GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJKLEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJKLEVEN

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

„De Wekker" over onze cultuurfilosofie!!

In het jongste nummer van „De Wekker' bespreekt één , der redacteuiren (S. te A.) , , den roep o ml .vereeniging tusschen de Ge re f. Kerken en de Chr. Geref. Kerk".

Diegenen, die van den aajnvang hebben geweten, dat deze „roep" aan gene zijde van het , , w: ater, dat veel te diep"..... schijnt, geen gercede instemming vinden zou, - worden hier achteraf in het gelijk gesteld. Natuurlijk is dat niet een reden, om de ingediende voorstellen (van welke er één precies uitdrukt, wat ons blad heeft getoond, van harte te kunnen toejuichen) van de baan te schuiven. Integendeel: de scheuring, die nu eindelijk in het centrum der belangstelling is komen te staan, moet daarin blijven sLaan; en daaroni' is het goed, dat ieder na kan gaan, aan welke zijde de wil tot vereenigen ligt, en aan welken kant hij eventueel ontbreken mocht. Waar de argumenten gevi'aagd, en waar ze eventueel mochten geweigerd of in den nevel gelaten worden mochten.

Merkwaardig is, (dat de bovengemelde redacteur van .; , De Wekker" zich beroept op Prof. Visscher. Deze heeft zich ook met deze aangelegenheid bemoeid, en heeft geconstateerd, dat „het Hervormd Gereformeerde volksdeel veel dichter bij de Chr. Geref. Kerk staat, dan bij de Geref. Kerken, waarin een n e o-c alvinistische c u 11 u u r-p hilosophie ^oover afstaat van den eenvoud der gereformeerde vaderen. Zie, zoo.

Hier vallen al dadelijk enkele dingen op. a) Onlang zei Ds v. Grieken: er zijn vier punten, die tusschen de Geref. Kerken en de Chr. Geref. Kerk verschil maliën; deze vier punten vragen oplossing. „De Wekker" (zelfde redacteur) schreef toen: zoo is het; deze Herv. predikant brengt nu precies ondei' woorden, wat mijlii Chr. Geref. hoofd zoo al denkt. Als deze vier punten, zoo schreef hij verder, inderdaad eens opgelost mogen worden, dan is het pad vrijiwe 1 geëffend. Toen kwam de geref. pers, en merkte op: die vier punten, nu ja, dat is zoo moeilijk niet. We zulten niet herhalen, wat van verscheiden zijden opgemerkt werd, ten bewijze, dat die vier punten eigenlijk lieelemaal geen reëele verschilpunten waren. Maar we wijzen er wèl op, dat nü de wind ineens weer uit een ande-^ ren hoek waait. Thans blijkt: ook al zouden de vier punten tot volle bevrediging van den „W ekker"-red acteur opgelost z ij n, en ook al zouden wij dan hem houden bij zijn woord, volgens hetwelk het dan z(ooiwali ip. orde zou zijn, dan zouden we nóg niet w e z e n I ij k gevorderd z i| n. Want n ü heet het: pardon, bij u zit een cultuur-philosophia En dan nog wel een neo-calvinistische en daar zijn we zoo nog maar niet klaar mee, vrinden! Het water is vanwege die cultuur-iphilosophie nóg veel te diep. Véél te diep. Ik, „Weikker"-redacteur heb wel ach en wee geroepen tegen wie (zoover dat ondei-ons in aanmerking komt) geen eenheidsbeweging steunen wilde, en ik heb mij' wél om zekere eenheids-gedachten tegenover mijn synode gesteld, en ik heb wel een Calvinistenbond helpen oprichten, met Dr Ubbink, en met Ds J. C. Aalders en Prof. Dr Z. W'. Sneller (beiden behoorende tot het z.g. Hersteld Vei-band). Maaf op 'toogenblik heb ik toch weer last van die Qultuurphilosophio. Ten minste inzake de Geref. Kerken. Ik heb dat wel niet gezegd tegen de Gerei, leden van den Calvinistenband, maar toch: beter laat dan nooit. Wiant o, die cultuurphilosophie! Daar heeft een professor in Leiden zoo lieelemaal geen last van. Maar b.v. het raodei"-amen . eener Gereformeerde synode véél. .-, - ^, i> ; ; ; i:

b) Nu al voor de tweede maal moet een hér-V o r 'jn d christen den chr. g e r e f. leider vertellen, wat er eigenlijk in den weg zit tegen ^, l^gt_ ongedaan maken in 1934 van 1892.

c) Noch wat onder a), noch w^at onder b) gezegd werd geeft den indruk van doelbewuste leiding, van een voor God met een eed van: ik-kanniel-anders, afstevenen op een welgekozen doel in wèlbepaalden koers.

d) Ook 'thans ^verschuilt'^inëii 'zich achter schimmen en s c h i m m i g h e d e n; want over die cultuurphilosophie kunnen we praten ad kalendas graecas, zonder dat we het er zoo.ingeveer over eens zullen zijn, wat nu .eigenlijk cultuur-filosofie is , laat staan dan wel calvii^istische ol neo-calvinistische. !

e) Ook nu wordt weer de o v e r e è n s t e m m i h g in belijdenis gladweg genegeerd, en wil men als basis van samenleving een ik-weet-niet-wat gëiimporteerd zien, dat met de belijdenis niets te maken heeft, maar hier op een dwaze, volkstümliche wijze vaagjes voor de in raadselen kundigen wordt „aangeduid" door de tegenstelling Ie maken van „neo-calvinistische cultuurfilasofie" tegenover „eenvoud der vaderen". Maar men wacht zich er wèl voor, precies te zeggen, wat men ermee bedoelt. W; aar zit (zoo vragen wij onnoozel) die cu 11uurf iloisofie? Vast niet in de zusters, de broeders, .die ik Zondagmorgen en - avond voor me in de., kerk had, grosso modo. Misschien zijn er in de Gereformeerde Kerken zoo eens enkelen, die binnön een kwartier zouden kunnen zeggen, wat .cultiïurfilosofie is, en hoe zij in groote lij|ne'n erover denken. Maar zijn die enkelen de Kerk? En als zij het waren, welnu, dan geef ik prof. Visscher op zijn briefje, dal die enkelen zich van het syncretisme verder af houden, dan deze hel.deed in .zij.n .hoJek o.ver h.et.J? „ar adij sp r ob 1 e cm; dat zij ook veel en veel strenger in hun afwijzing van het h.eidendomen van de humanistische vrijheidsfilosofie staan, dan de Heer Prof. Dr Hugo Visscher, idie in zijn boek over De Schepping de geesten van het gereformeerde denken afvoert, door de syncrelistische wijsheid oj> te disschen, volgens welke „elke"(!) „gróote denker te vergelijken is met de zwaan, die vojgens Diogenes Laërtius in zijne biographie van Plato, Socrates in .zijn droom klapwiekend zag opvaren naar de diepten des hemels onder het aanheffen van een heerlijken jubelzang, toen Plato de eerste maal tot hem kwam". Kijk, wc zouden hier Prof. V. haast persoonlijk gaan aansprekeni, we zouden dus haast zeggen: kijk, Professor Dr Hugo Visscher, van dergelijke ongereformeerde waardeeringsoordeelen zijn wij', gereformeerden, op 'toogenblik juist hard bezig, elkaar af te sclirikken; wij hebben onder ons er inderdaad een paar, die over cultuurfilosofie kunnen meepraten, in Kampen, en in Amsterdam, maai' die laten duidelijk genoeg uitkomen, dat zij er geen steek van moeten hebben, wanneer U voor Uw hervoi'^md-gereformeerde volk, nu eens niet op een preekstoel, maar in een geleerd boek, te verkoridigen staat, dat „elke(!) wijsgeer, tot welke(!) strooming hij ook behoorde het algemeen mensche^ lijke op den voorgrond brengt" (al is het dan ook, volgens D, „op beperkte, eenzijdige wijze"-.) Want wij' gelooven! niet aan dat „algemeen menschelij ke". Wij gelooven, en doen daai'in de , .vaderen en hun eenvoud"(|) weer spreken, dat - wie niet over God de. waarheid heeft, ook over den „mensch" onwaarheid spreekt; en dat „algemeen-menschelijke" van U, nu, dat ruikt ons. Professor, teveel naar een heideniscli-hiunanistischei '(^ultuurfilosofie. En als U het hebt over Uw bewering, dat „in elke(!) school een bepaald eigenaardig licht over de wer.ield opgaat", nu. dan moogt U hon(Jerdmaal ier{bij zeggen, gelijk U doet, ^al dat „licht" in, „elke"(!) school „slechts een bepaald eigenaardig] licht" is, maar die paar menschen onder ons, die van filosofie verstand hebben, moeten da^n, al weer van Uw napraten van humanistische en liberale cultuurfilosofen niets, niets hehben. Ziji hebben nog den moed, den smaad o.nil. van sommigen van Uw aan openbare universiteiten wer^ kende collega's te verdragen, door te beweren, dat er vele scholen zijn, die he el em aal geen licht, maar enkel maar duisternis hebben gebracht in de wereld. En als U daH', hooggeleerde Visscher, Uw gereformeerd-hervorm-

de volksdeel, plus de leiders van Apeldooni, voor-Ziooyer zij althans met U meepraten, bekoort met het fantoom van den „eenvoud der vaderen", och, dan vragen we niet naar den verborgen mensch des harten, en we praten niet over de bontjas van A, of de auto van B, of het beleefde-visitebrengende gezelschap van C, of de Kamerspeeches van D', of naar iets anders, dat met de Cul-tüür, hni, htai, in verband slaat. Dan beperken we ons, heel netjes, tot wat gedrukt staat, en vertellen alleenj maar aan U, en aan „De Wieikker"-redacteuren Wisse en Van der Schuit, dat er bij' ons gereformeerden, naar mijn meening, op 'toogenblik niet één zou te vinden zijn, die voor zSjh rekening zou willen laten drukken het zinnetje, dat Prof. Dr Hugo Visscher op blz. 95 van genoemd boek liet drukken: „alle te zame; n"(!) „zijn zij"(!) — het gaat, nog eens, over de wljisgeerige scholen, die er in de wereld geweest zijn — „elk"(!) „op leigen wijze"(l), „dragers en vertolkers van hetgeen de menscheid"(!) „van het eeuwig ware door de spanning harer geestkracht"(|) „vermag"(!) „te kennen"(!) Ik herzeg, we zouden haast, vanwege het ontstoken gemoed, Prof. Visscher persoonlijk gaan aanspreken. Maar we herinnereli ons te rechter tijd, dat hiji toch niet ten einde toe doorpraat. We spreken dus maar weer in den derden persoon, enkelvoud, en meervoud. En we vertellen aan de gereformeerde menschen in de Herv. Kerk, voorzoover zij een ander blad dan liet hunne lezen: die hoogleeraar van U, zegt, als Mj een geleerd boek schrijft, dat is DAN een man, die erg veel „waardeert", van de heidenen, en die bij hen een vrij' helder „licht" ontdekt. Op den preekstoel hebt gij dat misschien zoo niet gemerkt? Ja, daar begi-ijjpen wiji ook zoo niet dadelijk alles van; maar wij; begrijpen tegenwoordig zoo heel veel niet. WSj gelooven gaarne, dat Prof. Dr H. Visscher zelf ook niet ^oed begrijpt, wat hij eigenlijk met die ^geleerde zinnetjes in dat geleerde boek heeft uitgericht, en dat hij met na[me niet verstaat, hoe hij met deze paar zinnetjes een heel dikke streep haalt door al die mooie stukken van „onzen geliefden broeder Kievit", en door de preeken van een beeleboel van die „zware" 'dominees, die hij thans vanwege den „eenvoud der) vaderen" naai-voren schuift tegenover de gereiforimeerde predikanten, die de Heer Prof. Dlr H. Visscher natuurlijk nooit hoort preeken. Neen, l> este, eenvoudige inenschen, wij begröjlpen er heele'raaal niet vain. Maar wij wilden u toch wel eventjes vertellen, dat w ij; gereformeerden, zulke filo-.sofie-colleges bij óns niet hooren geven, en dat ónze boeken, en preeken zelfs, met nadrtik «•* tegen in gaan. WSf zouden u zoo maar énkele tientallen namen kunnen noemen van professoren en predikanten en zelfs kei-kbodeschrijver's fover hen heeft Prof, V. het nog al eelns), in de (iereformeerde Kerken, die tegen Prof. Visschers .groofcen eerbied voor al die filosofen bi| elkaar, ingaain(, en liever met Calvijti betuigen, dat b.v. die Plato, uit dat mooie zwaannzinnetje van daarnet, in de duisternis „palpiteerde". En dat hij het zich maar verbeeldde, dat hij majar iets T a n t a - , s e« r d e (imaginans) toen hij het had over „suum il^-ud pulchrum" (Corp, Ref. 55, 311).

f) Ja, daar moeten we het ook nog eventjes over hebben, over dien Calvijn, Misschien zouden die beste Hervormde menschen van Prof. Visschers preekstoel-gading ons willen tegenwerpen: ja, maar, dat gij het niet met onzen professor eens zijt over dien zwaan, dat wondere waterdier, en over dat algemeen-menschelijke, en dat „licht", en zoo, dat is natuurlijk uw 'NEO-calvinisme^ Gereformeerde menschen! De professor heeft het toch zelf §; ezegd? Bij u zit geen calvinistische^ maar neocalvinistische filosofie, ©n dan speciaal k-k-ultuurfilosofie. Wat kan ons dus uw beweerde verschil hinderen? Als Calvijn er maar eens bij was! Hij zou dat van dien zvfaan, en zoo, toch wel beter kiinnen waardeeren.

Maar, — als die eenvoudige lezers van het j, Gereformeerde Weekblad", en die aanhoorders van de preeken van de dominees-van den Gereformeerden Bond, nu eens hooren willen, dan zullen zij zien, dat C a 1 v ij n heusch niet die waardeering van Prof, Visscher voor „alle wijsgeerig© scholen", „alle te zamen", „elk op eigen wijze", heeft. Calvijn geeft ongetwijfeld de grondgedachten voor een eigen filosofie, maar die moet ge bij hem „halen" uit zijn algemeen-theologische gedachten.

Oppervlakkige lezers van Calvijn kunnen juist op dit punt het eens worden met Prof, Dr Hugo Visscher, die meent, dat Calvijn voor een calvinistische filosofie niet te gebruiken is (hier schijnt, de zwaan, dat vroolijke waterdier, haar minnevier weer kwijt te zijn), Wiant Calvijn, die een levendige taal spreekt, heelemaal b.v, niet de taal van de meditaties van het weekblad van Prof. Visscher, Calvijn heeft over „de filosofen" érg veel kwaad gezegd. En als hij oordeelt, dat ieriiand „zwamt" in de ruimte (hij zou het ook zóó zeggen), dan is hij al gauw geneigd, te zeggen, dat de man aan het filosofe er en geslagen is. Zoo noemt Calvijn het „gefilosofeer", als iemand voor elke kleinigheid in den tabernakel een „geestelijk© beteekenis" zoekt (hetgeen bij Frof. Visschers kerkgenooten nog al eens voorkomt) („argute philosophari in rebus sibi ignotis volunt", 55, 99). Of, als men, Calvijn heelemaal niet goed vindt, zich in allerlei gissingen verliest ten aanzien van het verblijfsoord van Henoch, en Elia^ na hun heengaan van de aarde („hanc aeriam philosophiam levibus ingeniis relinquamus, quae in solido star© nequent", 55, 147). „Gefilosofeer" noemt Calvijn het, wanneer men praat over tijd en wij'ze van den val der engelen (, , sobrie in hac parte philosophari convenit", 55, 462). Kortom, filosofeeren noemt hij het, als de menschen gaan praten over de macht van de engelen, 52, 86, de beiligenvereering, 52, 111, den tijd der opstanding, 52, 194, enz.

Wij noemen deze kleinigheidjes ©ven, niet, om daarmee steun te ^even aan de bewering, dat men aan Calvijn niets hebben zou voor ©en calvinistische filosofie, zelfs kultmirfilosofie, want wij zouden niet graag dergelijk© redeneering (van Prof. Visscher) helpen steunen; immers, het komt oj) iemands grondgedachten aan; er zijn meer denkers geweest, die voor de filosofie Ansatze gaven, terwijl ze zelf op „de filosofen" hard afgaven.

Maar wij halen deze dingen om een andere reden aan.

Wij denkon hier aan den Christelijk-Gereformeerdeii , , Wfikker"-redacteur van daareven. Voordat de naam Wisse aan Apeldoorn verbonden was .(want Wisse, en de filosofie, nu, dat leek wel wat aan Apeldoorn) pleegde de bovengenoemde redacteur zoo ongeveer elke theologische stelling, die hem bij gereformeerde individuen niet aanstond, ^, filosofisch" te noemen. Zelfs na de komst van collega Wisse was het vaak nog zoo. In dezen nu lijkt deze redacteur (afgedacht nu van den inhoud van di© stellingen, „formeel" dus, om met hemzelf te spreken, op Calvijn; die ook graag van filosofie , spreekt, als hij bedoelt, dat men zich verdient in dingen, die r.iet langer op te sporen, na te speuren zijn, met den vasten draad der Schriften in de hand. Maar, als wij dan vandaag dezen „Wekk©r"-redacteur, die zóó vaak over die filosofie het had, (ook wel, waar het heelemaal geen pas gaf, wijl d© door hem bestreden gereformeerden met heel doodgewone exegese kwamen), — als dan dezej, Wekk©r"redacteur vandaag in zee steekt met Prof. Dr Hugo Visscher, den schrijver van dat boek over „De Schepping", nu dan verwonderen w© ons — Wjna (bijna, dewijl we erg ve& l gewend zijtn). Zeker, w© hooren hem al weer praten over die „filosofie". En we realiseeren ons, dat de „Wekker"l6z©rs nu zeggen zullen: heah, dat zijn de oud©, getrouwe klanken; weg met filosofie. Maar w© zouden hem toch eens willen vragen, als we met hem onder vi©r oogen waren: g©looft u dat ook al van dien zwaan, en van dat licht, en van dat algemeea-menh schelijke, en meer v; in zulke geleerdheid van Prof, Visscher? Het lijkt van wèl, want u erkent Prof, Visscher als een, die over kultuurfilosofie, en dan nog wel nader over neo-calvinistische tegenover calvinistische filosofie meepraten kan, zelfs leiding daarin geven kan. Anders zoudt U toch niet in „De Wekker" den hoogleeraar van Leiden, dien „kloeken getuige", naspreken? Maar weet dan, dat Calvijn juist daarom zoo vaak h©t woord „filosofeeren" min of meer geringschattend kwijt raakt, in zijn levendige, beweeglijke taal, omdat hij vindt, dat al de bestaand© scholen, di© in zijn dagen de geesten Tjeheerschten, zoo door ©n door duisternis, en nog eens duisternis, over de wereld brachten, dat ze God in het zijne, ook in de kuituur, ontkenden, of verhinderden te zien. De Sorbonne, daar ziet Calvijn heusch geen licht in, 55, 310/1, En Aristoteles, die „Ie plus sage qui fut iamais" was, is lang niet een licht-verspreider, hij hoort tot de „bestes enragees qui ont cuidé que Ie monde fust ©ternel", 35, 341, En hij vindt het meer dan erg, 48, 417, dat d© papisten aan Aristoteles zulk een gezag toekennen durven, dat in hun wijsgeerige scholen d© apostelen en jprofeten voor hem moeten zwijgen. Én over de scholastiek zullen we maar heelemaal niet praten; daar heeft Calvijn heel geen goede woorden me.©r voor over, 51, 267; 52, 252, 413, 245, en zoo voort. En zoo blijkt Calvijn volstrekt anders te „waardeeren" .dan Prof. Dr Hugo Visscher, ©n precies, wat dit punt betreft, het standpunt te deelen van die gereformeerden van den voorlaaisten en laatsten tijd, die tegenover Prof. Visscher, en den „Wekker"redacteur (waarschijnlijk) volhouden, dat men uit Calvijn voor een. calvinistische wijsbegeerte veel grondgedachten „halen" kan, maar die anderzijds tegenover Prof. Visscher (en dezen keer ook den „Wekker"redac-teur) staande houden, dat men, om-het eerste verstandige woord over calviliistische, laat staan neo-calvinistische filosofie te spreken, eens ophouden moet, Ca 1 vijn te verloochenen, a la Prof. Visscher^ met zijn allerongelukkigste waardeering voor di© wijsgeerig© scholen, elk voor zich, op eigen wijs. De zwaan!

g) En nu zouden v«; ij den „W©kker"-redacteur, è.ls hij zich liet roepen (des n©en) w©l eens voor het forum van het Chr. Geref. volk willen halen. We zouden hem daar willen vragen: zeg nu eens ronduit, want het gaat om de toekomst van het gereformeerde volk, of gij Prof. Visscher in zijn wijsgeerige amalgama werkelijk volgt, ja dan neen. Zeg dat nu eens in d© oóren van dat ©©njvoudige volk, waarmee gij zoo schermt. '1] nier praten nu al""Z5ö veel jaren over U en Uw zaken in de ooren van het eenvoudige volk, en ze gaan daar heusch al beter luisteren. Tijd rijpt. Zeg nu eens voor dat gereformeerde volk: of Prof. Visscher gelijk heeft met zijn zwaan, ©n zijn licht, ©n zoo.

Zegt gij „j a": dan zullen wij dat gereformeerde, eenvoudige volk, probeeren 'te bewijzen, dat gij Calvijn tegen u hebt, en eigenlijk ook uzelf (net zoo als Prof, Visscher, d© geleerde-boeken-schrijveir Prof, Visscher, den kerkbodeman, den preekstoelbeklimmer, tegen zich heeft).

Zegt gij „neen" (en wij wéten, dat gij dat zeggen zoudt, als gij eens heel lang aan uw jas getrokken werdt), trek dan de conclusie. Zeg dan tegen uw eenvoudige volk: die Prof, Visscher is de man niet, om te praten over calvinistische filosofie, en heelemaal de man dus niet, om te praten over neo-calvinistische cultuurfilosofi©.

En dan zullen wij U, „Wekker"-redacteur, verder vragen, of U dan eens zelf pr©ci6s wilt z©ggen, wat U dan verstaat onder die neo-calvinistische filosofie. Want U wilt — zegt U — tiiet „formeel" gepraat over „eenheid"? Afgedacht van dat nare woord „formeel", w© houden-Ü graag daaraan. Geen „formeel" praten'oVer , 7eénhèrd"? ^ Best, we komen de volgende week er nog wél eens op terug. Maar, al's het U méénens is, dan óók geen formeel gepraat tégen de eenheid. Sta nu eens voor uw eigen woord. En „filosofeer", zou Calvijn zeggen, nu eens niet over dingen, waarhi, ge niet klaar spreken kunt met Schrift en belijdenis in de hand,

-Want van U en van ons zal worden gevraagd, eenmaal, wat wij gedaan hebben tot het bijbrengen van de rechte onderscheidingen inzake d© ©enheid van hen, die dezelfde belijdenis hebben. En tot nu toe meenen wij, dat, zoolang Prof, Visscher over die kultuurpliilosofie praat, het bij hem (©n dus thans ook bij U) juist mankee rt aan de eerste onderscheidingen, dat er maar met schimmen gewerkt wordt.

En wij houden er niet van, dat ©en christen komt in de „komedie", Wjj dachten van u onthouden te hebben, dat U tegen de komedie was^, omdat het daar maar „schijnbeweging" was. Welnu, dat van Prof, Visscher en van U dus heden ook, dat is maar ©en spel met onwezenlijkheden. Ik schrijf dit niet, om het tooneel-vraagstuk op te lossen, maar wel, om consequentie t© vragen in het roepen-om-werkelijkheid.

Volgende week nog iets over een andere zaak uit het „Wekker"-artikel,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juli 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKELIJKLEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juli 1933

De Reformatie | 8 Pagina's