GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De beteekenis van den H. Doop.

Uit allerlei vragen, die , voor en na bij me inkomen, blijkt, hoeveel de gedachten onder ons bezig zijn met de beteekenis van den H. Doop. En dan niet enkel in het afgetrokkene, maar ook praktisch: niet alleen uit begeerte om met de leer aangaande den Doop in het reine te komen, maar ook uit drang om recht te verstaan, hoe men met eigen Doop en met den Doop* zijner kinderen werkzaam moet zijn voor 'God, m.a.w. wat men er aan heeft.

Een verblijdend verschijnsel. Want in Woio-rd en Sacrament is het Verbond der genade de grondslag niet alleen voox ons kerkelijk leven, maar ook voor ons persoonlijk geloofsleven; en Lei de zullen gezonder, krachtiger en vruchtbaarder zijn, naarmate we ons daarvan méér bewust worden.

Dat daarnaast nu uit de vragen, die-gedaan worden, gedurig blijkt, hoe het bij velen onder ons nog althans aan helderheid van inzicht en vastheid van gang ontbreekt, is niet te verwonderen, en mag ., niet moedeloos maken.

De leer des Verbonds was tot voor betrekkelijk korten tijd, niet alleen in de beschonwende kennis, maar ook en vooral in de levenspraktijk, zóó op > ? den, .v^chtergrond , gexaak: i-: Snr, .; zeteiaj4j; t, - j^ i.arbij-zoo­ veel bedachtzame onderscheiding, dat de schade, die eeuwen in dit opzicht aanrichtten, wel niet in enkele tientallen van jaren is ter herstellen.

Daarom verdriet het me niet, een onzer lezers een kort bescheid te geven op een vraag aangaande den H. - Doop. . ' ; ;

Doch op dat „kort" moet ik daarbij dan wel veel nadruk leggen.

-Want uit den aard der zaak zou een breedvoerige en eenigszins volledige beantwoording heel wat méér ruimte vrageii dan waarover een rubriek in een periodiek als het onze de beschikking heeft.

Voor breeder onderzoek verwijs ik daarom reeds bij vooTbaat naar de schoone en grondige uiteenzetting van de leer aangaande den H. Doop van Dr A. Kuyper Sr in zijn „E Voto Dordraoeno".

Doch nu dan de vraag.

Ze geldt niets minder dsCn „de precies e beteekenis van den Doop, vooral in verband met hen, die afdwalen, hoewel ze tot het Verbond behooren".

De toelichting waarvan ze vergezelij gaat, verduidelijkt haar bedoeling in de volgende vragen: „Mag men een geloovige, die bekommerd is over een afgedwaald kind, troosten met de stellige verzekering, dat God, zoo hij in vol vertrouwen op Gods belofte, verzegeld door den Doop, en daarop pleitend, voor zijn kind blijft bidden, hem stellig verhooren zal? " — „Is het woord van Ambrosius tot Monica: „Een kind van zooVeel gebeden kan iriet verloren gaan", juist? " — „Of is de Doop alleen een verzegeling van het heil in Christus, op conditie van geloof? " — „Indiai dit laatste, wat vooï zekerheid geeft dan de Doop betreffende de zaligheid, en zou daarmee-de zaligheid van een kind des Verbonds niet gelegd woirden in zijn eigen handen? "

Deze ónder-vragen breng ik bij m'n antvvooTd terug tot de hoofdvraag; óók omdat a.fzonderlijke beantwoording ers'an teveel ruimte zou eischen.

En om dezelfde reden ga ik ook die hoofdvraag niet beantwoorden in breed betoog.

'k Bepaal me tot het los naast elkander zetten van enkele gedachten-aangaande den Doop en het Verbond der genade, die de hoiofdlijnen uitstippelen, waarlangs, naar 'k me vlei, de vrager en-'mèt hem onze overige lezers, bij eenig nadenken, hier zelf het gewenschte antwoOTd zullen kunnen vinden.

Deze'leidende gedachten zijn de volgende.

Wat den Doop aangaat: nze zaligheid ligt niet vast in den Doop. — Schrift (Ismaël, Ezau^ Judas, Simon de Toovenaar) en ervaring bewijzen het - - maar in de eeuwige verkiezing Gods (Rom. 8:2; ) en ..30 e.a. pi.)

De Doop dient, blijkens de Schrift en naar onz" eigene belijdenis (H. C. Zondag 25 en 26) dan ook niet, óm iemand, onafhankelijk van zijn geloof, van zijn zaligheid te verzekeren, of anders te verzekeren van de zaligheid zijner kinderen, ma.ar, gelijk elk Sacrament, om den geloovige verzegeling te doen van de afwassching zjjner zoardeii dooa' den Geest'en door 'het bloed van Christus, < 'ii daardoor zijn geloof te versterken. ^'^^^È: -S

De Doop zonder meer kan ook' niemand^^^zekeien van zijn reiniging van zonde, en daairmes van zijn zaligheid, wijl men daarvan alléén (inwendig) verzekerd worden kan in den weg des g e 1 o o f s.

'Gods Woord verbindt de zaligheid dan ook' noi^it aan den Doop, _; ^^ö^^^; -het geloof in den Heers Jezus Christus^^^^^^SV

Men kan en mag daarom niemand verzekeren, dat hij zalig worden 'zal, enkel en alleen op grond van zijn Doop, en mag evenmin ouders, als waarvan vrager Sprak, verzekeren, dat hun afgedwaald kind, wijl het immers gedoopt is, stellig tot bekeeiing zal komen en behonden worden.

Erger nog zou doen, wie de zekerheid van de behoudenis van een. kind zon afhankelijk stellen van de geloovige voorbede zijner ouders op ^'ond van zijn Doop. Hij-zou óf die. voorbede zelve eeii zaligmakende kracht toekennen, óf anders althans de waarde van den Doop voor het kind afhankelijk daarvan maken.

Het woord van Ambrosius tot Monica had slechts in zooverre recht, als de kerkvader daarbij', uit de dooT den Heiligen 'Geest in Monica's hart gewerkte buitengewone en volhardende gebedswerk'-' zaamheid, mocht besluiten tot het voornemen Gods om haar Augustinus tot geloof en bekeering te brengen.

Aan deze reeks va.n gedachten over den Doop, voeg ik nu toe de volgende aangaande het Verbond der g e n a d e, waarvan de Doop een teekeii en zegel is.

Dit Verbond der genade heeft twee zijden. Een verborgene, die de Heere onze 'God alleen ziet, en een u i t w e n d i g - w a a r n e e m b a r e die wij zien.

Naar de eerste omvat het alleen Go'ds verkorenen in Christus en die ahe. .? giï%*«i!? ss& s^i

Naar de tweede omvat - fSf^i^^^Kgen heel hun zaad. - ^^^P' en

Het is met het Verbond als met dë^v^^^vaartoe, zooals God haar ziet, alleen de geloovigen behooren, doch die in haar zichtbare gestalte nooit.uit. enk el geloovigen bestaat. - ; ^^ï^^i|l^^f^

-••> Gelijk de kerk, in haar zichtbare''openbaring,

behalve oprechte geloovigen óók' omvat dezulken, die n i e t gelooven en nooit tot geloof zullen komen, omvat ook de uitwendige bediening van het Verbond der genade behalve het zaad der hel of te, wat enkel naar 't vleesch zaad der geloovigen is (Gal. 4:22-31 , 1 Cor. 10:1—11).

Het Verbond Gods in zijn uitwendige gestalte verzekert daarom niemand, die er , in begrepen is, van te voren, dat hij zalig worden zal, en verzekert evenmin geloovige ouders, dat elk hunner kindc'ren behouden zal worden.

ï'Het teekent, gelijk Dr A Kuyper Sr het zoo schooii zeide, wèl de ader waarin Gods gomd verscholen ligt, maar waarborgt daarom nog niet, dat nu ook f^aj, wat in die ader voorkomt tot dat goud behoort.

•' 'Zoolang er daarom geen levensopenbaringen zijn, die reden geven, het tegendeel te vreezen, mogen en moeten geloovige ouders vertrouwen, dat hun |. kinderen gekehden en geroepenen des Heeren zijn.

Aan de zaligheid hunner jonggestoirven kinderen mogen ze derhalve, gelijk we in Hfdst. I, art. 17 der Dordsche Leerregelen belijden, niet twijfelen, en ook voor kinderen, die in het opgroeien afdwalen, nog altoos goede hope behouden; maar voorbeelden als van Ismaël, Ezau en Judas bewijzen, dat het Verbond Gods in zijti uitwendige bediening hun geen recht geeft, ten aanzien van zulke kinderen zich verzekerd te houden, dat ze_stellig te eeniger tijd nog tof geloof en bekeering zullen komen.

^^ Staan .de dingen zóó naar Gods Woord — êja zóó staan ze inderdaad, na, ar 'k' meen — dan ligt hierin een ernstige waarschuwing tegen valsohe gerustheid voor ieder, die den Doop ontving, en tegen zorgeloosheid of luchthartig optimisme voor alle ouders ten opzichte van de zaligheid hunner kinderen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1926

De Reformatie | 4 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1926

De Reformatie | 4 Pagina's