GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijbelsc.lie vertellingen, vcor onze kleintjes, iloor W. G. van. de Hulst — met teekeningen van Isings. H. J. Sprayt's Lïtg.-Mij — A'dara.

Het is een onder ons volkomen zekere zaak, dat de kinderen van jongsaf den inhoud van den Bijbel moeten leeren kennen. Niet alleen moet heel de opvoeding doortrokken zijn van den christelijken geest, maar we vragen wel degelijk, dat van meetafaan óók onze kleintjes met den inhoud der Schrift zullen worden bekend gemaakt.

Nu zijn daarbij zeker moeilijkheden.

Moeilijkheden, die ons evenwel nimmer er toe konden bewegen, dat we de houding aaiinamen, alsof we dan maar den Bijbel-inhoud niet zouden willen vertellen, noch ook alsof we voor een „verkorte Bijbel" zouden zijn te vinden.

Prof. Grosheide sprak , reeds in '22 op de jaarvergadering van „Jachin" te Delft zoo juist een oordeel uit over de poging om den Bijbel, door hem te besnoeien, te doen eerbiedigen.

Onze kinderen moeten in den Bijbel, den geheelen Bijbel, ingroeien om zoo de waarheid Gods te leeren kennen. Terecht evenwel zegt Prof. Bavinck in zijn „Paed. Beginselen", dat „God ons Zijn Woord geeft, opdat wij langzamerhand daarin zouden ingroeien".

Ook het ingroeien in de Schrift gaat voor onze kinderen geleidelijk.

En nu zal steeds dat ingroeien in de Schrift meebrengen, dat onze kinderen ook parate kennis, feiten-kennis krijgen.

Lanka, mp, in zijn alom bekend, uitnemend, pas in vijfden druk verschenen „Leerplan" (waarover we elders en hier wellicht later nog eens hopen te spreken) zegt dan oiok tciecht: „Wij moeten alzoo onzen leerlingen het Woord Gods doen kennen. Die kennis is noodig, opdat zij „langzamerhand" daarin zullen „ingroeien", want dat is in de school een doorgaand werk: een leeren in toenemende mate, altijd naar den eisch huns wegs. Zij moeten mee door den arbeid', waartoe 'God ons" (de onderw. W.) „roept, van kinds af do Heilige Schriften weten, al naar de mate hunner ontwikkeling".

Dat is juist en correct gezegd.

Nu is dit meteen een stukje polemiek tegen een brochure van den heer Van de Hulst; een brochure, waarmee ik 't ook niet eens ben.

Maiar nu kan 't eigenaardig loepen.

Ofschoon ik de opvatting van den heer Van de Hulst over de Bijb. 'Geschiedenis op' school niet deel, toch is er geloof ik hoogstens één in ons land, die zoo. goed voor kinderen vian en i^it den Bijbel vertelt als de heer Van de Hulst.

Want 'dat, voo'ral voor jonge kinderen, de verte 1 v o r m 'de beste is voor alle historische sto'f, daarover zijn we 't weer allemaal eens.

Lan.kamp schreef: „De Bijbelscbe Geschiedenis vertellen? Zeer zeker: zoo boeiend mogelijk en steeds naar de bevatting der leerlingen". En in zijn Leerplan II: .„Geschiedenis des Vaderlands" had dezelfde het reeds gezegd, dat voor het onderwijs in de historie de vertelling d e leervorm is.

Er bestaat wél eensgezindheid over de vraag óf we vertellen zullen, of niet.

Nu kan echter hier weer niet zoo' maar zonder meer gesproken worden van een vertelling tot het kind.

De leeftijden stellen onderscheiden eischen.

Lank a m p gaf in verband daarmee dan ook zijn onderscheiden „leerkringen". En hij deed het goed. Maiar' hij schreef een boek voor onderwijzers en onderwijzeressen.

En er zijn ook moeders. Moeders, die, wanneer haar kinderen komen in de periode, waarin ze gaarne naar een vertelling luisteren, en waarin ze geboeid worden door het voorlezen van een voor hun leeftijd en ])akkend geschreven verhaal, wel gaarne haar kinderen zouden willen vertellen uit den Bijbel maar die de vertel-gave missen. En er zijn ook vaders, die eenzelfde tekort hebben.

Wiellicht is jiust 'de leeftijd zo-o van O'ngeveer vier tot acht jaar voor velen de moeilijkste.

Welnu voor moeders — speciaal voor moeders — gaf Van de Hulst zijn boek, welks titel we hier boven vermeldden.

„Het wil in stille uurtjes worden voorgelezen door de moeders aan haar Meuters van vier tot acht jaar, voor wie , , Die Bijbelsche iGeschiedenissen" (de andere „kinderbijbel" van v. d. H.) nog te zwaar van taal en te ingewikkeld van uitbeelding ZO'U zijn ", zegt de Schrijver.

„Het wil een „Bij bel-voor-d'e-kleintjes", zijn, en zich in alles richten najar 't klein-kinderverstand, dat misschien zoo wéinig nog begrijpt; naar 't kleln-kinderhart, dat misschien zoovéél al verstaat. Het wil van de Heilige 'dingen vertellen.."

Mooi gezegd. Alleen dat „Bijbel-vo'or-de-kleintjes" vind ik minder gelukkig. Het wooird Bijbel kan nooit één bijstelling of bepaling ontvangen. Er is er maar één en er blijft er één. D'e Bijbel blijft het Zoo moet 't ook blijven voor 'de kinderen. Dit boek vertelt Bijbelscbe geschiedenis, maar het is niet „een" bijbel.

Overigens: ' „Dit boek wil niet anders zijn, dan een heel bescheiden, heel 'eerbiedig •-, pogen, ook het kleine kind reeds binnen te leiden in de heilige sfeer der Goddelijke dingen — die aohteloo'Sheid noO'it ontwijde".

„Zij 'de belangstelling der klc'Uters 'de toets, in hoeverre dit pogen slaagde."

Zóó 'de schrijver van het boek, dajt „wil woiidten voorgelezen aan moeders schoot".

Zeker, de kleinen zelf kimnen 'de beste criticli zijn. En toch, welk een schat van teerheid, welk een zeldzame vertelgave vinden wfi in dit boek! Wat dat is, dat wonderlijke, dat er ligt in, neen over het werk van Van de Hulst? Ik weet 't, niet precies te omschrijven. Maar in - datgene, wat hij niet zegt, en toch laat beleven, geeft Van de Hulst zijn geheim ons te genieten.

Mag ik een voorbeeld geven, walaruit Van de Hulst's talent zoo klaar blijkt?

Hij vertelt van het „licht" in den scheppingsmorgen en van „het licht", 'dat Zatiharias in den tempel omscheen. Het eerste is het blij'de; Zacharias wordt bevreesd. Toch is 't beide malen het pp ééns ko'men van het licht. Welnu lees de onderscheiden stemming, de verschillende sfeer in de volgende citaten. (Pag. 10 en pag. 12).

„Eens — heel lang geleden — was er niet één vogeltje, en niet één blo-em; toen was er niet één mensch en niet één kindje; toen was er geen zou, en geen maan en geen ster Toen was het overal donker en stil.

Alleen in den schoonen hemel was het licht, h e e r 1 ij k licht. Daar woonde God 'en daar woonden 'de engelen, die de schoone liederen zongen tot Gods eer. Daar was alles blijheid, en alles heerlijkheid.

heerlijkheid. Maar de Heere wilde, dat er overal blijheid zou zijn, overal

En hij sprak maar een 'onkel wooird: „Daar zij licht!" O, to'en gebeurde er iets héél moois: toen kwam. er licht, zóó maar, ineens, omdat G o d bet zeide.

En tO'en maakte God de blauwe lucht en 'd'e witte wolken, en het wijde land, en de groote zee. En toen kwamen ook de kleine bloemen en de

groote» boomen bloeien op het wijde land, zóó ma, aa: , omdat God bet zeide... O, 't waïen er zo'oreel; zooveel; niemanci kan ze tellen. De regen 'viel uit de wolken neer; en de bloemen en de boomen en het groene gras konden heerlijk drinken gaian 't Was alles zóó mooi, zoo móóil"

En nu dat andere „licht" dat bij', Zacharias komt:

„En Zacharias legt nog méér korreltjes op het vuurtje', dat op het gouden lailtaar brandt...

Maar opeens

ZacliaTias schrikt O, wat i s dat ? Het wordt opeens zoo licht, zoo vreeselijk liaht in die stille gouden kamer "

Voelt ge 't verschil? Wat het „doet"? Alles, de tóón, de sfeer ; let op de tegenstelling óók: „er was niets... (geen kindje ook!!)... en 'twas overal donker en stil"; alleen in den hemel licht, dan óók licht op aarde... D& t is blijdschap

Maar in de stille gouden kamer komt licht. Dat is schrik. opééns

, Van de Hulst werkt hier sterk met accenten en cursief gedrukte woiorden. Ongetwijfeld' een steun voor de moeders bij 't lezen... om 't góéd' te doen.

Natuurlijk .hebben we wel enkele opmerkingen. Ook wel over den inho'ud hier en daiar. Maar ik wil die achterwege la, ten, na alleen maar als voorbeeld genoemd te hebben, wat er in een van de bovenstaande citaten staat: dat het in het paraidijs r e g e n d e. Daar geloof ik niets van. Dat is even de fantasie. En met fantasie moeten we bij bijbelsche geschiedenis vertellen héél voorzichtig zijn.

Doch juist omdat men op: een koningskleed geen stofjes wijst, willen we hier geen opmerkingen gaan maken. Met volle vrijmoedigheid zeggen we tegen moeders (en vaders): „lees uw kinderen (ik zou zeggen van 3—7 jaar; v. d. H. zegt 4—8) uit dit boek voor. Ge zult uzelf en uw "kinderen er mee verrijken".

We hebben hier een waaïlijk kostelijk bezit ontvangen.

We zijn schrijver en uitgever dankbaar.

Ook den uitgever!

De uitvoering van dit boek is in één woord subliem. Een parel in goud gevat

En dan de teekeningen; de platen.

Ja daarover zweeg ik nog.

Laat ik zeggen, dat ik Isings altijd weer nog de teekenaar vind.

Het lééft....

Het is waar

En het spreekt tóch tot de fantasie van het kind.

Waardeert ons Gereformeerde volk het genoeg, dat we zulke kunstenaars als Isings hebben? Hij moest door ons allen gekend worden.

Isings heeft gestudeerd. Hij geeft werkelijkheid' in environs en type. Dat is voor onze kinderen zoo héél veel waard. Laten we dat toch waardeeren. We komen zóó gelukkig van de oude scheurkalender-schild-illustraties af

Twee kunstenaars werkten hier samen.

Opdat onze kinderen zouden ingroeien in de waarheid Gods.

We zijn dankbaar.

En voJdaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's