GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het aantal theologische studenten. III.

In de eerste plaats moeten wij ons met het oog op den grooten toeloop van studenten tot de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit en tot de Theol. School afvragen, of de kerken zelve niet méér dan tot dusver, candidaten voor haren dienst noodig hebben.

Wanneer we dit zeggen, dan denkt ieder aan twee dingen: ten eerste aan de mogelijkheid, dat zéér kleine kerken, die tot dusver niet in staat waren, een eigen predikant te beroepen, daartoe in staat gesteld worden, hetzij dan door sterken steun van de andere kerken, hetzij doordien combinaties van zulke kerken méér dan tot dusver worden bevorderd; en ten tweede aan de mogelijke uitbreiding van het zoogenaamde „hulppredikerschap".

Beide mogelijkheden zijn er.

We hebben niet den indruk, dat reeds alles wat zou kunnen geschieden dóór en vóór de zéér kleine kerken, gedaan is. Maar anderzijds gelooven we niet. dat een zéér krachtig aanvatten van deze zaak ons voldoende ver zou brengen, d.w.z., dat het het middel zou zijn, om al onze candidaten de mogelijkheid van een eigen gemeente te bieden.

Naar onze schatting zou het aantal predikantsplaatsen door dezen maatregel hoogstens met een twintigtal worden uitgebreid. Dat dit twintigtal bij. een driehonderd candidaten in vijf jaren geen o verwegenden invloed oefent staat vast. Wel echter beteekent het ongeveer zeven procent van het totaal. Maar van het surplus is het gróóter percentage. Naar schatting beteekent het gemiddeld vier beroepende kerken op de minstens vijf en twintig candidaten die er per jaar te veel zijn.

Maar dit is reeds ongeveer zestien procent! En zoo gerekend zou het wèl de moeite waard zijn, de kleine kerken in dezen te prikkelen tot het overwegen van alle kansen.

Hier zien we dus onze eerste mogelijkheid.

Dan: het hulppredikerschap.

Evenals het vorige middel kan ook het op méér plaatsen invoeren van het hulppredikerschap, slechts tijdelijk een plaats geven aan de candidaten die zouden overblijven.

Want nu gaat het om het vullen van ledige plaa, tsen. Zijn deze een keer bezet, dan vallen z^^ Statistisch gezien, gewoon onder"de wet van de wisseling, oefenen dus wel invloed, aangezien het aantal nieuw-optredenden bij een totaal van negenhonderd grooter is dan bij een totaal van zeshonderdenvijftig, maar oefenen dan toch niet voldoenden invloed meer, indien het aantal studenten gelijk blijft. Er zijn echter teekenen, die op een terugloopen van het aantal theologen wijzen. Maar nu gaat het om het surplus van de eerste vijf a zes jaar, en dat zou door een instellen van een „hulppredikerschap" op veel méér plaatsen. dan het thans wordt gevonden, zeker aanmerkelijk worden beïnvloed.

We durven gerust zeggen, dat voor méér dan één kerk zulk een hulppredikerschap een zegen is geweest, en dat ook thans nog méér dan ééne gemeente belangrijke diensten van een hulpprediker zou kunnen ontvangen.

Over het hulppredikerschap als zoodanig hopen we binnenkort enkele opmerkingen afzonderlijk te maken.

Nu zeggen we slechts, dat ook hier voor vele onzer candidaten een weg zou zijn.

Toch betwijfelen we, of zóó zou zijn voldaan aan hetgeen noodig is.

(Wordt vervolgd.)

De {eesten van de Vrije Universiteit.

Op het oogenblik, waarop we dit schrijven, zijn de feesten van de Vrije Universiteit bijna ten einde.

Onze lezers hebben in de dagbladen uitvoerige verslagen van de feestelijke bijeenkomsten kunnen lezen. Wij zullen in ons blad dan ook niet veel meer aan het vele goede, dat over deze feesten is geschreven, toevoegen.

Slechts dit:

Deze feestdagen zijn niet alleen voor 'de Vereen, voor Hooger Onderwijs op G. G. en voor de V. U. hoogtepunten des levens geweest, maar we danken God ook, omdat honderden, ja duizenden in de kostelijke bezieling dezer feestelijke bijeenkomsten hun geloof gesterkt en hun ijver verlevendigd gevonden hebben.

Een oudere predikant zeide me: „er zijn oogenblikken, waarop ik heb gehuild van aandoening".

En een ander zei vol warme vreugde: „Wat ben ik blij, dat ik Gereformeerd ben".

Zulke dagen doen goed aan het geestelijk leven van de duizenden feestgangers.

En wij twijfelen niet, of het gereformeerde volk is zich in deze dagen weer sterker bewust geworden van het nimmer te verbreken contact met de Universiteit die leeft uit de gereformeerde belijdenis.

En daarnaast: de Universiteit heeft opnieuw gezien w^lke geweldige verantwoordelijkheid er voor haar ligt in de liefde en de toewijding van ons belijdende volk.

De eenheid, de bezieling, de blijdschap des geloofs in deze dagen beleefd, zal rijke vruchten dragen.

Dat geve onze Godj onze God, Dien wij den dank onzer harten voor deze dagen ootmoediglijk brengen willen.

J. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJK LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 1930

De Reformatie | 8 Pagina's