GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Moeilijke Sciioolvragen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moeilijke Sciioolvragen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Historischbe1iclit.

Een dor moeilijke onderwijskundige vragen, nog steeds niet opgelost, is in hoeverre de school met do burgerlijke overheid ia verband heeft te staan. Bij de opkomst van de vrije school, scheen ze opgelost te zijn in deüen zin, dat de school gesticht en onderhouden, geregeld en bestuurd dient te worden door de plaatselijke autoriteiten, met oppertoezicht van den Staal.

Voor hen, die gelooven, dat de beginselen van een •waarachtige opvoeding ons gegeven zijn in Gods Woord, en het onderwijs gegeven moet worden als uiting van het khiderlijk geloot in den Christus der Schriften, braclit deze opvatting een moeilijkheid te meer.

Langzamerliand toch was een belangrijk deel vaii het Nederlandsche volk van dat geloof vena'eemd. Zij die de leiding hadden waren mannen der „Verlichting", dor Aulklai-ung. Zij aclittoai een eenvoudig aannemen der Heilige Schrift bekrompenheid, achterlijlcheid, duisternis, bohoorond tot do „nachtschool".

Het leerstellig ond6r\vijs, tot toen het pit van hot Ojidervvijs, werd sinds 1800 uit de school gebannsn en mot behoud van den vorm, den schijn, hadden ze den geest, het wezen der school van hun opvattingen doordrongen. En nadat dit bereikt was, hadden ze de school gebruikt om de andersdenkenden tot hun opvattingen te bekeeren. Zij waren verlicht en die het niet waren en niet ^vilden zijn, zoudon toch de zegeningen van hun verlichting ontvangen. Het , , Dwingt ze om in te gaan" werd door de mannen van Vrijheid, Gelijkheid, lïroodoiscliap zoo kras mogelijk in practijk gebracht.

Tegen dien s.lroom moesten de vrienden uit den lleveilkring oproeien. In dien stroom moesten zo hun richting kiezen en hun houding bepalen. Wij die een Ideino honderd jaar later loven, wij kumien ons niet meer voorstellen, welke moeilijkheden dat wol met zich meebracht.

Ecnerzijds konden ze niet los komen van do idéo, dat de Overheid de scholen moest stichten en besturen. Zij moesten nog winnen de gedachte, dat do school aan het gezin, liet onderwijs aan de Maatschappij behoort. Dit bevroemdi ons, omdat de invloedsfeer van de Overheid toon zooveel beperkter was, en aan de Maatschappij zoovee! werd overgelaten dat thans aan den Staat kwam. Maar ideeën zijn sterk en boheei'schen hot leven. Toentertijd was het de gedachte, dat de school zaak en taak van de Overheid was.

Doch wel dooi'drongen was de kring van het Reveil, met die der Afscheiding, later der Christelijk-Gereformearden en der Vrienden der Waarheid, van dit ééne, dat, het kostte vrat hol moest kosten, d© school waar hun kinderen onderwezen werden, eön Christelijke Schoool moest zijn, en de onderwijzers mannen vol des geloof en des Heligen Geestes behoorden te zijn.

Maar hoe moost het dan met de kinderen der andersdenkenden? Men kon zich niet voorstellen een toestand zonder een gemengde Staatsschool. Hoe moest de geest van het onderwijs op die gemengde school met kinderen van Protestanten en Roomschen, van Rede-vereerders en Schriftgeloovigen zijn?

Voor de Joden begon men een begin van oplossing te zien. Tot de openbare scholen en tot die van het Nut werden ze niet toegelaten. Vrij algemeen stond men voor, dat zij een eigen school hadden. Met medewerkng van alle autoriteiten werd dan ook reeds in Augus-lus ISlö in Groningen ecu school uitsluitend voor .Toodsche kinderen gesticht.

r'eitelijk was deze de eerste bijzondere, vrije school, naast de toen nog oppermachtige Openbare Staatsschool.

Groen van Prinsterer stond tot ongeveer 1860, en opnieuw na 1870, voor, dat wat aan de Joden werd toegestaan, ook aan de geloovige Protestanten en aan de Roomschen mogelijk moest gemaakt worden, echter m3t dien Verstande, dat de school de Staatsschool bleef en deze gesplitst werd naar de godsdienstige gezindten. Daarmee zouden de groote steden allereerst gebaat zijn. En in streken waar heel de bevolking van één en dezelfde godsdienstige richting was, zou het openbaar onderwijs in overeenstemming daarmee gegeven worden.

Dan bleven er over de dorpen en gehuchten, waar de school te klein was om splitsing toe te laten en de bevolking toch gemengd was.

Daar wilde Groen een school zoo neutraal mogelijk, een school die zich A-an alle godsdienst-ondei-wijs moest onthouden, omdat het haar onmogelijk was, ivegens hel gemengd karakter der bevolking, om op te leiden tot het Christelijk geloof, of zelfs allo Christelijke deugden.

Het karakter der gemengde school, ziedaar opnieuw een moeilijk vraagstuk. Er waren en er zijn er nog, die' het „Dwingt ze om in te gaan" aldus opvatten, dat ze willen, dat hot onderwijs op de Staatsschool doordrongen zal zijn van do waarheid der Schriften naar de opvatting der drie formulieren vair eenigheid, en (Jat alle burgers van Nederland voor hun kinderen daarvan gebruik zullen maken.

Groen wilde de Staatsschool zich doen richten naar de godsdienstige overtuiging der ouders, voor zoover niemand in zijn godsdienstige opvattingen gekrenkt werd, en voor zoover ze gemengd moest zijn — we zagen het reeds —-zoo neutraal mogelijk.

Voor zulke scholen moest het woord Christelijk uit de' Schoolwet verdwijnen, omdat het een misleidend karakter had. Mr Van dor Brugghen, Beets e.a. wilden ook voor de gemengde school dit woord Christelijk behouden, in de hoop, dat het veel kwaad zou voorkomen on opening zou geven, dat in de toekomst opnieuw van do Christelijke belijdenis in de school van den Staat professie zou worden gedaan.

Van oen facultatieve splitsing der Staatsschool naar do godsdienstige gezindten wilde Mr Van der Brugghen niet weten. Op het voetspoor van Alexander Vinet — wie zal ons dien religieuzen, dien godvruchtigen man, dien fijnen, rijken geest opnieuw eens doen kennen? — op het voetspoor van Vinet, begeerde hij volledige scheiding van Staat en Kerk, dus ook van de Staatsschool en de Kerk en daarnaast de volle vrijheid voor groepen van bm'gers om scholen op te richten naar eigen gevoelde behoeften.

Dit verschil van opvattingen gaf in de kringen der Christelijke \'rienden, van moot af wrijving, later bittere botsing en droeve scheiding. Aanvankelijk één in het protest togen het drijven der Redo-vereerders, gingen Groen on Van der Brugghen later uit elkaar. Groen .hield de leiding. Van der Brugghen's ideeën echter kregen de overhand. Of zooals do heer P. Oosterlee, directeur van den Klokkcnborg, hef in zijn werk „Geschiedenis van het Christelijk Onderwijs" ongeveer uitdrukt: Groens vlag sierde het schip mei Van der Brugghen's lading.

Over dit werk van den man, die beter dan de meesten, den stichter van de Klokkenbergor school kent, spreken > vc D.V. een volgenden keer.

STRIKWERDA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Moeilijke Sciioolvragen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1929

De Reformatie | 8 Pagina's