GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De waardeeriny van den twijfel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De waardeeriny van den twijfel.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gegeven het feit, dat de twijfel het jonge, religieuze leven in znïk een geweldige verwarring brengen kan als in ons vorig artikel werd beschreven, is het haast onbegrijpelijk, dat door velen nog een goed woord van hem gesproken wordt. Toch is dit het geval.

De beroemde godsdienstpsycholoog Starbuck rekent hem tot de opbouwende krachten, van het zedelijke en geestelijke leven. Hij vindt het een, waardevolle gedachte, dat het meer de re; gel dam, de uitzondering is, dat mannen en. vrouwen, bij hun, groei van kindergeloof en kinderlijke navolging em, aitwendig gezag tot persoonlijke toe-eigening, der geestelijke waarheden, een stadium van jeestelijke verwarring en omwoelen van de grondslagen, des geloofs doormaken. Hij oordeelt, dat het hoogere levensinzicht zich gelijktijdig ontwikkelt en verinnigt met den groei van den twijfel. „Twijfel is een vorm van verstandelijk© reiniging-, een-stap voorwaarts in een proces van zelf o verwimiing; hij is aanwijzing, dat al de latente krachten zich in werking begiimen te stellen." i)

Op de vraag, of zekerheid en twijfel ee^n. tegenstelling vormen, dan wel of ze elkander aanvullen en de twijfel de weg is om tot zekerheid te komen, antwoordt Dr P. ï): Chantepie de la Saussaye; „Zoowel het een als bet ander is het geval. Onze geest kan niets bezitten, waarnaar hij niet eerst gezocht, gevraagd heeft. Zoolang de mensch aan niets twijfelt, sluimert zijn ziel... Zioo is twijfel voorwaarde voor elke ontwikkeling. Hij brengt onzen geest in beweging; .en 'beweging is voor het organisme het leven zelf. Green wonder dus, dat het den twijfel nooit aan lofredenaars ontbroken heeft, die hem prijzen als voorhof van den tempel der waarheid (Emerson), als voorwaarde van wetenschap, vrijheid, verdraagzaamheid (Backle)." ^)

Wiel ziet de la Saussaye ook de keerzijde. „Het verbaast ons dus niet dat in alle tijden velen, wien het geestelijk welzijn der menschen ter harte ging, op de gevaren van den twijfel hebben gewezen. Ook hier zou ik ettelijke getuigen kunnen oproer pen. Laat mij alleen Epiktetus noemen. Ook in, zijn dagen verbeeldden de twijfelaars zich zeer fijn besnaarde wezens te zijn van hoogen aanleg. Maar de wijsgeer beschrijft hun toestand als een "dood, een versteening zoowel van het verstandelijke als van het zedelijke in den mensch. Zulke lieden zijn voor overtuiging onvatbaar. Niemand is moeilijker te bewerken dan zij, die er zich in vermeien d^ gewoonste, duidelijkst© dingen onzeTier t© noemen. Minder uitvoerig, maar niet minder treffend is da rol van den twijfel, geschetst in het oude verhaal van den zondeval, Grenesis HL De Hebreeuwsche psycholoog, die hier schildert, kent den mensch. De verleider begint met twijfel in het gemoed te zaaien: „Is het ook dat God gezegd beeft? " Soms is een enkel© schok aan hetgeen evident was emj evident moest blijven, voldoend© om 's menschen geheel© zedelijk bestaan te verwoesten. D© twijfel, omhult zijn geest, dicht en zwaar, en zijn redenee^ ringen brengen hem nog verder aan het dwalen."')

Doch desniettemin blijft d© la Saussaye aan zijn dubbele beoordeeling vasthouden. Behalve een vloek, kan de twijfel ook ©en zegen wezen. Wij kunnen met hem zoowel achteruit als vooruitgaan. „Voorwaarde van hooger ontwikkeling als hij tot zekerheid leidt, stoornis van het ©venwicht in het leven als hij van zekerheid verwijdert: in die tweeërlei rol leerden wij den twijfel kennen. Sceptische perioden zijn tijdperken van opgewekt leven of van geestelijk verval. Zoo is het bij de individuen. Door de nevelen van den twijfel heen moet de jongehng worstelen om'tot bewustzijn en bezit van eigen vermogen, tot het erkennen, van het doel van zijn arbeid te geraken, om hooger licht over zijn levensweg te zien schijnen D© vraag: „Wat is waarheid? " wordt gedaan door den kloeken held die met de onzienlijke macht worstelt, en haar niet loslaat ©er zij hem z©gent; diezelfde vraag klinkt mat of spottend van de lippen van den wereldling, di© er geen antwoord op verwacht of begeert."*)

Nog gunstiger oordeelt Dr P. Stegenga. „Twijfel aan het bestaan van God is altijd nog een religieus verschijnsel. Wie aan God twijfelt, voert nog een strijd met Hem. Menigmaal v^rordt d© twijfel als ©en ziekteverschijnsel beschouwd. Ten opzichte van den secundairen twijfel zou ik deze beschouwing kunnen deelen; maar dan is er dus een ziekt© in het religieus© en de twijfel is verder daarvan ©en normaal ©n begrijpelijk symptoom."'»)

En bepaald ©en apologie voor den twijfel ©n een lofzang op hem werd gecomponeerd door een der redenaars, die op uitnoodiging van 'de commissie voor Inwendige Zending d©r Ned. Herv. Gemeente te Groningen in de Martinikerk aldaar, in 1929, d© zes voordrachtenavonden gaven. „Men ziet bij het klakkeloos veroordeelen van allen twijfel verder voorbij, dat deze in de jeugd ©en normaal vefr schijnsel is, en juist een t©©ken van leven en ontluikend persoonlijk geloof. De jonge man di© nooit twijfelt, is öf ©en dwaas "di© alles aanneemt, öf een ongelukkige, di© meent dat gelooven niet anders is dan het overnemen van "bepaalde opvattingen op bovenzinnelijk terrein. Neen, geloof is iets veel hoogers en heerlijkers, en als daar ©en jong mensch ©©rlijk twijfelt: „ik hoor d© boodschap wel, maar mij ontbreekt geloof", en wel zóó, dat dit maar niet voor hem is ©en citaat uit d© Faust, maar belijdenis van droef gemis, dan w©rkt God aan hem, dan is d© weg van twijfel 'Waarschijnlijk hier een weg di© leidt tot d© voorhoven 'der waarheid Gods. Zulk een twijfel staat reeds dichter bij geloof dan bij ongeloof, en ouderen dienen voorzichtig om t© gaan met wat in bet hart van jong© menschen ontluikt als geloof in den aanvanfcelijken vorm van verwarrenden hangen twijfel. Een psycholoog heeft den twijfel bij jonge menschen gewaardeerd als een stap in het proces van z©lfoverwinning en zelfbeheerscbing 6); hij kan nog meer zijn: een bewijs, dat God e©n ziel zoekt om haar te behouden. Er zijn natuurlijk, of eigenlijk niet natuurlijk, maar door Gods genade, menschen die van kinds af een kinderlijk naïef, oprecht, later sterk wordend geloof ontvangen, maar dat is uitzondering, vooral tegenwoordig. Wie tot het geloof komt, is door een vuur heengegaan, iets vreeselijks, iets reinigends, — en dat vuur kan zijn de twijfel, verward en bang.

Moet men den twijfel van al d©zen veroordeelen? In zulken twijfel is Gods tooverzang, zulk© twijfelaars wil God zegenen, op velen hunner is van toepassing bet woord uit het Evangelie'. , , en bet geschiedde als zij twijfelmoedig waren, zi© twe© mannen ^stonden bij ben in blinkende kleeding", ©n di© , mann©n waren hemelboden, di© stonden naast het graf van den verrezen Heiland (Lukas 24:4).

Niet dat ik wil zingen bet loflied van den twijfel. Ik wil zingen het loflied van den ecliten positie!ven, pijnigenden religieuzen, beter: godsdienstigen twijfel waarin God werkt. D© religieuze twijfel wordt alleen ©en gevaarlijke woekerplant, als hij niet tijdig wordt overwonnen."')

En deze waardeering dringt ook bij ons binn©n. Twijfel heet dan ©en groeistuip te wezen, ©en geestelijke kinderziekte, waar men doorheen moet, indien men man worden wil. Tot de jonge menlscben wordt dan gezegd en soms zelfs gepreekt, dat ze nooit echt gelooven kunnen, indien ze niet ©erst getwijfeld hebben. En als ge desondanks op bet geloof blijft aandringen, heffen anderen waarschuwend den vinger op ©n verzek©ren, dat bet beter is tienmaal getwijfeld te hebben, dan 'éénmaal bedrogen uit te komen.

Toch behoort deze geest beslist weersproken t© worden. Een dergelijk© waardeering is, van welken kant gij haar ook T)©zi©t, ©ven onjuist.

Zij is allere©rst theologisch buiten de waarheid. Hoezeer de twijfel een veel-voorkomend jeugdverschijnsel is en deswege wordt vergoehjkt en verdedigd en bezongen, desniettemin is en blijft hij zonde, en zelfs bet oer-kwaad, waarmee de heel© zonde-geschiedenis der menscbheid begonnen is. Juist de historie van "Genesis III, waaxaan de lai Saussaye herinnerd©, had hem moeten doen zeggen, dat de twijfel nooit voorwaard© kaa zijn voor hooger ontwikkeling, maar dat hij altoos het evenwicht in het leven stoort - en d© tendenz in zioh beeft, om ons geheele zedelijke ©n geestelijk© bestaan te verwoesten.

Want twijfel is, op z'n zachtst gesproken, alt^d een mindere of meerder© mat© van afwezigheid van geloof; en het voegt ons menschen niet, God Zijn oordeel en recht uit de banden t© nemen. Hij wil, dat ieder mensch, zonder onderscheid, onder ©Ike omstandigheid en op lederen leeftijd, onverschillig of hij oud dan wel jong is. Hem onvoorwaardelijk gelooven zal. Maar d© twijfelaar do©t, alsof ©r ook wel e©ns r©denen kunnen zijn om dit niet te doen en Hem bet vertrouwen op te zeggen.

D© bovengenoemde gunstige waardeering is ook medisch, en nog nader: geestelijk-medisch niet juist. Ho© kan nu de ziekt© de mo©dei zijn der gezondheid? 't Is toch niet zóó, dat de zi©kte de gezondheid vrij maakt; maar ve©l meer, dat wanneer d© ziekte is uitgebroken d© beter© lichaamskrachten zich moeten inspannen om haat meester te worden ©n te verdrijven? En ho© zou dan |de twijfel de voorbereiding zijn voor bet geloof? De weg der zonde is toch d© weg des, levens niet?

Twijfel en geloof liggen niet in eikaars verlengd©, maar vormen elkanders tegeng©st©ld© ©n worden door een kloof gescheiden, 't Is niet waar, dat ge, wanneer gij in de richting van den twijfel maaij goed blijft doorloopen, noodwendig bij het geloof moet uitkomen. Integende©!, indien g© daar eindigen wilt, zult ge u moeten omkeeren op uw weg, d.i. gij zult u mooten befceeren ©n van uw©n twijfel afstand doen. Wanneer h©t later nog met ons terecht komt, is het niet omdat, doch ondanks het feit, dat ©r eerst door ons getwijfeld is.

Achter die v©rfce©rd© geestelijk-medisch© behandeling ligt dan 'ook een foutieve principieel© overtuiging. Men beschouwt het geloof niet bijbielsch en gereformeerd, als een nieuw schepsel, dat d© Heilige Geest in ons hart werkt en dat ook do roeping heeft, al het oud© van ons natuurlijk© leven langzamerhand meester t© worden en buiten te drijven. Maar, op d© remonstrantsch© lijn zich bewegend, meent men, dat bet geloof van nature ©Ik mensch eigen is. Het sluimert al verborgen op den bodem van ieders ziel. Het moet enkel slechts opgewekt, naar boven gehaald en tot ontplooiing gebracht worden. En als men bet geloof aldus oofc remonstrantsch beschouwt, dan is het uitgroeien van wat van nature in ons zit, ©en natuurlijk proces, waarvan g© geen kwaad zeggen moogt. Al gaat het soms met groeistuipen ©n kinderziekten, met scheuringen ©n schokken, oftewel twijfelingen gepaard — de echte mensch ontwaakt in ons; en is hij niet het meest t© prijzen, bij wien dez© beit machtigst en hevigst naar buiten breekt?

De genoemde gunstige beoordeeling is eindelijk ook zielkundig onjuist. Elke afwijking, iedere abnormaliteit, alle stoornis in de normale ontwikkeiling — en dit is op z'n minst de twijfel toch zeker — laat in onze ziel een herinnering, een spoor en litteeken achter, ©en plek, waar onze ziel mindeï vatbaar en minder bij machte is om te gelooven: Zij wordt door te twijfelen niet meer, maar juist minder geschikt tot het geloof. Inplaats van een onschuldige groeistuip, is de twijfel daarom veel meer een gevaarlijke ziekte, die het geheele gestel aantast en verzwakt, soms ondermijnt en tot aan den rand van 'het graf brengt. Hij vraagt dat gie hem met alle macht bestrijden en overwinnen zult.

En op soortgelijke gronden .moet ook de paradox afgewezen worden, dat het beter is, tienmaal götwijfeld te hebben, dan eenmaal bedrogen uit te komen. Deze paradox begaat eerst de fout, dat ze ons voor een valsch dilemma plaatst en daarmee de juiste beoordeeling van de .geestelijke ©n zedelijke verschijnselen verzwakt en den prikkel tot bekeering afstompt, zoo niet geheel wegneemt. W, ant tienmaal twijfelen en eenmaal bedrogen uitkomen zijn beiden kwaden, waartusschen God ons de keus niet geeft en .waartusschen wij zelf niet moeten willen kiezen. Het 4s beid© verkeerd on wij loopen gevaar onszelf wijs .t© maken, dat degene, die twijfelt en dit zelfs sterk doet, op een beteren weg wandelt dan hij, die bedrogen zal uitkomen. Wie twijfelt is er niet, en wie bedrogen uitkomt, ook niet; maar alleen wie gelooft.

En voorts begaat de paradox deze fout, .alsof twijfel tot het niet-bedrogen-uitkomen iels bijdragen zou en alsof dit ook niet bij den twijfelaar geschieden kan. Veel liever jnoeten wij 'elkander inscherpen, dat het tien-en honderd maal beter is, nooit of nimmer gewanlceld te hebben in het geloof. De jonge man, die nooit twijfelt is niet ©en dwaas of een ongelukkige, doch een wijze en iemand, die boven velen begenadigd is.

E. D. KRAAN.


^) art. Doubt in Hastings Encyclop. o. Religion en Ethics, IV, 865.

") Voordrachten over Zekerheid en Twijfel, opgenomen in „Geestelijke Stroomingen", blz. 39 en 40.

') t. a. p., blz. 41, 42.

•') t. a. p., blz. 42.

•) Twijfel, blz. 123.

') Blijkbaar wordt hier gedoeld op de woorden van Starbuck, die boven aangehaald werd.

') „Van twijfel tot zekerheid", blz. 17—19.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

De waardeeriny van den twijfel.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1933

De Reformatie | 8 Pagina's