GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Zonnetje in bet Paradijs.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Zonnetje in bet Paradijs.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Het Zonnetje in het Paradijs”, door Mevr. Hendrika Kuyper—Van Oordt. — Uitg. Mij. „Holland", Amsterdam.

Elk talent heeft in zijn ontwikkeling zijn eigen logica. Mevrouw Kuyper is eerst laat gaan schrijven. Ze was al diep in de dertig, want ze kon, bij wijze van spreken, niet beginnen, voor zjj een rijk fonds van algemeene keiinis en ervaring het hare wist. Zelfs toen nog was het een voorzichtige, bescheiden inzet, onder een titel, die voor haar geheele werk symbolisch is: „Het stille huis". Daarop volgde een werk van grootere allure: „Het goed van Cronaert", waarin de auteur haar talent tot een voorloopige afronding bracht. „De wrok van Diederik Spijkerboer" en de novellenbundel „De lofzang der schamelen" sluiten in zekere zin aan bij , , Het stille huis", terwijl „Het zonnetje in het Paradijs" aan „Het goed van Cronaert" verwant is. Merk op, hoe omzichtig deze schrijfster te werk is gegaan, maar ook, hoe rustig en zeker haar oeuvre zich heeft ontwikkeld, binnen de grenzen, die zij zich welbewust heeft gesteld, tot het rijpe en mooie werk, dat „Het zonnetje in het Paradijs” heet.

Ik zei, dat de titel „Het stille huis" Mevrouw Kuypers geheele werk zou kunnen gelden. Indien er twee hoofdtypen van kunstenaars zijn, het eene, dat zijn lezer of hoorder deelgenoot maait van zijn strijd — en het andere, waarbij het conflict verzoend of bedwongen is, voordat met schrijven een aanvang werd gemaakt — (vergelijk Beethoven en Mozart) — dan behoort Mevrouw Kuyper tot het eerste type. Conflicten, tragiek, worstelingen, ze zijn er, maar voor het vlammend houtvuur staat een scherm; we lezen Tbet spel der vlammen in de schemer van een zaal af van de wisselende flikkeringen aan de wanden. Deze eigenschap van haar werk zou kunnen worden begrepen in het bijvoeglijk naamwoord „stil". Maar dan gaan we verder en zeggen, dat haar werk is een stil „huis", welk symbool drie dingen vereenigt: de vaste omlijning, het concrete dus, , want een huis is een zeer reëel ding en staat op een behoorlijk fundament ; dan: de veelheid van de vertrekken en jiortalen, van meubilair enz.^ en ten laatste het eigeïii leven, dat zulk een huis door de tijd en het gebruik, of juister door meer dan een menschelijke ziel, die er „gewoond" heeft, verkreeg.

Want het is niet toevallig, dat in „Het goed van Cronaert" de ondergang van een huis beschreven: wordt, waarbij de personen geheel op het tweede plan komen, terwijl in „Het zonnetje in het Paradijs" de psychologie der menschen meer en dieper is uitgewerkt. Mevrouw Kuyper vraagt vóór alle dingen naar kader, naar vaste omraming en zg heeft zeldzaam goed begrepen, dat kunst opgroeit uit een bodem. Aan het slot van dit artikel komen we hierop nog terug. Er is een innerlijke logica in haai werk, die al wat zij geschreven heeft omvat, maar die ook elk afzonderlijk boek en deel daarvan bepaalt. Zij nadert niet rechtstreeks tot de mensch, maar begint bij zijn sfeer en dat niet vagelijk, maar zeer concreet: bij zijn huis, in de letterlijke zin van woning en in de figuurlijke beteekenis van huisgezin, familie, stand en geslacht. Die milieux zijn aan de werkelijkheid, vermoeid door herinnering, zeer nauw verwant en zoozeer heeft de auteur behoefte aan het concrete in de fantasie, dat zij o.a. voor haar sujetten - de famiüe-en persoonsnamen kiest met voorbeeldige zorg, veel kennis van geschiedenis en volk en met fijne geest. Wanneer zij ons nu haar personen zal beschrijven en ons deelgenoot zal maken van hun lot, dan belicht zij niet rechtstreeks hun zieleleven, maar zij toont ons het schijnsel en de flikkeringen van de emoties op het intérieur. Het object, het voorwerp wordt bezield en omdat één enkel voorwerp niet alle zielewarm te kan opnemen, daarom-is er zulk een veelheid van 'beschrijving in Mevrouw Kuypers werk en heeft haar stijl zooiets doordrenkte.

Ook haar jongste werk, haar eerste romaii, is een „stil huis". Wel flikkert het houtvuur hier bijwijlen hoog op en siddert het licht heviger, een enkel moment (bij het afscheid, bl. 167) een zacht-intense dageraadsschijn gelijkend, maar dit gaat voorbij; beangstigende schaduwen schuifelen langs de wanden, het lijkt duister te worden even voordat de dag werkelijk komt.

De uitgeefster verstrekt zelf de volgende korte verklaring van de inhoud, die ons zeer juist lijkt:

„Dit boek ^is de geschiedenis van een jeugdliefde van een neef en nichtje; niet uitgesproken en niet bewust geworden. Maar niettemin sterk genoeg gebleken om er vele, vele jaren later een huwelijksgeluk op te kunnen bouwen. De liefde schijnt verdrongen en verloren, eerst wanneer Amaury VerDoren het eigengereid Francientje trouwt, het „Friesche Zonnetje", dat zoo droevig ondergaat. Een andermaal, wanneer — o-ironie — de zedige en beschroomde Cornelia maar op een haarbreedte ontsnapt aan een bekoring der zinneUj door een Oostenrijksche fortuinzoeker haar bereid. Het eenvoudige, doch omsluierde gemoedsleven van Cornelia de Cuyf, een meisje van goeden huize, schatrijk en niet jong meer, vormt de psychologische kern van deze roman. Meer en dieper dan in haar vorige boeken is de psychologie hier uitgewerkt. Het droevig verhaal van Amaury's eerste huwelijk; het kort maar hevig spel van Cornelia en de Oostenrijksche lion; de ongedachte wending, de tijdelijke neergang in haar leven, de opgang, daarna. Alles is zielkundig verantwoord. Het boek is absoluut doorgedacht; de slotzin moet reeds woordelijk geformuleerd zijn geweest eer de aanvangszin op papier kwam. En juist omdat de omraming zoo hecht is durft de auteur de ruimte daarbinnen zoo vrij te vullen met wat haar in schoonheid of weemoed ontroert". In deze aankondiging staat geen woord te veel.

Inderdaad is ook dit nieuwe boek van Mevrouw Kuyper—^Van Oordt een „stil huis" van taal. Daar is in de eerste plaats het behoorlijk fundament van een stuk locaal leven in een zeer bepaalde kring en in een bepaalde tijd. Zoek in dit boek echter geen Rotterdamsch havengewoel, wolkenluchten boven de Maas, stadsbeschrijving en wat dies meer zij. Het huis van de Cuyfjes „stond op de Steenhaven, een oude haven, die stiller werd. En rondom stampte de stad, welke mijnheer Steven de Cuyf had zien groot worden. Ver'en hoog deed de stad haar stof stuiven: 't stof van haar fabrieken en haar vrachtvervoer". Maar dan komt onmiddellijk, zeer typeerend, de wending: „Het was goed, dat het huis van De Cuyf aan de voorkant dubbele ramen had" enz. — Want de stad is gezien als de gordel om het huis en ook de natuur is in een heel bizondere zin van het woord „huiselijk" bekeken: de natuur, dat is het buiten „Het Paradijs", de kamerplant, de volière, het bloembed.

Van de „groote vacantie" komen de Cuyven, na hun contact met de vrijere natuur, weer gaarne thuis. Ook in de episode van Cornelia's rustkuur ontbreekt de romantiseerende natuurbeschrijving; de behtiizing en het doen der menschen in verband daarmede blijft ook hier het centrum. Dit alles geeft aan het boek een "duidelijk kader; de schrijfster is in haar werk ook ditmaal niet op avontuur uitgetogen, maar heeft zeer goed geweten wat zij wilde.

Zoo kon ook de compositie eenvoudig en duidelijk worden. Cornelia de Cuyf is de hoofdpersoon; zij wordt geflankeerd door haar neef Amaury Ver-Doren en Eleutherios Kolax. Het huwelijk tusschen de iieef en nicht is in de hemel gesloten, maar dat elkander vinden dient eerst te voren behoorlijk relief te verkrijgen. Onderschat zulk een overlegging bij een auteur niet: zij berust op de diepe zielkundige waarheid, dat alleen bewust bezit waarlijk bezit is. Trouwens, Keetje is nu eenmaal schroomvallig, zij lijdt als vrouw aan een soort minderwaardigheidscomplex (het woord is gelukkig nergens genoemd) en legt alles in haar eigen nadeel uit. Zoo kon het gebeuren, dat Amaury met Francientje Phriss trouwde, welk huwelijk een droevige mislukking worden moest, omdat de Keidorpsche Phrissheid niet kon „huwen" met Amauiy's zeer bepaald gevormde, fijne geest. En als deze droevige koning van een verloren huiselijk Jeruzalem gescheiden man en weduwnaar is geworden, begint de eigenlijke geschiedenis van Keetje en Herr Kolax. Heel mooi is dan eindelijk, wanneer het critieke moment voor Keetje nadert, het komen van Amaury op het souper en de manier, waarop de schrijfster hem als nieuwe factor inschakelt. Keetje weigert het huwelijksaanzoek van de Oostenrijker, zij het onbewust van diens voorwaardelijke opluchting. Aan de buitenkant van haar leven is er niet veel veranderd, maar des te gevaarligker is de ontwrichting van binnen. De episode van Ljjn Lagemaat en van Mevrouw d'Avry met haax dochter Madeion heeft een indringende gevoelstoon; het verhaal van Keetjes ziekte behoort tot het diepste dat Mevrouw Kuyper-Van Oordt geschreven heeft. De hulpelooze klacht van Cornelia tot haar zuster Aurelia b 1 ij f t zacht en melodieus naklagen, lang na het beëindigen van de lectuur... Doch Keetje wordt beter en een krasse, ruw-eerlijke brief van Herr Kolax' vriendin brengt haar eindelijk tot Amaury.

Een volgend maal zullen we zien, wat onze vergelijking ons verder heeft te zeggen.

C. RIJNSDORP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Zonnetje in bet Paradijs.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1931

De Reformatie | 8 Pagina's