GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

32 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de conclusie over het Vrouwenkiesrecht in het verslag van Dinsdag staat een kleine fout. In-den vierden regel staat „toch te onderscheiden". Dit moet zijn „wel te onderscheiden".

15e zitting.

Met samenzang van Psalm 103 : 1 en 11 en gebed door den praeses werd de zitting van Donderdag 11 September geopend.

De acta werden gelezen en vastgesteld.

De praeses deed hierna mededeeling, dat de Dinsdag benoemde commissie om de voorstellen inzake de beslissing over het promotierecht te bezien en zoo mogelijk tot een eenstemmig voorstel te komen, inderdaad eenstemmigheid heeft bereikt. Spr. deed voorlezing van het voorstel der commissie, dat gedrukt werd rondgedeeld, in het tweede deel der morgenzitting te behandelen. Op verzoek van Dr van Es werd besloten, de behandeling te stellen aan den aanvang der middagzitting.

Ds J. de Vries rapporteerde namens Commissie I over het verslag van Mr G. H. A. Grosheide en Mr. J. A. de Wilde, die zich op verzoek van de Synode van Assen beschikbaar hadden gesteld voor het geven van rechtskundig advies en bijstand.

De volgende conclusies werden vastgesteld:

le_. dat er voor de Synode reden is, haar ingenomenheid te betuigen met den in het rapport gemelden gunstigen afloop

382 van de gerezen moeilijkheden in de in het rapport genoemde kerken.

2e. dat deze kerken evenals de Synode veel dank verschuldigd zijn aan de beide rechtskundige adviseurs, inzonderheid aan Mr G. H. A. Grosheide.

3e. dat aan deze broeders door de Synode een schrijven behoort te worden gericht, waarin hun dank wordt gebracht voor hun arbeid in dezen.

Ook in het midden der Synode richtte de praeses een woord van hartelijken dank tot Mrs Grosheide en de Wilde.

Ds de Vries rapporteerde verder over een schrijven van Dr J. P. de Gaay Fortman c.s. over samenspreking met hoogleeraren over enkele wetenschappelijke onderwerpen, die verband houden met de beslissing van Assen.

Besloten werd, daar dit schrijven geen taak der Synode betreft, het in handen te stellen van Prof. Honig, die voor de hoogleeraren met de genoemde heeren de correspondentie voerde en hiervan kennis te geven aan Dr J. P. de Gaay Fortman c.s.

Dr H. Kaajan rapporteerde namens Commissie I over de grensregelingen tusschen de kerken van Opende en Kornhorn, die van Marum en Siegerswoude, die van Kielwindeweer en Zuidlaren, die van Wartena en Garijp, die van Hijlaard en Bozum, die van Wirdum en Sybrandaburen, die van Gasselternijeveen en Wildervank, die van Gasselternijeveen en Nieuw Euinen, cfie van Gasselternijeveen en Stadskanaal en die van Zuidlaren en Kielwindeweer.

Besloten werd, de voorgestelde grenswijzigingen goed te keuren, doch die tusschen Wirdum en Sybrandaburen onder voorwaarde, dat de e.v. Particuliere Synode van Friesland (N. G.) daaraan alsnog haar goedkeuring hechte.

Prof. Dr V. Hepp rapporteerde hierop nader over het Liturgievraagstuk (de formulieren inzake de bevestiging van ouderlingen en diakenen en huwelijksformulieren.)

De zaak werd nogmaals teruggezonden naar de commissie wat betreft de bevestigingsformulieren. Voor wat betreft het huwelijksformulier werd ze uitgesteld tot de middagvergadering.

Dr K. Dijk rapporteerde namens Commissie II over het verzoek van het bestuur der Nederlandsche afdeeling van den Wereldbond tot het bevorderen van een goede verstandhouding tusschen de volken door de Kerken, om toe te treden tot de afdeeling en een afgevaardigde in haar bestuur te benoemen.

Besloten werd, aan deze uitnoodiging niet te voldoen, daar reeds door de Generale Synode van Groningen 1927 een beslissing is genomen en er voor haar geen enkele reden is, om op deze beslissing terug te komen.

Dr. K. Dijk rapporteerde verder over het verzoek van dezelfde afdeeling om instemming met de resolutie over _ het Kellog-pact, aangenomen door het Intern. Bestuurscomité te Avignon op 19—^21 September 1929.

De Synode sprak uit, dat het haar vurige begeerte en hartelijke bede tot God is, dat de vrede onder de volkeren bewaard blijve en de geschillen tusschen de volken zoo mogelijk in den weg van het recht zonder oorlog mogen opgelost worden, doch besloot, aan het verzoek niet te voldoen, daar zij niet kan instemmen met de grondbeginselen, waardoor deze resolutie gedragen wordt.

Ds G. J. Breukelaar rapporteerde namens Commissie V over de verdeeling van collecten. Besloten werd, deputaten voor den evangelisatiearbeid in België opdracht te geven, een collecte uit te schrijven voor het tweeledig doel van den evangelisatiearbeid in België en de verzorging der verstrooide Gereformeerden in Noord-Frankrijk.

De heer H. Knook las het rapport van de Deputaten voor den Evangelisatie-arbeid in België en in aansluiting daarop het rapport van Commissie V.

Overeenkomstig het voorstel der commissie werd besloten, onder dankzegging aan Deputaten voor hun arbeid nogmaals uit te spreken, dat de arbeid der Evangelisatie in België recht heeft op den steun van alle Gereformeerde Kerken in Nederland, waarom Deputaten gemachtigd werden, de boven reeds bedoelde collecte uit te schrijven.

Tevens werd besloten aan deputaten en de betrokken Belgische kerkeraden te adviseeren ten behoeve van de emeriteering der in België arbeidende Dienaren des Woords een contract aan te gaan, met de naar art. 13 K.O. samenwerkende kerken in Zuid-Holland Zuid, waarbij Deputaten zich verbinden jaarlijks het gemiddelde van de door de aan deze kerken betaalde bijdragen op te brengen.

De zitting werd hierna geschorst.

Middagzitting.

In de middagvergadering bracht Ds W. Breukelaar verslag uit namens de Commissie inzake de voorstellen over het promotierecht.

De commissie kwam tot eenstemmigheid over het volgende voorstel:

De Generale Synode,

kennis genomen hebbende van de voorstellen inzake de instelling van het doctoraat aan de Theologische School en van de desbetreffende rapporten,

van oordeel, dat de Kerken tot deze instelling niet behooren over te gaan dan met genoegzame eenparigheid,

constateerende, dat zulk een eenparigheid thans niet bestaat, besluit:

lo. onder deze omstandigheden over de ingediende rapporten geen beslissing te nemen, en mitsdien de bovengenoemde voorstellen, zoowel die tegen als die voor de instelling van het doctoraat, ter zijde te leggen.

2o. hartelijk dank te betuigen aan de curatoren en hoogleeraren voor al den arbeid door hen in dezen verricht.

W. Breukelaar, J. Douma, K. Fernhout, Dr T. Hoekstra, H. Meijering, J. Olthoff, Dr J. Ridderbos, G. de Rooij, H. Scheffer, J. Weerstra.

Ds Breukelaar verzocht, over dit voorstel niet te discussieeren en het niet te amendeeren.

De praeses, deze gedachte ondersteunende, gaf het voorstel in bespreking.

Dr K. Dijk sprak mede o.a. namens Ds Bavinck, Dr van Es en Dr Kaajan uit, dat hij met dit voorstel kon meegaan, alleen in het vertrouwen, dat men in den eersten tijd althans deze zaak in het midden der kerk zal laten rusten.

Prof. Dr T. Hoekstra verklaarde hierop, dat hij van harte met het voorstel wilde meegaan, los van de toelichting van Dr Dijk.

Prof. L. Lindeboom sprak in gelijken geest.

Dr W. A. van Es verklaarde zijn stem aan het voorstel niet te kunnen geven, tenzij men het los maakt van alle actie, niet voor b.v. twee maanden, maar voorloopig.

Ds C. B. Bavinck sprak uit, tegen actie op zichzelf geen bezwaar te hebben — hij meende, dat het voorstel daartoe zou kunnen uitlokken — mits deze gevoerd worde in broederlijken geest.

Nadat nog Ds Meynen, Prof. Greydanus, Prof. Ridderbos en Ds K. Fernhout het woord gevoerd hadden, wees Ds Breukelaar er op, dat de gevoerde discussie niet over het voorstel liep en er ook geen amendementen waren voorgesteld.

De voorzitter wees er op, dat ondanks de vrees, die er bij velen was, men elkander toch gevonden heeft. De ondergrond van het voorstel is de rust en de vrede der Kerken en dat is ook het doel van het voorstel.

Daarna werd het voorstel bij acclamatie aanvaard.

De praeses sprak een woord van dankbaarheid en blijdschap over deze beslissing.

Ds K. Fernhout wees op de oorzaak van verootmoediging, die in de beslissing ligt.

Ds J. P. Klaarnamer sloot zich bij deze beide sprekers aan, er op wijzend, dat deze beslissing de verhooring is van veler gebed.

Dr Th. Ruys Jr. van Lisse las het verslag van Deputaten voor onderzoek inzake het archief en bracht vervolgens zijn verslag uit namens Deputaten voor het geven van advies inzake de archieven van Kerken.

Over deze beide verslagen en over het verslag van de Geref. Kerk van Amsterdam als archiefbewarende Kerk, dat door hem werd voorgelezen, werd namens Commissie V rapport uitgebracht door den heer K. Glastra van Loon.

Overeenkomstig het voorstel der commissie werd besloten: lo. de Kerk van Amsterdam, de Deputaten voor het archief (Dr Keizer, Dr Ruys en den heer Van Zeggelaar) en den adviseur voor het archief. Dr Ruys, hartelijk dank te zeggen voor hun belangrijken arbeid;

2o. wederom een archiefbewarende Kerk aan te wijzen, maar dan een Kerk, die beschikt over een vochtvrije, brandvrije, ruime bewaarplaats, en het moderamen op te dragen de Synode dienaangaande van advies te dienen;

3o. een archivaris te benoemen, die tevens zal optreden als adviseur van de archieven, en hem op te dragen:

o. de verzorging van het archief;

b. de wetenschappelijke inventarisatie van het archief;

c. een onderzoek in te stellen naar den staat der archieven;

d. de Kerken in de zaak van het archief van advies te dienen;

e. op de volgende Synode rapport van zijn arbeid uit te brengen;

4o. niet in te gaan op het advies van Deputaten ad hoc tot het stichten van een kerkelijk bureau, omdat de Synode het in de eerste plaats niet duidelijk is, wat de arbeid van dit generale bureau en de taak van den aan te stellen adjunct moet zijn; in de tweede plaats, omdat zij meent, dat moet worden afgewacht, welke voorstellen gedaan zullen worden ten opzichte van de archief stichting; ten derde, omdat zij van oordeel is, dat, aleer zulk een belangrijk instituut tot stand komt, het archivaat gelegenheid moet hebben, zich te ontwikkelen en die ontwikkeling moet worden afgewacht en eindelijk, omdat de kosten (f 7000.—) haar te hoog voorkomen;

5o. wederom drie Deputaten te benoemen voor toezicht en hun op te dragen, enkele regelen op te stellen voor den arbeid van den archivaris;

6o. de Kerken op te wekken, bijzondere zorg te besteden en daarbij het advies in te winnen van den te benoemen archivaris.

De zitting werd om half vijf geschorst tot acht uur.

De avondzitting werd gehouden in comité-generaal.

16 e zitting.

De zitting van Vrijdag 12 September werd geopend met het zingen van Psalm 108 : 1, waarna de praeses voorging in gebed.

Na appèl nominaal en vaststelling der acta, rapporteerde Ds A. Schweitzer over een schrijven van Ds W. Goedhuys, emeritus predikant van Eestrum, inzake zijn pensioen.

Overeenkomstig het voorstel der commissie werd besloten, het bezwaar ongegrond te verklaren en dat Ds Goedhuys een beslissing van de Classis KoUum over de verhooging van zijn pensioen heeft af te wachten.

Ds A. Schede rapporteerde over een bezwaarschrift van den heer R. Z. te Djocjakarta tegen de approbatie van het beroep van Ds Wielenga naar Bandoeng. Het volgende besluit werd genomen:

De Synode, van oordeel zijnde, dat de z.g.n. Classis Contracta 12 Juli 1929, al moest eenige onregelmatigheid toegegeven, toch niet voor onwettig kan gehouden o.a. ook, omdat de volgende vergadering der Classis Batavia haar handeUngen heeft goedgekeurd,

constateerende, dat, wijl de stukken in orde waren en formeel geen bezwaar was tegen de approbatie van het beroep en dus via approbatie de bevestiging te Bandoeng terecht is geschied, besluit,

aan het verzoek van Br. Z. om, „aan de Classis Batavia op te dragen, opnieuw na te gaan of Ds Wielenga dienaar des Woords te Bandoeng blijven kan en tijdelijk leeraar van het Lyceum, en om zulke maatregelen te treffen, dat een herhaling van wat gebeurde in de Classis Batavia mogelijk zij", niet te voldoen.

Prof. Dr S. Greydanus bracht rapport uit over een brief van den heer H. P. van Kasteel Sr. te Rotterdam, een der kerkeraadsleden, die 1887 mee uit de Hervormde Kerk overkwam, betreffende bevordering der evangelisatie en uitbreiding van het kerkgezang.

De brief van dezen ouden broeder werd gelezen en besloten hem te beantwoorden, met verwijzing naar de bemoeiingen der Synode van Utrecht en deze Synode met betrekking tot de door hem genoemde punten.

Dr W. A. van Es rapporteerde over een brief van Ds A. M. Diermanse te Ede, over het aanvaarden en loslaten van het standpunt van , , de bekende onderstelling van Wedergeboorte".

Overeenkomstig het advies werd besloten, op de beschouwingen van Ds Diermanse als niet juist en op zijn wenschen, als ongemotiveerd niet in te gaan, maar zijn schrijven voor kennisgeving aan te nemen.

Ds T. Gerber bracht rapport uit inzake het Zuiderzeevraagstuk.

De Particuliere Synode van Friesland (Z. G.) verzocht aan de Synode, Deputaten te benoemen, om met de betrokken Kerken, de Deputaten der betrokken Classes en het „Algemeen Geref. Zuiderzee-comité" den verderen gang van zaken te regelen en den Kerken te adviseeren, jaarlijks voor. dezen arbeid een collecte te houden.

De Particuliere Synode van Noord-Holland verzocht eveneens een algemeene regeling.

Het Algemeen Geref. Zuiderzee-comité zond een breed memorandum betreffende zijn arbeid en financiering, waarvan het rapport een overzicht gaf.

Ook de Kerkeraad van de Geref. Kerk van Wieringen zond een schrijven met aandrang om dezen arbeid steun te verleenen.

Over dit punt werd breed gediscussieerd.

In de middagzitting, geopend met het zingen van Psalm 84 : 5, werd deze bespreking voortgezet. Besloten werd, de conclusie ter nadere formuleering aan de commissie terug te zenden.

Prof. Dr G. Ch. Aalders rapporteerde over de kalenderhervorming.

De volgende conclusie werd vastgesteld:

De Generale Synode, overwegende, dat het vraagstuk der Kalenderhervorming nog geheel in het stadium van voorbereidend onderzoek verkeert, en dat daarbij reeds van een zoozeer uiteenloopend meeningsverschil is gebleken, dat het geheel onwaarschijnlijk moet worden geacht, dat binnen afzienbaren tijd te dezer zake een beslissing van eenige beteekenis vallen zal, acht het niet op haar weg te liggen, thans eenige uitspraak te doen, doch draagt aan de te benoemen deputaten voor correspondentie met de Hooge Overheid op, zich nauwkeurig van den gang van zaken op de hoogte te houden, en, indien zij daartoe den tijd gekomen mochten achten, aan de Hooge Overheid te verzoeken, geen enkele beslissing te nemen zonder daarvan eerst het oordeel der kerken te hebben gevraagd.

Nog werd toestemmend beantwoord de vraag van Prof. Aalders: of de Synode kan goedkeuren, dat de te benoemen Deputaten voor correspondentie met de buitenlandsche kerken, indien zij daartoe worden uitgenoodigd en zij zelven dat wenschelijk mochten achten, enkelen kunnen aanwijzen om aan vergaderingen van de Presbyterian Alliance deel te nemen, zonder dat daardoor de Geref. kerken in eenig opzicht door de besluiten van de Presbyterian Alliance worden gebonden of daarvoor verantwoordelijk zijn, en de kosten daarvan betalen uit het hun toegestane crediet.

De Synode ging hierop in Comité-Generaal.

Aan het eind der zitting richtte de voorzitter woorden van groote waardeering tot Prof. Lindeboom, die de volgende week niet meer aanwezig zal kunnen zijn, voor de trouw, waarmede hij de zittingen der Synode had bijgewoond.

Prof. Lindeboom dankte de broeders voor de hem bewezen vriendelijkheid.

Staande werd hem toegezongen Psalm 121 : 4.

Na dankgebed door Prof. Lindeboom werd de zitting gesloten.

sloten. 17e zitting.

De zitting van Dinsdag 16 September, de eerste in de vijfde Synodeweek, werd geopend met samenzang van Psalm 68 : 7 en 8, waarna de praeses voorging in gebed.

Bij appèl nominaal bleek, dat de leden der Synode Ds K. Ferrihout en de ouderlingen G. v. d. Steen, G. de Rooy en A. C. Catsman, waren vervangen door Ds J. J. Berends en de ouderlingen J. Hommes, W. Hummelen en F. P. de Graaf.

De acta der vorige zitting werden gelezen en vastgesteki.

Besproken werd de stand van den arbeid in de commissies. Deze zullen pogen. Dinsdagavond met him arbeid gereed te komen. De Synode zal dan ook Woensdag-en Donderdagavond vergaderen.

De heer J. de Wit rapporteerde namens Commissie I over grensregelingen tusschen de Classes Amersfoort en Apeldoorn, de kerken van Berkel-Rodenrijs en Pijnacker-Nootdorp, die van Woerden en Kamerik en die van Oudeschoot en Heerenveen.

De eerste vier grensregelingen werden goedgekeurd. Met betrekking tot de laatste werden, na langdurige bespreking op voorstel van den voorzitter de conclusies der commissie teruggewezen en werd besloten, een commissie van 3 leden te benoemen, die, alle instanties en personen, die in deze zaak gemoeid zijn, gehoord hebbende, een oplossing moet trachten te verkrijgen en op de volgende Generale Synode rapport over haar bemoeiingen uitbrengen.

De praeses verwelkomde ter Synode Ds T. J. Hagen en Ds A. H. van Minnen, deputaten voor de verzorging van de geestelijke belangen der militairen. Zij namen als adviseereudc leden der Synode ad hoc zitting.

Ds T. J. Hagen van Delft , las hierna het verslag van Deputaten voor de verzorging van de geestelijke belangen der militairen.

Ds H. Meijerink bracht rapport uit over dit verslag. Hierbij kwamen ook aan de orde de voorstellen van de Classis Gorinchem inzake de geestelijke verzorging der militairen.

De volgende conclusies werden overeenkomstig het voorstel van de Commissie na korte bespreking z.h.st. aanvaard:

„De Synode besluit:

Ie. aan de Deputaten ter behartiging van de geestelijke belangen onzer militairen dank te betuigen voor hun belangrijken arbeid en hen van hun financieel beheer te dechargeeren;

2e. namens de Synode een schrijven te richten aan Z. Exc. den Minister van Defensie, dat zij met dankbaarheid kennis nam van de bepaling, opgenomen in Hoofdstuk VII Art. 91-5 van het Reglement op den Inwendigen Dienst der Infanterie en het vertrouwen uitspreekt, dat deze bepaling zal worden uitgebreid voor alle wapenen;

3e. namens de Synode tot den Raad van leger-predikanten, in verband met het door dezen gegeven antwoord aan Deputaten, December 1929, een schrijven te richten, overeenkomstig het door de commissie ontworpen concept, en de leden van het moderamen der Synode te machtigen, hierover verder te handelen en te rapporteeren aan de e.v. Synode;

4e. de kerk van 's-Gravenhage-West uit te noodigen, om de correspondentie met den kring van Gereformeerden op Curasao op zich te nemen en in samenwerking met de te benoemen Deputaten voor de geestelijke verzorging der militairen en zoonoodig met f inancieelen steun van dezen, te trachten daarheen een jeugdig dienaar des Woords te zenden, opdat het aldaar in den kerkdijken weg zoo spoedig mogelijk tot institueering van een Gereformeerde Kerk kome;

5e. aan alle kerken per circulaire medededing te doen van het adres der Vereeniging tot bevordering van Gereformeerd kerkelijk leven op Curasao, met verzoek alle derwaarts vertrekkende leden hiermede in keimis te stellen;

6e. aan de classis Groningen te berichten; dat de Synode meent op haar voorstel niet te moeten ingaan, aangezien: het daarin sub lo voorgestelde overbodig mag worden geacht, als zullende vermoedelijk automatisch volgen, het daarin sub Ib bedoelde ook bij de tegenwoordige redactie der onderhavige bepaling reeds plaats vindt en de gevreesde moeilijldieden zich eerst dienen voor te doen; tegen het sub Ie voorgestelde o.m. het bezwaar geldt; dat alsdan vermoedelijk de benoemnig van een tweeden vrijzinnigen Leger-predikant noodzakelijk zou worden;

7e. opnieuw Deputaten te benoemen en hun op te dragen:

a. de kerken bij de Regeering te vertegenwoordigen voor de geestelijke verzorging der Gereformeerde militairen;

b. voort te gaan met medewerking te verleenen bij de tijdelijke benoeming van predikanten voor hulpdienst bij de herhalingsoefeningen ;

c. eventueel mede te werken aan de benoeming van Legerpredikanten en reserve-veldpredikers in komende vacatures, met dien verstande, dat aangedrongen worde op de benoeming van twee Geref. Legerpredikanten en dat ook deze, zoo mogelijk, aan een plaatselijke kerk verbonden blijven, evenals dit nu geregeld is voor de reserve-veldpredikers;

d. bij de classes, die nog geen deputaat voor de militairen benoemden, of aan dezen arbeid tot dusver nog geen f inancieelen steun boden, erop aan te dringen dit alsnog te doen;

e. te bevorderen, zoo noodig door het - "^rleenen van finaucieelen steun, dat te Nieuwersluis en te MilHngen godsdienstoefeningen gehouden worden vanwege de Gereformeerde kerken; waaronder deze plaatsen resorteeren;

8e. aan ds J. J. Wielenga te Alblasserdam hartelijk dank te betuigen voor zijn bemoeiingen in het geestelijk belang der Gereformeerden op Curagao en voor de toezending aan de Synode van het schrijven aan zijn adres van de „Vereeniging tot bevordering van Geref. kerkelijk leven op Curasao" met vermelding van de reden, waarom de verdere correspondentie is opgedragen aan de kerk van 's-Gravenhage-West.

Middagzitting.

In de middagvergadering, geopend met het zingen van Psalm 65 : 1, werd voorlezing gedaan van het concept-schrijven aan den Raad van Legerpredikanten, dat door de commissie ontworpen was.

Dit werd goedgekeurd.

Ds Meijerink rapporteerde nader over een brief van Ds F. Tollenaar te Den Helder en 9 andere predikanten in „garnizoenskerken", inhoudende bezwaar tegen het besluit der Generale Synode van Utrecht inzake vergoeding aan „garnizoenspredikanten".

Besloten werd aan Ds. F. Tollenaar c.s. te berichten, dat de Synode op hun verzoek niet kan ingaan;

Ie. omdat door hen geen gronden worden aangegeven, waaruit de onjuistheid van het besluit der Synode van Utrecht 1923 te dezer zake, bekrachtigd door het besluit der Synode van Groningen 1927, blijkt;

2e. omdat de geestelijke verzorging van de leden der kerk, . die in militairen dienst zijn, tot den gewonen ambtelijken arbeid der garnizoenspredikanten behoort, wat niet het geval is met

de geestelijke verzorging 'der" riiilitaireiï tijüéns de herhalingsoefeningen, door predikanten die tijdelijk voor dit werk worden uitgenoodigd.

Ds Meijerink rapporteerde verder over een brief van Ds N. Diemer te Vijf huizen, over den doorloopenden arbeid in de garnizoenen. Besloten werd, aan zijn verzoek, om daarop de aandacht der kerken te vestigen, niet te voldoen, als behoorende het door hem verlangde niet tot de zaak der Synode, ncch van haar deputaten, maar tot die der garnizoenskerken.

Tenslotte rapporteerde Ds Meijerink over een brief va-i den heer A. van Helden, een der deputaten voor de verzorging van de geestelijke belangen der militairen, waarin deze verschillende mededeelingen deed. De Synode besloot, den heer Van Helden te berichten, dat zij met belangstelling en dankbaarheid van zijn schrijven heeft kennisgenomen.

Bij vernieuwde stemming werd thans met 27 stemmen vóór aangenomen het volgende voorstel van Dr K. Dijk, Ds J. L. Schouten, Ds H. Meijerink en ouderling J. v. d. Waals:

De Synode besluit:

(toe te voegen aan de conclusie betreffende het Leerboek) „4a. Een opwekking te doen uitgaan, dat zij, die daartoe zich gedrongen gevoelen, de samenstelling van een leerboek voor de catechisaties ter hand nemen en onder pseudoniem een proeve van een leerboek aan het nader aan te geven adres inzenden,

b. een drietal deputaten te benoemen, bij wie voor 1 Jan. 1932 deze proeven kunnen worden ingeleverd,

c. aan deze deputaten op te dragen, uit de geleverde proeven zoo mogelijk een keuze te doen, en deze proeven met een gemotiveerd oordeel voor 1 Januari 1933 aan de kerken door te zenden en bij de e.k. Generale Synode in te dienen".

26 stemmen waren uitgebracht op het voorstel der commissie: „4. Geen nieuwe deputaten te benoemen, maar af te wachten wat in dezen uit onze Gereformeerde Kerken zal opkomen".

Prof. Dr J. Waterink rapporteerde nader over een lesrooster voor het catechetisch onderwijs aan schipperskinderen.

Het voorgestelde rooster werd aanvaard en besloten werd, het aan de kerken toe te zenden met dringende aanbeveling. Ook in de Christelijke schippersbladen zal het gepubliceerd worden.

Prof. Waterink rapporteerde thans namens de commissie, die staande de Synode nader advies zou uitbrengen inzake de practische uitvoerbaarheid van de benoeming van een hoogleeraar in de zendingsvakken aan de Theologische School te Kampen.

De volgende beslissing werd genomen:

1e. Het besluit van de Synode in haar negende zitting aldus aan te vullen, dat gelezen worde: „zij besluit maatregelen te nemen, welke kunnen leiden tot de benoeming van een buitengewoon hoogleeraar in de zendingsvakken aan de Theologische school te Kampen".

2e. Aan de Curatoren der Theol. School op te dragen, tegen de eerstvolgende Generale Synode een ontwerp van wijzigingen in de bestaande regelingen, zooals deze wijzigingen door het sub 1 genomen besluit noodzakelijk worden, vast te stellen en aan de Synode ter goedkeuring voor te leggen.

3e. Aan de Curatoren en Hoogleeraren der Theologische School op te dragen, voor zij definitieve voorstellen inzake de benoeming van een Hoogleeraar in de Zendingsvakken aan de Synode voorleggen, overleg te plegen met de Theologische faculteit der Vrije Universiteit, voorzoover zulks mogelijk is.

4e. Aan de Curatoren en eveneens aan de Deputaten voor de Zending op te dragen uit te zien naar een persoon, geschikt om benoemd te worden tot Hoogleeraar in de Zendingsvakken, met dien verstande, dat Curatoren en Deputaten voornoemd elkander op de hoogte houden van den stand van zaken.

5e. Aan de Deputaten voor de Zending op te dragen, zoodra hun ^aandacht op een geschikt persoon gevestigd is, in overleg te treden met de afzonderlijke vergaderingen op Midden-Java en op Soemba, en daarna hun gemotiveerd advies uit te brengen aan de Curatoren der Theologische School, die daarna, behoudens het sub 3 bedoeld overleg, tezamen met het moderamen der Zendingsdeputaten een voordracht ter benoeming van den Zendingsleeraar indienen, een en ander naar de regelen daarvoor gesteld, met dien verstande, dat eerst nadat een bepaalde voordracht omtrent een te benoemen persoon mogelijk is, beslist zal worden, welke Zendingsvakken zullen worden opgedragen aan den te benoemen Hoogleeraar.

6e. Aan de Curatoren op te dragen om, indien het mocht zijn, dat er voor den 31 Juli 1932 een voordracht gereed was, daarvan kennis te geven aan het Moderamen der tegenwoordige Generale Synode met verzoek de Synode te doen samenkomen.

7e. Deze Generale Synode provisorisch te sluiten en aan het Moderamen op te dragen de Synode te doen samenkomen voor de zaak der benoeming van een Hoogleeraar in de Zendingsvakken en wat daarmede samenhangt, indien de sub 6 genoemde voorwaarde wordt vervuld en zulks binnen twee maanden nadat het verzoek daartoe inkwam.

8e. de verdere beoordeeling en beslissing over wat het door de deputaten voor de zending bij de Generale Synode ingediende rapport inzake „betere vooropleiding" voorstelt betreffende missionaire artsen en verplegend en onderwijzend personeel te laten rusten, totdat een hoogleeraar in de Zendingsvakken zal zijn benoemd.

Prof. Dr V. Hepp rapporteerde nader over het rapport inzake de herziening der Liturgie, m.n. over de wijziging van het huwelijksformulier. Voorgesteld werd van een invoeging achter de clausule „de gave der onthouding" af te zien.

Na eenige discussie werd dit voorstel met 39—13 stemmen aangenomen.

aangenomen. Ouderling J. de Wit rapporteerde vervolgens nog over een bezwaarschrift van den Kerkeraad van Siegerswoude tegen de goedkeuring door de Particuliere Synode van Groningen van een besluit der Classis Grootegast inzake de grenskwestie De Wilp-Siegerswoude, alsmede over een advies van J. J. Wagenaar en 3 anderen te Siegersvroude betrekking hebbende op dezelfde zaak.

De volgende conclusie werd met algemeene stemmen aanvaard :

De Synode besluit:

1e. deputaten te benoemen, die een onderzoek ter plaatse instellen, teneinde te trachten de zaak tot een goed einde te brengen en hierover op de volgende Synode te rapporteeren;

te brengen en hierover op de volgende Synode te rapporteeren; 2e. de Particuliere Synode van Groningen en de betrokken kerkeraden van deze benoeming kennis te geven.

Ouderling J. de Wit rapporteerde verder over bezwaren van de kerken van Goënga en Sybrandaburen tegen het besluit der Generale Synode van Groningen inzake grenswijziging tusschen deze kerken en die van Scharnegoutum.

De commissie stelde voor:

1e. de grensregeling tusschen de kerken van Goënga ca., Sybrandaburen ca. en Scharnegoutum ca. definitief vast te stellen als omschreven in de Acta art. 279 der Generale Synode van Groningen 1927;

2e. de betroklcen kerkeraden hiervan mededeeling te doen.

2e. de betroklcen kerkeraden hiervan mededeeling te doen. De vergadering werd hierna verdaagd, nadat de praeses in dankgebed was voorgegaan.

18e zitting.

De zitting van Woensdag 17 September werd aangevangen met het zingen van Psalm 89 : 3 en 6 en gebed, waarna appèl nominaal gehouden werd en de notulen werden vastgesteld.

Van Dr J. Berg kwam een vriendelijk schrijven in, waarin hij dank betuigde voor de hem ter Synode betoonde gastvrijheid.

Prof. L. Lindeboom zond een missive, houdende opmerkingen over de voorstellen inzake het vrije kerklied en van den uit-bouw der belijdenis. Het werd in handen der commissie gesteld.

Aan de orde waren hierna de nadere conclusies inzake het Zuiderzee-vraagstuk.

Zuiderzee-vraagstuk. De commissie stelde de volgende conclusies voor:

De Generale Synode besluit:

I. Deputaten te benoemen met de opdracht, om:

o. met de bij den geestelijken arbeid onder de Zuiderzeewerkers betrokken kerken en de deputaten der Classes, waaronder deze ressorteeren, en in overleg met het „Algemeen Gereformeerd Zuiderzee-Comité" maatregelen te beramen aangaande den verderen gang van zaken en dien financieelen steun te bieden, die bij de nieuwe regeling noodig zal blijken;

b. het „Algemeen Gereformeerd Zuiderzee-Comité" bij de afwikkeling zijner financiën met raad en financieelen steun ter zijde te staan en te trachten het daarheen te leiden, dat de gebouwen, waar dit nog noodig is, komen ten name der plaatselijke kerken en dat dit Comité binnen den termijn van drie jaren van zijne financieele verplichtingen wordt ontheven;

c. te doen, wat bij den voortgang van het Zuiderzee-werk zal blijken van de zijde der gezamenlijke kerken noodig te zijn;

d. aan de kerken dringend te verzoeken jaarlijks in de maand Januari eene collecte te houden, en die af te dragen aan de Deputaten voornoemd;

e. aan de eerstvolgende Generale Synode verslag te doen van hun arbeid en van den stand der werkzaamheden en minstens twee maanden vóór het samenkomen dezer Synode een exemplaar van dit verslag aan elk der kerken te doen toekomen ;

II. van deze beslissing kennis te geven aan de betrokken kerken en classes, aan de Particuliere Synoden van Friesland (Z. G.) en van Noord-Holland en aan het „Algemeen Gereformeer Zuiderzee-Comité".

Deze conclusies werden met een kleine wijziging aanvaard, behoudens de vaststelling van het aantal Deputaten, waarover eerst in comité gehandeld zal worden.

Ds. R. J. V. d. Veen rapporteerde namens Commissie I over het vraagstuk van het Kerkgezang.

De commissie stelde de volgende conclusies voor:

De Synode besluite:

de voor de Liturgie te benoemen Deputaten op te dragen:

a. eenige liederen bijeen te brengen, die berijming zijn van in de Heilige Schrift voorkomende liederen, en liederen, die op de Heilige Schrift zijn gegrond, om den Kerken te worden aangeboden ten gebruike, inzonderheid op de Christelijke feestdagen en den Goeden Vrijdag, bij de bediemtig der Heilige Sacramenten, de bevestiging van ambtsdragers en huwelijksbevestigingen, en

b. aan de eerstvolgende Generale Synode van hun arbeid te rapporteeren, en dit rapport één jaar vóór de Synode aan de Kerken ter kennisgeving toe te zenden.

Wat betreft de hun gegeven opdracht sub c: Den bundel

Wat betreft de hun gegeven opdracht sub c: Den bundel „Eenige Gezangen" nogmaals te overzien, en daarbij rekening te houden met de ingekomen voorstellen en opmerkingen — daarvan rapporteerden Depp., dat het hun voorkwam beter te zijn, met de uitvoering er van te wachten, tot de Synode in de principieele kwestie van het zingen van gezangen in de Kerk des Heeren een beslissing heeft genomen."

Uwe commissie stelt U voor de handeling van Depp, te dezen opzichte goed te keuren en aan dezelfde te benoemen Deputaten op te dragen, rekening houdende met de ingekomen voorstellen en opmerkingen, den bundel „Eenige Gezangen" nogmaals te overzien, en de eerstvolgende Synode te dienen van advies.

Wat aangaat de zangwijzen der Psalmen en het rhythmisch zingen van de Psalmen, stelt Uwe commissie voor te besluiten overeenkomstig de conclusies van het rapport sub e en ƒ.

Wat betreft het door den Kerkeraad der Geref. Kerk van Amsterdam (West) ingediende voorstel (Agendum C, 13, III) om de herziening van de thans onder ons gebruikte psalmberijming, speciaal uit Schriftuurlijk en confessioneel opzicht aan Deputaten op te dragen, stelt Uwe commissie Uwe vergadering voor, deze zaak in handen van dezelfde Deputaten te stellen.

En ten slotte stelt Uwe commissie Uwe vergadering voor, Deputaten voor al hun omvangrijken en gewichtigen arbeid hartelijk dank te zeggen en van de hun gegeven opdracht hen te déchargeeren.

Een breede bespreking volgde.

Een breede bespreking volgde. Ds W. Breukelaar stelde voor, uit te spreken:

„Inzake het vraagstuk van het kerkgezang besluit de Generale Synode geen maatregelen te nemen om door toevoeging van vrije kerkliederen te komen tot uitbreiding van den bundel „Eenige Gezangen".

Dr W. A. van Es stelde voor: „Geen deputaten meer te benoemen, maar het te laten bij de betuiging van dank voor en instemming in het algemeen met het rapport en de conclusiën, vervat onder c en voorts te wachten tot de kerken zelf (liefst langs den weg van classes en Particuliere Synodes) bij de Generale Synode komen, met den wensch om den bundel , , Eenige Gezangen" met bepaalde liederen uit te breiden."

Het voorstel van Dr. Van Es werd verworpen met 38 tegen 17 stemmen. Van de adviseerende leden waren 2 tegen, 1 voor en 1 blanco.

Het voorstel van Ds Breukelaar werd verworpen met 29 tegen 26 stemmen. Van de prae-adviseerende leden waren drie voor en 1 blanco.

Het eerste lid van het voorstel der commissie, geamendeerd door Dr. Dijk — welk amendement door de commissie werd overgenomen — werd aangenomen met 35 tegen 20 stemmen.

Nog werd door de commissie overgenomen een amendement van Ds Bavinck, waardoor de eerste alinea komt te luiden:

a. „Den bestaanden bundel „Eenige Gezangen" uit te breiden met eenige liederen, die berijming zijn van Schriftgedeelten, of die zich aan de Heilige Schrift ten nauwste aansluiten, om den Kerken te worden aangeboden ten gebruike inzonderheid op de Christelijke feestdagen, op de dagen, die bestemd zijn voor de herdenking van het lijden en sterven van Christus, bij de bediening der Heilige Sacramenten, de bevestiging van ambtsdragers en huwelijksbevestigingen".

De overige conclusies werden ongewijzigd aanvaard.

J)e voorzitter bracht de Deputaten een woord van hartelijken dank voor hun omvangrijk en zaakrijk rapport en commissie en rapporteur voor hun arbeid.

Ds J. de Vries rapporteerde nader over het formulier voor de bevestiging van diakenen, dat naar de commissie was teruggezonden.

Tijdens de bespreking stelde de praeses voor, deze zaak opnieuw naar Deputaten te verwijzen.

Bij zitten en opstaan werd dit verworpen.

Het voorstel der commissie om het voorstel van den heer van Beeck Calkoen (voorstel Synode 1923) niet te aanvaarden werd met slechts enkele stemmen tegen aangenomen.

Met 38 tegen 16 stemmen werd besloten, het concept van de hoogleeraren Hoekstra en Bouwman niet te aanvaarden.

De voorstellen van 's-Gravenhage-Oost en 's-Gravenhage-West waren daarmee gelijk afgewezen en de conclusies van Prof. Hepp als rapporteur aanvaard.

Prof. Dr H. Bouwman vroeg en verkreeg verlof tot het indienen van een nota inzake het ongedoopt laten van kinderen van doopleden in sommige kerken in het Noorden des lands.

De praeses deelde mee, dat ook Prof. Dr H. H. Kuyper met deze nota accoord gaat. i

Besloten werd, dé conclusie van de nota, waarin een besluit aan de Synode werd voorgelegdj in handen te stellen van een commissie, bestaande uit Ds W. Breukelaar, Dr K. Dijk en Dr W. A. van Es. i

De zitting werd hierna geschorst.

GEREFORMEERDE KERKEN;

Tweetal te: •/; ; "; "*': Duurswoude: C. Boon, cand. te Amsterdam en G-. J. Sybesma, cand. te Dedemsvaart. Schiedam: A. J. Bouma te Hearenveen en J. v. d, . Meulen te Soest. I

Bieroepen te: Duurswoude: C. Boon, caiid. te Amsterdam'. Grijpskerk: D. J. Velsink te Musselkanaal. Hoornsterzwaag (als Evang.-Pred.): H. Retel, cand. aldaar. Mijdrecht en WJllemstad: S. Hoekstra, cand. te 's Gravenhage. Oostburg: E. Mobach, cand. te Haarlem. AVjestmaas: ï. Fossen, cand. te Baarn. • ^

Aangenomen naar: Hoornsterzwaag (als Evang.-Pred.): H. Retel, cand. alda, ai. Ommen: Wl. de Graaf te Hoogersmilde. Ter Aar: D. Wiarninlc, cand. te Amsterdam.

Bedankt voor: Numansdorp—Klaaswaal: S. Hoekstra, cand. te Den Haag. Reitsum: H. H. van Kapel te Kootan. Zuid-Beijerland: F. de Vries te Raamsdonk.

Intrede te: alten: h. Delleman, Tekst 2 , Cor. 3:18. Culemborg: . M. Ploeger, Tekst Psalm' 122. Utrecht (als Miss. pred.): . F. Keuchenius. Tekst Matth. 9:37 en 38, :

Geref. Kerk van Scheveningen.

In de jongste vergadering van den Kerkeraad der Geref. Kerk van Scheveningen heeft de 4e sectie mededeeling gedaan, dat de wijk wegens do steeds voortgaande uitbreiding onvoldoende wordt bearbeid. Biesloten werd zich opnieuw te wenden .tot de Commissie van Beheer om^ de financieele zijde van het eventueel beroepen van een vijfden predikant nog eens onder oogen te zien 'en daaromtrent - op den breeden Kerkeraad te rapporteeren. '

Geref. Kerk van 'sGravetihage-Oo> st.

Geref. Kerk van 'sGravetihage-Oo> st. De kerkeraad det Geref. Kerk van Den Haag-Oost heeft besloten om niet over te gaan tot den bouw van een hulpkerk in het B'ezuideohoutfcwartier te Den Haag, maar te blijven uitzien naar een preekgelegenheid in dit stadsdeel.

B e ro opbaar: Cand. E. Mobach verzoekt ons te willen vermelden, dat hü na 15 Sept. zich beroepbaar stelt biJ de Geref. Kerken. Zijn adres is: Talmastraat 10, Haarlem'.

Met emeritaat. Op' de Dinsdag gehouden vergadering van de Classis Rotterdam der Geref. Kerken is met ingang van 1 Deo. a.s. emeritaat verleend aan Ds C. B, . Bavinck, van Rotterdam^ en Ds C. B. Schoemakers, van Katendrecht. Het examen van. Dö J. A. C. Rullmann, beroepen Miss. Dienaar des iW|oords van Rotterdam, is uitgesteld ea zal plaats vinden op de verlengde classis van Dinsdag 7 October.

„GEREF. KERKEN IN HERSTELD VERBAND".

Beroep.en te: Zaandam: J. J. Buskes te Oosterend (T.).

GEREF. GEMEENTEN.

Beroepen te: Giessendam: A¥; . C. Lamain te Leiden.

Bedankt voor: Alblasserdam: J. Fraanje te Bameveld.

NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK.

Beroepen te: Bergambacht: H. A. de Geus te Huizen. Domburg (toez.): H. W: . Lovink te Gramsbergen. Enter: E. Schimmel te Ameide en Tienhoven. Gelselaar: H. G. Groenewoud, cand. te Vriezenveen. Marken; Jac. Treffers, cand. te Eemnes-buiten. Moercapelle: J. E. Uitman, cand. te Zeist. Oosterhout (G.): G. v. Veldhuizen te JJigtevecht. Russen: J. H. v. Schuppen .te Lunleren. Schalkwijk: D. E. J. Huptes te Oosterwolda (Gr.) Vaassen: .G. Lans te Suawoude. Wsigeningen: J. L. G. Gregory te Gorssel. Wiehl (toez.): C. M. van Endt, cand. .Wilsum: J. G. Abbringh, cand. te Groningen.

Aangenomen naar: B'Ommel: Th. J. H. Israël te Angérlo. Coevorden: D. Tamminga, evang. te Stadskanaal. Nes en Wierum: J. H. F. Engel, cand. te Groningen.

Bedankt voor: Bergschenhoek: C. v. d. Wal te Dirksland. Drachten (Evang.): A. Keuzenkamp te Uithuizermeeden. Engelbert: G. Muys \ë Drempt. Genemuiden: G. j. Koolhaas te Charlois. Hollandsche veld: J. F. Th. v. d. Linde te Heeg. Midlum: J. H. F. Engel, cand. te Groningen. Purmerland: S. R. Hermanides te Valkenburg (Z.H.). Spijk: H. W: . J. Hanselaar te Rijperkerk. Vierhuizen—Zoutkamp: K. G. Kwint te Terkaple.

Afscheid pan: enÜiuizen: . Haring. Tekst: oh. 3:36. Breda:3. , H. H. van Beem. Tekst: atth. 13:3 b. Hantum: . Kloosterman. Tekst:1 Ptetr. 1:23 en 24. Muiden: . A. v. Binsbergen. Tekst:1 Joh. 2:28. Terhome: . H. W|. Theunissen, Tekst: x. 25:40. Zegveld: . J. : W©stra Hoekzema. Tekst: eut. 33:27.

Intrede te: uiderwoude: . M. Knottnerus. Tekst: and. 1:8.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1930

De Reformatie | 6 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1930

De Reformatie | 6 Pagina's