Onze Voorspraak daarbinnen.
En desgelijks ko.mt ook de (ieest onze zwakheden mede te hulp; want wij welen niet, w: t wij hidden zullen gelijk het be hoort, m-.iiu' de (ieest zelf liidt voor ons met onuilsprekelijke zuchtingeu. Ku die (IB harten doorzoekt, weet, welke do nieening des (ieestes zij, dewijl Hij naar Gort voor de heiligen bidt. Rom. 8:2ii en 27.
Moet gij u niet overgelukkig voelen, o mijn ziel? Gij hebt een Voorspraak daarboven, .lezus Christus den Rechtvaardige.
Doch gij hebt ook een Voorspraak • daarbinnen, den Geest der genade en der gebeden'.
Gewis, gij moet u wel schrikkelijk ^gjifé^Kebben, • dat gij voortdurend Advokaten noodig hebt. Maar hoe veilig ook, dat gij zulk e Advocaten hebt
Met Hen kunt gij', al"klagen Satan en al zij'n demonen tl aan, al wijzen alle wereldlingen op uw smetten, en vlekkeii en rimpels en zwartheid, al schreien al uw zonden wild en woest ten hemel, uw op zichzelf zoo hopelooze zaak irooit verliezen. L'w Voorspraak daarboven wendt het oordeel, dat van oogenblik tot oogenblik over u moijst worden uitgesproken af en doiet u yerruimd vair adem juichen: Er is voor ' mij geen verdoemenis. Want.... ik l)en in Christus Jezus.
En uw Voorspraak daarbinnen? O, wat doet Hij niet voor u!
Het valt niet op te noernen. üm u slechts iets te herinneren.
Gij ziet uzelf zwart, zwaar zwart. Gij verlangt te worden witter dan sneeuw. Ik zal er mij'n God onr viagcn, zoo neemt gij u voor. .En.... het is of uw instrument, de tongj weigert, verlamd is. Gij kunt niet. ; & : ; ïiifc^s^^^^^^^^^s^|^: %fc^^^
Gij hebt üwtTOïTfateifWfegïl^M^^f itiiSterdeï ' niet. Gij hebt Hem smaadheid aairgedaan. Gij' moet roepen: vergeefj, ver^^, mia.b.logdsehuld toch. En
En zie, nu kam: 3ë''Gêèst; ."^•"•'^3:1^^^: .: : gt; --, Hij' leert u, die niet kmrt of die ni& tMftlaiafeW Schuchter bidden soms. Kei mond bidden ook wel. Eischend bidden evenzeer een enkele maal, Deed de Geest, mijn ziel, triét meer datx u leeren bidden, het ware al zoo veel! ; a5ë*^S#fi$|f^
Maar omdat, flij, - u. leert biddétK'ïl'TB|Ptïw*%orspraak nog nie? |||Sgg; ,
Hij bidt ook'z/Jlt-'-, , ; .-, ^.v Hij bidt niet alleen dffl'^de geIoovigen, ': itii? ^' ook in de geloovigen en vöör de geloovigen; -••'•'; "
Paulus zegt dan ook, dat Hij' voor de heiligen
Hij' ftS^i(ii*%#li& ill#vl^r.
En is uw gebed het voornaamste stuk der dankbaaiiieid, zoeii is de. G.eest-my Plaatsvervanger in de dankbaarheid. •, , ^¥s|p^ï!, , .ssg3j|^^
Voior heiligen, h^l^ijSfSif'laaj^^^^^; !^^'b e h o e V e of t e n ; ^^pte, maar i:4||^|^i%9i^; ' van heiligen. '^ '•' ' ' ''
Ziel, zalig zoo' gij zoeken moogt Gods vriendelijk aangezicht in het gebed. ^vii-asvi'u: »--^
De spanning daarbiimen maakt plsjÊÈtSiï^QOTSintsjjamiing. iftss? *»^''.
De inkrimping voSfr^S^tliig.
Het gebed .geeft u lucht. Sofssjg •
Maar overschat uw gebed toch ffiöi^^; ^Want hoor de kritiek van den apost^j^#||l§.:
het u aan: gij weet niet gepast te bidd^8|^t^p^^H Uw bidden blijft altijd ver benedi'^S^S^Stt^»."
Uw bidden komt, al Verkeert gij in"SCiw^Sffl^l^g. toestand, altijd uit een veel te hoog-hart.'
• Uw biddeir mist altijd nog te zeer het waarmerk dei' dankbaarheid: het bekomnrerd : »afeinMi^lÉi: , , , uzelf, maar om Gods eer. '-§^^^ir''-^^'.' '
Uw bidden is brabbelen. '5^||^ï
Kaïr dat uw Vader in den hemel BlS|#i? Kan dat uw Bruidegom ten lieldelied zijn? Ka.n ik daarmee mijn .Vader' miiii.JIeiland.. tegentreden? zucht gij. 'mi^^SmSiSSM^:
Maar dan troost u d^^^^gïJa •®^^M, «Srin reeds lang 'te .hulp. •^ÊiMicl^h^'BS'm^Sf!.
Al verneernt gij hot niet, 'al zij't gij "ér geheel onkundig van: r is geen moment in uw leven, dat Ik in .uw plaats niet naar, ., ^^^^; ig|jii^:50iv'ereenkomsti, g Zijn wil, voor u bid. • •: '^tSÉ5Éif' ,
Gij vloekt GQd., gl, oor-uw. zo, ride/: : ^a¥iCv'^cR^l^^^. bidt.
Gij arrTwbdfdi; Jëzué niet o'^S de Geest bidt. _ •^^., , , , , ^, ,
Gij durft-tot uw Vader rSfefei^i^pï, maar .., de Geest bidt. " Mii^mm^.
En gij, als gij bidden wilt, daii stottert gij, maar .".. de Geest bidt.
Of gij, ^fils gij' bidden wilt, dan praalt gij met woorden, maar de Geest bidt.
Hij volbrengt, wat van u gevraagd wordt, te bidden zonder ophouden.
En de Vader hoojrt dat lieflijfe' geluid.
Wat gif aan de Voorspraak daiairbinnen te danken hebt?
Dat gij uit Christus' volheid ontvangt ook genade voor genade.
HEPP.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1926
De Reformatie | 8 Pagina's