GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nieuwe methoden van Schriftverklaring.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe methoden van Schriftverklaring.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

•\V; uineer, zeg vijf en twintig jaren geleden, iemand een artikel had geschj'even onder den titel: Nionwe methoden van S.ch ri f tverklaring, dan zou hij waarschijnlijk bij zeer velen op niet anders dan een moesmuilcnd glimlachen hebben kuRnen rekenen. Methoden, en nog wel nieuwe methoden en dat terwijl er toch slechts één alom gebruikte en vrijwel overal als juist aanvaarde methode in gebruik was, te weten die van het oirpartijdig historische onderzoek.

Het was de tijd, waarin het aanprijzen van het onbevooroordeeld onderzoek hoogtij vierde. Ga tot do Schrift, alsof ge van niets weet. Stel u zonder dat ge iets van uzelf nieebrengl, tegenover haar eii. tracht dan te verstaan, wat ze zegt. Zorg er vooral voor, dat ge niet — gelijk het bij Roomschen en orthodoxe protestanten nog te veel geschiedt - met een bepaalde dogmatiek de Schrift gaat onderzoeken. Het gevolg zal immers zijn, dat uw Schriftonderzoek zal opgaair in een zoeken van bewijsplaatsen voor uw dogmatiek en dat van uw dus bevooroordeeld begonnen exegese uw dogmatiek het resultaat zal zijn.

Ook in Nederland heeft deze historische school velo aanhangers gehad. Als haar grootsten verdediger mag genoemd worden de Utrechtsche hoogleeraar J. l. Doedes, een ma.n, die, hoeveel be^ zwaren wij Gereformeerden ook tegen zijn werk mogen hebben, om zijn nauwkeurige en scherpe studiën meer in eere verdient te worden gehouden, dan wel eens het geval is.

Doedes stak ook daarin uit boven anderen, dat hij zijn werk althans bewust verrichtte. Hij gaf zich rekenschap, van wat hij deed. Hij schreef een hermeneutiek, een boek, waarin hij zijn methode van Schriftuitlegging uiteenzette en verdedigde. En we mogen zeggen, dat hij juist daardoor voor Nederland de groote man van dè historische methode is geworden.

Deze historische methode schijnt al de kenmerken van het eenvoudige en daarom van het ware te hebben.

Ik wil een geschrift verstaan, dat is, ik wil indringen in de gedachten van een ander. Hoe kan ik dat beter doen, dan door te beginnen mijzelf wèg te cijferen en mij geheel te geven aan den ander? En wil ik Gods Woord verstaan, lig ik dan niet zelf onder de verplichting om alleen maar te luisteren? Kan ik béter doen dan alles terzijde te zetten, om alleen te hooren, naar de stem' des Heeren?

Ik zeg niet, dat de mannen van de historische methode het zóó hebben gezegd. Maar ik geef hun inzichten opzettelijk in den voor hen, van ons standpunt bezien, meest gunstigen vorm, omdat we al de schijnbare voordeden, die hun methode meebrengt, duidelijk zouden kunnen zien.

Zelf gaven de voorstanders der historische methode hun gevoelen weer in een geheel andere formule. Ze redeneerden aldus: De boeken der Schrift zijn ontstaan in den loop der geschiedenis. Ze zijn aanvankelijk bestemd geweest voor bepaalde personen. Welnu, verplaats u in de geschiedenis en tracht het boek te verstaan zóó als de eerste lezers het moeten hebben verstaan. Doet ge dat, dan handelt ge overeenkomstig de bedoeling van den schrijver en verstaat ge zijn werk op de rechte wijze.

Zien we tegenwoordig eens rond, dan aanschouwt ons oog een geheel ander beeld. Zeker, de historische methode heeft nog haar aanhangers, haar vurige bewonderaars zelfs. Maar — ze is lang de eenigc nicf meer, die als leiddraad dient. En het is vooral opmerkelijk en weinig hoopvol voor haar, dat juist onder de jongeren zich velen van haar hebben afgekeerd. Die veranderde houding openbaart zich ook daarin, dat in onze dagen veel over het vraagstuk der Schriftuitlegging geschreven wordt. Dat achtte men voorheen niet iioodig. Immers de historische methode was, als reeds gezegd, de eenige en zeer voor de hand liggende. Er is dan ook in Dnitschland, een land, dat zooveel theologische litteratuur heeft voortgebracht, in ongeveer vijftig jaar geen Protestantsche hermeneutiek verschenen. Thans is het echter geheel anders geworden. De methode der uitlegging heeft de volle belangstelling van zeer velen en boek na boek, artikel na artikel verschijnt, dat aan uitlegkundige kwesties is gewijd.

Wat er toe heeft bijgedragen om de stemming zoo te doen veranderen, kan hier niet in den breede worden uiteengezet. Het hangt samen met het feit, dat in het algemeen de historische methode onvoldoende is bevonden en door andere — soms niet veel betere — is vervangen.

We moeten ons hier bepalen tot het maken van een tweetal bezwaren, die onzerzijds tegen de historische methode kunnen worden ingebracht en die voldoende zijn om haar ongenoegzaamheid in het licht te stellen. Het eerste bezwaar is van methodischen, het tweede van principieelen aard.

l'en onrechte meent de historische methode, dat algeheele onbevooroordeëldheid mogelijk is. Er is niemand, die onverschillig tegenover de Schrift staat, in dien zin, dat hij geen ooriTeel over haar zou hebben. De mensch is nooit als een onbeschreven blad papier. Zelfs, indien iemand nooit van de Schrift zou gehoord hebben, dan zou hij, zoodra hij begon te lezen, een oordeel over haar krijgen. Hij zou, wat hij las, goed, nuttig, aangenaam of het tegendeel vinden. We staan nu eenmaal niet alleen tot de dingen in betrekking, maar steeds in een bepaalde betrekking. En nu kan ons oordeel over de Schrift zich ongetwijfeld wijzigen, maar er is er altijd één. Wie dat niet ziet, misleidt zichzelf en doet dingen, waarvan hij niet weet, dat hij ze doet.

Daarbij sluit zich dit nog aan. Men stelt de vraag, hoe de eerste lezers een brief, een evangelie zouden hebben verstaan. Maar wat weet men van die eerste lezers? Soms niets. Op zijn best een én ander, dat men b.v. uit een brief aan hen, heeft opgemaakt. En dan is er een zuivere cirkelredeneering. Eerst maak ik uit een brief op wie de eerste lezers waren, dan stel ik het voorop om den brief te verstaan. Natuurlijk komen we zoo geen stap verder.

Van meer belang is echter het principieele bezwaar. De historische methode begint met de Schrift op één lijn te stellen met alle andere boeken. Dat schijnt het meest objectieve te zijn, maar is het niet. Want zulk een methode begint met in strijd te zijn met het zelfgetuigenis van de Schrift. De Schrift dient zich aan als het Woord Gods. De historische methode zegt: Alles goed en wel, ik begin u te beschouwen als elk ander boek. Zoo doet men zelfs niet in het gewone maatschappelijke leven.

Als iemand beweert die en die te zijn, dan houdt men hem daarvoor, zoo lang men geen reden heeft om aan zijn zelfgetuigenis te twijfelen. Maar bij de Schrift handelt men niet alleen anders, doch verklaart men ook door tegen haar zelfgetuigenis in te gaan, dat ze niet is het onfeilbare Woord Gods. De historische methode lijkt geheel onbevooroordeeld, maar ze is het allerminst. Want door haar opzet kan ze nooit uitkomen bij hetgeen voor ons de eenige waarheid is, op grond van hetgeen de Schrift zelf zegt, n.l. dat ze is Gods Woord. Ik neem dan die uitdrukking in den onder ons gebruikelijken zin.

Omdat we zelf ernstige bezwaren hebben tegen de historische methode, luisteren we met belangstelling als andere methoden worden aangeprezen. We spreken daarover D.V. de volgende week.

F. W. GROSHEIDE.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Nieuwe methoden van Schriftverklaring.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's