„En wees een zegen".

De ZOO uitnemend geslaagde conferentie voor de zending onder de Joden, in de maand Juli j.l. te Amsterdam gehouden, heeft op treffende wijze getoond, welk een krachtig leven er klopt met name in de Gereformeerde, Jodenmissie. De nauw aan elkaar aansluitende onderwerpen, die er werden behandeld, hebben doen zien de Jakobsladder, die de Heere in Zijn' grondelóoze barmhartigheid nóg steeds plaatst aan den voet van het al verder van God en Zijn dienst' afzwervende Jodendom, dat in de woestijn van ongeloof en wereldzin jammerlijk verdoolt. Niet alleen werden kostelijk© woorden gesproken; de oonolusiën aan het slot der conferentie met algemeene stemmen aaiig©nom.en, bieden duidelijke richtlijnen, voor allen, die in de Jodenzending arbeiden, van groote beteekenis. Het is onze bede, dat deze conferentie krachtig ten goede moge komen aan het m o e i I ij k e, h © © r-lijk© en rijk gezegend© werk der z©nding onder de Joden. Dit is door haar principieel en practisch zóó duidelijk in het licht gesteld, dat wij hopen mogen, dat velen, die nog altijd in zakte de Jodenmissie, vol bedenkingen, ©en twijfelende houding aannemen, onder den zegen desi Heeren tot hartelijke belangsteUing door gebed ©n ook tot practische medewerking zullen gebracht worden.

Zoo zal het woord der Schrift, in Genesis 12:2. gesproken, ook door deze conferentie tot vervulling komen: En wees een zegen."

Toen Abraham geroepen werd, om uit zijn land uit te gaan en zijns vaders huis te verlaten, zeide de Heere tot hem: „En Ik zal u tot een groot volk maken, ©n u zegenen, en uwen naam groot maken; en wees een zegen."

Welk een rijke toezegging Gods is dit: „Ik zal u zegenen". De Heer©, de Schepper en Onderhouder van hemel en aarde, de God des verbonds, is de Fontein aller goeden.

Maar ook, welk ©en ernstige verplichting ligt in wat er onmiddellijk op volgt: „©n wees ©en

Deze beide worden door h©t woordje „©n" ten. nauwste met elkaar verbonden. De bedoehag daarvan verstaan wij dikwijls al te weinig; althans in de praktijk van o-ns leven.

Zegen te ontvangen, daartoe zijn wij aUen steeds gezind en bereid; maar om zélf tot een zegen te wezen, daartoe zijn wij helaas! veelal tragelijk te vinden. Wij bidden steeds, zegen van den Heer© uit genade t© mog©n verkrijgen. Wij arbeiden en zorgen. En waarvoor doen wij dat? Is het om een zegen te wezen? Ja, zóó bedoelt de Heere het wèl. De Heere schenkt Zijn gaven niet om óns er door t© v©rheffen, maar in d© eerste plaats om er Zijn grooten Naam in te verheerlijken. Wij worden van den Heere gezegend, opdat wij' zélf ook voor anderen tot zegen zouden worden. Want ~7 wij zijn niet als de O'oeaan, waarin de stroom uitloopt; maar wij moeten wezen als de heldere, vlietende beek, die met haar frissche wateren veld en beemd bevochtigt ©n vruchtbaar maakt. Dagelijks ontvangen wij uit Gods hand een schat van zegenmgen. Elke dag is voor ons een opeenstapeling van 's Heeren weldaden.

Maar het schrille contrast is nu, dat wij, die zélf zóó rijk gezegeaid wo-rden, vaak in zoo geringe mate er naar streven, oan voor anderen tot zegen te Worden gesteld.

„En wees ©en zegen", dat vnï zeggen, beantwoord den rijkdom van Gods goedertierenheid, aan u verleend, door zelf ook, overal, waar de gelegenheid u daartoe geboden wordt, tot z©g©n te wezen.

Het heeft ongetwijfeld ernstige beteekènis, dat de Heere tot Abraham niet zeide: breng een zegen, maar w©es een zegen. De diepte van dit woord omvat zeer veel. 't Wil zeggen: uit uw geheel© verschijning adem© zegen en vrede. Uw geh©©l© oiptreden konmerke zich door de ootmoedigheid des geloofs, als vrucht van Gods genadigen zegen, u geschonken. Waar dit zóó mag zijn, straalt altoos en overal, ook zonder dat wij het b©do©len, heilzame invloed van ons uit. Zoo wordt Gods Naam in ons leven verheerlijkt.

„En wees een zegen", dit beeldt dan den invloed uit der Christelijko persoonlijkheid door woord en daad. Daarin is altijd d© eigenlijk© en de voornaamste factor van all© z©iadings-©n evangelisatiewerk gelegen.

„En wees een zegen", d.i. laat het ni©t alleen uit uw woord h o o r e n, maar bovenal in ©n door uw levenswandel zien. Laat uw daden de belichaming zijn van uw woorden. Toon uw geloof door uw wandel.

De zending onder de Joden houdt den Chrisitenen ©en dure en heilige verplichting voor.

Het Joodsche volk is onwillens óns tot een knecht des Heeren geweest. Israël heeft ons het Woord Gods overgeleverd. Op enkel© uitzonderingen na is de gansche Bijbel door Joodsch© mannen geschreven. Maar het heil des Heeren, dat door het geloof in Gods Woord door d© Kerk van Christus wordt gekend en ervaren, werd door het Jodendom in stout ongeloof verworpen.

Laten wij, zélf docnc de waarheid gezegend, ons ten duurst© genoopt gevoelen, den Joden in mededoogen en gebed steeds te gedenken.

Dat wij aan wie in onze omgeving wonen, en. die wij dagelijks langs ons huis zien gaan, de zware schuld en de groote 'verantwoordelijkheid, die op hen ligt, voorhouden; ©li vooral de genad© Gods, in Christus Jezus, den van God gezonden Messias, geopenbaard. En dit op zulk een wijze, dat wij, naar het woord des Apostels, hen tot jaloerschheid verwekken. Op de gehoorzaamheid aan 's Heeren ordinantiën mag Gods zegen worden verwacht.

Worde hierin de blijvend© en steeds doiorworkende invloed openbaar van de gehouden conferentie voor de Jodenzending.

J. P. TAZELAAR.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen