GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bond van Gereformeerden (Gaivinlsten) in Nederland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bond van Gereformeerden (Gaivinlsten) in Nederland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Een vorig maal beloofden wij op de vraag, of wij' de thans geopperde bezwaren tegen'den Bond niet hadden voorzien, terug te komen.

Schrijver dezes kan alleen voor zichzelf antwoorden.

En dan verzeker ik: 'die bezwaren werden door mij ongetwijfeld voorzien.

Van sommige scribenten wist ik van te voren, dat zij die zouden inbrengen.

Maar er zijn er enkelen bijgekomen, van wie ik het niet had vermoed.

Ik wil hier wel een konfidentie doen.

Vijf jaar geleden nam ik reeds het initiatief voor een nationale organisatie van Calvinisten hier te lande.

Er werd een comité gesticht, waarin leden van verschillende kerken (het Hersteld Verband bestond nog niet) zitting hadden, onder wie ook een Hoogleeraar van Kampen.

"Tïet stond precies op dezelfde basis als de tegenwoordige, al was de formuleering van den grondslag formeel een weinig anders, het beoogde precies hetzelfde doel als nu de Bond.

De struktuur is dezelfde gebleven.

Toen brak het kerkelijk konflikt uit. Ik achtte het raadzaam de voorbereiding tijdelijk stop te zetten en de comité-leden waren het daarmee eens.

Doch op een goeden zomerdag kwam iemand bij mij met de idee van een Calvinistenbond.

Ik adviseerde nog even te wachten tot de kerkelijke kruitdamp wat meer was opgetrokken.

Dit advies meende hij echter niet te moeten volgen en wendde zich tot den heer Colijn.

Een vergadering werd belegd, waar bleek, dat ook anderen met dergelijke plannen rondliepen.

Had ik liever gezien, dat op kleiner schaal in eigen vaderland werd georganiseerd en dat men zich meer direkt op internationale organisatie had geworpen, waar zulk een sterke drang openbaar werd om op grooter schaal te orgahiseeren, achtte ik mij niet verantwoord, daaraan weerstand te bieden.

Het leek mij verstandig het ijzer te smeden, terwijl het heet was.

De risico van den kruitdamp was daarmede aanvaard.

Ik voor mij ben ervan overtuigd, dat de geoppefda bezwaren niet anders zijn dan een gevolg van gezichtsbeneveling.

Het is een zich telkens herhalend verschijnsel, dat velen kort na een kerkelijk konflikt het juiste onderscheidingsvermogen missen.

De rook doet him oog nog te veel tranen.

In den tijd der Doleantie sprak men van de Ned. Herv. Kerk heel lustig als van „Babel". En van Hervormden kant vond men het heel gewoon om de mannen der kerkreformatie „dollen" te noemen. Samenwerking tusschen Gereformeerde elementen uit beide kerkengroepen leek toen een monsterverbond. Men wilde er niet aan denken. Thans echter, na meer dan veertig jaren, is dat alles veranderd. Heeft die verandering plaats gegrepen ten koste van beginselen? Niemand zal dat durven beweren. Onze principiëele bezwaren tegen de Hervormde kerk zijn zeker niet lichter geworden. Pas hebben wij die nog in ons blad ontwikkeld naar aanleiding van het bekend© Reorganisatie-voorstel, dat begin dezes jaars door de Haagsche Synode werd verworpen. Men zal ons niet kunnen be^ schuldigen, dat wij daarbij een blad voor onzen mond hebben genomen. '"Wij namen daarbij een strakker houding aan dan een voornaam deel van onze kerkelijke pers. Maar belette ons 'dit om te

erkennen, dat wij met Gereformeerde groepen en personen uit de Herv. kerk zeer wel op niet-kerkelijk gebied konden samenwerken? Volstrekt niet. We stuurden voor ons 'deel op zulk een samenwerking aan. We bepleitten haar met kracht. We trachtten obstacles uit den weg te ruimen. We gingen gaarne zoover als we met behoud van ons kerkelijk beginsel konden gaan.

En welke eigenaardigheid doet zich nu voor? Dat men van kerkelijk-Gereformeerd© zijde er geen bezwaar tegen maakt, dat de namen van Hervormd Gereformeerden onder het perscommuniqué staan. Die kruitdamp is opgetrokken.

Men kikt er zelfs niet over of die Hervormde broeders de dogmatische beslissingen, gelijk z-e op de Synode van Assen geformuleerd zijn, onderschrijven.

Zij krijgen een 'diplomaten-visum. Zij mogen vrij doorreizen.

Achter de namen van Christelijke Gereformeerden zijn enkelen geneigd een vraagteeken te zetten.

Bij hot lezen daarvan doorploegt hier en daar iemand zijn aangezicht reeds met bedenkelijke rimpels.

Van dien kruitdamp zijn er iiog altijd blijven hangen. wolkjes

Maar de namen van enkelen uit het „Hersteld Verband" werkten op sommigen als de roode lap op een stier.

De kruitdamp vormt hier nog een gordijn.

Als die eens zal zijn weggevaagd, zal men zich afvragen: hoe konden we toen zoo in 'de oppositie zijn?

Van het begin af hebben we gezegd, dat de schismatieke kerken heterogene bestanddeelen in zich bergen.

Er zijn elementen in, die beslist on-gereformeerd zijn.

Voor eenige weken schreef een schismatiek predikant smalend over hen, „die van het Calvinisme getikt zijn".

Dat zoo iemand geen deel kan uitmaken van onzen Bond spreekt vanzelf.

Maar er zijn ook anderen.

Er zijn er, die alleen kerkrechtelijk bezwaard zijn. Er zijn er ook, die de vier bekende zintuigelijk waarneembare bijzonderheden voor zichzelf gaarne aanvaarden, maar die niet inzien, dat kerkelijk samenleven met hen, die ze dubieus stellen, onmogelijk is, die het verkeerde beginsel, dat er achter schuilt niet onderkennen.

Er zijn nog andere nuances.

Wie van hen tot onzen Bond kunnen behooren, hebben de Statuten uit te maken.

Die Statuten moeten scherp gesteld zijn, mits er maar geen kerkelijk cachet aan worde gegeven.

En ze zijn scherp gesteld.

Wat stond op den achtergrond van het konflikt waarin de Synode van Assen een beslissing nam?

Dit, dat Dr G. feitelijk de vergelijkende godsdienstwetenschap, het zoogenaamde „Oostersche licht" liet heerschen over de Schrift.

En zonder dat er nu een passus in 'de Statuten werd ingelascht, die opzettelijk hiertegen reageert, komt er toch een uitdrukking in voor, die alle misverstand afsnijdt en het Gereformeerde beginsel zuiver houdt, n.l. dat de Heilige Schr iff normatief is ook voor de wetenschap.

De Heilige Schrift normatief ook voor de wetenschap. I

Niet de wetenschap in eenig opzicht normatief voor de Schrift.

Als iemand, al behoort hij dan ook tot het „Hersteld Verband" dat kan pnderteekenen, dan heeft ook de kerkelijk Gereformeerde zich te verblijden.

Dan make hij niet allerlei 'tegenwerpingen. Dan koestere hij geen achterdocht. Dan toone hij zich dankbaar.

Doet zich later eenig korikreet geval voor, waardoor ingrijpen noodzakelijk blijkt, dan zijp de Statuten stevig genoeg om zich daarop te "baseeren.

Men kan dat gerust aan "den Bond overlaten. En nu kom ik aan een teer punt.

Dat de Bond deze Statuten ook zal handhaven, daarvoor staan een reeks van namen borg.

Laat mij hier alleen wijzen op de hoogleeraren der Vrije Universiteit, omdat merï die vooral in zijn bezwaren betrekt.

Hebben deze hoogleeraren op de Sj^node van Assen niet dag en nacht op de bros 'gestaan?

Hebben zij tegenover de afwijkende meeningen geen stevige positie ingenomen?

Hebben zij met hun Kamper collega's den kerken niet den weg gewezen, zoodat de praeses Synodi in zijn slotwoord vroeg: wat hadden we nioeten beginnen zonder u?

Waaraan hebben zij het verdiend, dat zij in enkele kritieken met heimelijk wantrouwen worden bejegend en dat de Kamper professoren, omdat zij door een samenloop van omstandigheden het perscommuniqué niet hebben onderteekend, voor de volksverbeelding oprijzen als de ware patres orthodoxiae?

In het bijzonder heeft men mijn naam genoemd. Ik wil er aan herinneren, dat ik in een schismatiek blad ongeveer een half jaar geleden ben gekwalificeerd als de meest konsekwente verdediger van Assen.

Die kwalifikatie, hoe ook bedoeld, l^eb' ik geinkasseerd, hoewel ik geloof, dat die niet alleen mij toekomt.

Sinds Assen zijn mijn gevoelens niet het minst veranderd.

Indien het proces opnieuw moest beginnen, zou ik geen aiidere houding aannemen.

En ik meen in het verleden bewezen te hebben, dat ik niet op kerkelijk gebied „ja" zeg ea op een ander gebied over dezelfde zaak „neen".

Psychologisch is het te verklaren, dat velen samenwerken met sommigen van hen, die ons verlieten, nog onwennig, nog vreem; d is.

De risico van den kruitdamp, door mij voorzien, wordt thans gevoeld.

Wanneer de lucht daarvan is, gezuiverd, zal men de dingen anders zien, zal men minder kerkistisch, meer konfessioneel zijn.

In dien tusschentijd vraag ik: VERTROUWEN.

Ds Orde fler Lltursie.

Prof. G. Ch. Aalders heeft in het Ouderlingenbla; d de Orde der Liturgie opnieuw aan de orde gesteld.

Het moet hem, die nog al veel uit preeken gaat, wel bijzonder opvallen, welk een groote willekeur er op dit gebied heerscht.

Is uniformiteit de vloek van het moderne leven, de pluriformiteit kan zóó ontaarden, dat ze een chaos wordt.

Inderdaad begint de orde in onzen eereüienst een beetje op wanorde te gelijken.

Zooveel kerken, zooveel „orden" van liturgieën bijna.

De eene kerk keurt het zingen van een bepaald vers in een andere kerk principieel af en heeft een principiëeler vers.

Wie weleens genoodzaakt is elders te kerken voelt zich als een kat in een vreemd pakhuis.

Het is zeker te betreuren, dat in 1923 het voorstel omtrent de Orde der Liturgie van het Agendum der Synode is afgevoerd.

Dit had een zeer begrijpelijke oorzaak. Men kon het niet zoo spoedig.eens worden. En ... de vergadering was moe.

Wel gelooven we, dat de Heilige Geest de vergadering der kerken in bijzonderen zin leidt, maar onfeilbaar is een Synode nooit.

Vooral als zij de natuurlijke middelen veronachtzaamt, mag zij niet verwachten, dat de Geest des Heeren het wel zal goedmaken.

Niet ieder is tegen laat avond-en nachtwerk bestand.

Daarom, indien er een werkwijze kon worden gevonden, waarbij het euvel der commissie-vergaderingen in den avond tot een minimum zou kunnen worden gereserveerd, zou veel zijn gewonnen.

Men zou frisch ter Synode komen en helderder kunnen oordeelen.

Ware dat in Utrecht het geval geweest, ik meen, dat men het voorstel betreffende de Orde der Liturgie niet zoo spoedig om koud zou hebben ge^ bracht.

Het verblijdt ons, dat er een kerk in ons vaderland is, die deze zaak weer aan de Synode voorlegt.

Worde zij behandeld in helderen en üi^eslapen geestestoestand.

De datum der Arnhemsche Synode.

Uit Groningen vraagt men ons, waarom' wij' alle woord van kritiek achterwege lieten, waar de datum der Arnhemsche Synode weer zoo vroeg is gesteld. Men verwondert zich, dat wij over Groningen wel klaagden, maar over Arnhem niet en zou gaarne de reden willen kennen.

Wij hebben geen reden de reden te verzwijgen. Dat wij er ditmaal geen aanmerking op maakten, komt alleen hiervandaan, dat we niet vervelend wenschen te worden.

Maar onze bedenkingen zijn gelijk gebleven.

De Arnhemsche Synode zal dezelfde nadeelige gevolgen van den vroegen datum ondervinden als de Groningsche.

Zoolang er echter geen Synodaal besluit ligt, dat een Synode niet vroeger dan de laatste dagen van Augustus mag worden bijeengeroepen, berust het „zeggen" bij de saamroepende terk.

Ad interim.

Ofschoon ik nog de rubriek „Kerkelijk Leven" in het komende nummer voor mijn rekening, hoop te nemen en ook gedurende mijn reis in Amerika nog weleens iets van mij hoop te laten hooren, treedt er toch welhaast een interim-toestand in.

In dien tijd zal Ds Schilder den eindredakteurlijken schepter zwaaien.

Zoo de Heere wil scheep ik mij a.s. Woensdag te Cherbourg op de „Olympic" in.

God geve', dat v? ij elkander over eenige maanden weer in „De Reformatie" mogen ontmoeten.

Brieven over het redaktioneele gedeelte van ons blad zende men reeds van heden af aan Ds K. Schilder.

Onnoodige korrespondentie met mij vermijde men. Wie mij noodzakelijk gedurende mijn afwezigheid moet schrijven, zende zijn brieven aan mijn centraal adres in Amerika:

Mr Wiilliam B. Eerdmans 234 Pearl street Grand Rapids, Mich. U. S. A. I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Bond van Gereformeerden (Gaivinlsten) in Nederland.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1930

De Reformatie | 8 Pagina's