 7 en 'is in 1924 geklommen toit 20; in 1914 slechts I Chr. Holl. Chineesche School, in 1924 13. Den grootsten groei zien we in het Chr. Hollandsch-Inlandsch Onderwijs, waar het aantal scholen van II in 1914 klom tot 33 in 1924. Op onze Chr. Hollandsche Scholen ontvangen nu meer dan 10.000 Javanen en Chineezen Chr. onderwijs.

Met kleine krachten, zoowel wat de financiën als wat het personeel betreft, is" die arbeid begonnen en steeds moest met onvoldoende krachten worden voortgewerkt. De stoutste voorspelling in 1914, welke gerekend zou hebben enkel met deze menschelijke factoren, zou gebleven zijn beneden de werkelijkheid, die we nu aanschouwen. We kunnen en mogen in deze schoolontwikkeling niet voorbijzien de belangrijkste factor, n.l. den zegen

Gods, die in dien stuggen bodem van het Mohammedanisme zulk een wasdom gaf.

Ook als we letten op de geestelijke vruchten, die deze scholen voor' de gemeente des Heeren afwierpen, ja vooral met het oog daarop, worden onze harten gestemd tot dank, want dan blijkt, dat 'de Heere aan die Mohammedaansche jonge menschen Zijn wonderwerk wil verrichten in de bekeering der harten tot geloof en gehoorzaamheid.

Een ander voorbeeld moge duidelijk maken, hoe in sommige plaatsen het Chr. schoolwezen op een wonderboom is gaan , gelijken. In Solo^ bestond in 1917 slechts één Chr. Inlandsche school in een onaanzienlijk gebouw met. niet meer dan 100 leerlingen. En nu in Juli 1924 is de 21ste Chr. school geopend op hetzelfde terrein, dat in 1912 nog voor de Zending een ontoegankelijk oord was. Van deze 21 scholen zijn 11 Chr. Inl. Scholen, z.g. Standaardscholen, 6 Holl. Inlandsche, een Holl. Chineesche, een Europeesche, een Muloschool en oen Klweekschool. Enkele van deze scholen zijn nog in de groeiperiode, te zamen tellen ze nu roeds ovei^ de 3000 leerlingen en over enkele jaren zal dit getal alleen voor de nu bestaande inrichtingen tot over de 5000 gestegen zijn.

Deze werkelijkheid zou niemand, die de toestanden in 1917 te Solo kende, als mogelijkheid hebben durven .aanzien. En wat daarbij ook weer zoo bijzonder verblijdend is, is de invloed, die van deze scholen in breeden kring uitgaat. Op het streven om deze scholen in de allereerste plaats Zendingsinrichtingen te doen zijn, rust blijkbaar 's Heeren zegen. Wordt het hart niet gestemd tot innigen jubel, wanneer zooals in Februari 1924, den laatsten Zondag, dien ik in Solo doorbracht, de eerste vier leerlingen uit de hoogste klasse der HolL-Javaansche Meisjesschool den doop ontvangen, na, da, t zij in 't midden der gemeente betuigd hebben, Jezus alleen te willen toebehooren en voor Hem te midden van de Christus vijandige omgeving te willen leven! En wanneer dan op dienzelfden Zondagmorgen in de Javaansche godsdienstoefening een heele rij Javaansche en Chineesche jongelingen opstaan, om ook in 't openbaar van hun geloof te getuigen, en we kennen deze jonge menschen uit de schoolbanken der Holl. Inl. of Holl. Chineesche scholen, dan buigt zich het hart van ajlen, die deze ure meemaken, in ootmoed en dank, dat ook de Chr. school in zoo directen zin aan den Zendingsarbeid kan dienstbaar zijn en medehelpen aan de leniging van den geestelijken en zedelijken nood der Indische volken.

Doch ook prikkelt de Rundschau over wat bereikt is tot nieuwe krachtsinspanning. Want hoe belangrijk het getal van enkele tienduizenden leerlingen op onze Chr. scholen op Java ook moge zijn, en welke rijke beloften daarin ook voor de toekomst mogen liggen, de schrik slaat ons om het hart, als we de verhoudingsgetallen zien van het aantal kinderen op Java in den schoolleeftijd en het aantal, dat wij onder ons bereik hebben.

Het aantal kinderen tusschen 6 en 12 jaar wordt alleen op Java geschat op' 4 millioen. Hiervan gaan op onze Chr. Scholen rond 25000, nl. 14000 op de Inl. Scholen en 11000 op de Hollandsohe Scholen, dat is dus slechts 1 op de 150.

Vergelijking van het aantal werkelijk schoolgaande kinderen met de zooeven genoemde getallen der Chr. Scholen is ook leerzaam. Op Java bedraagt de bevolking der Hollandsche lagere scholen (openbare en bijzondere) ongeveer 80.000 leerlingen, waarvan 11000 leerlingen op de Chr. Holl. Scholen, dus in verhouding van 1:7. De Inlandsche lagere scholen (standa, ardscholen en volksscholen) tellen op Java te zamen ruim 700.000 leerlingen, waarvan 14000 leerlingen op de Chr. Inlandsche Scholen dus in verhouding 1 op de 50.

Wanneer men nu hierbij bedenkt, dat het Chr. Holl. onderwijs nog betrekkelijk jong is en nog slechts korten tijd gelegenheid heeft gehad zich in den breede te ontwikkelen, terwijl het Chr. Inl. onderwijs zoo oud is als de Zending op Java, , dan valt in die verhoudingscijfers wel op, hoe groot de achterstand is bij het Chr. Inlandsch onderwijs.

Het kan nuttig zijn de oorzaken van dezen achterstand op te sporen. Twee factcyren, die remmend op de ontwikkeling van het Chr. Inlandsch onderwijs hebben gewerkt, springen onmiddellijk in het oog. De onvoldoende steun van regeeringswege maakte het de Zending bijzonder moeilijk de vleugels breeder > uit te slaan. De financiëele lasten waren toch al zwaax om te dragen. Verder moet hierbij in aanmerking genomen worden, dat de veelheid van arbeid de Missionaire Predikanten en Zendelingen dikwijls verhinderde, de noodige aandacht aan het onderwijs te schenken.

Toch verklaren deze twee factoren niet voldoende den tragen gang in de ontwikkeling van ons Chr. Inlandsch Onderwijs. Er is m.i. nog een derde oorzaak op te geven, nog van ernstiger aard dan de zooeven genoemde. Het zendingsvraagstuk is bijna uitsluitend van de t h e o 1 Oi g i s c h e zijde en veel te weinig van de psychologische zijde beschouwd. Gevolg hiervan is geweest, dat op Java niet genoegzaam onderkend werden de waarde-elementen, die het breed opgezet Chr. onderwijs voor heel de Zending in zich draagt. De beteekenis van het Chr. Inl. onderwijs is tof groote schade voor den voortgang van het zendingswerk te lang onderschat. Daardoor ontbrak de rechte belangstelling, die steeds de voorwaarde is om den wil in actie te brengen.

Een merkwaardig voorbeeld, hoe men tot eenzijdige beoordeeling komt, wanneer het zendingsvraagstuk enkel van de theologische zijde bezien wordt, vond ik in de artikelen in „De Reformatie" van 4 en 18 April 1924 — die ik eerst onlangs ter inzage kreeg — van den overigens goed georiënteerden J. D. W., die handelend over de drie opleidingsscholen te Djokja en Solo, weinig goede, meerdere onvriendelijke woorden wijdt aan de beide Kweekscholen tot opleiding van Chr. Inl. Onderwijzers en zijn sympathie zoo goed als bij' uitsluiting richt op de Opleidingsschool voor helpers bij den Dienst des Woords, om dan te eindigen met den wensch, „d.at onze deputaten steeds meer van de zorg voor sommige scholen mogen worden out­ heven (bedoeld zijn wel de 'Kweekscholen), om hun kracht en tijd alleen te kunnen wij'den. aaji hetgeen rechtstreeks Zendingsarheid is".

Met welken wensch de Deputaten der Synodg voor de Zending wel niet volkomen zullen in. stemmen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

Onderwijs en Zending op Java.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's