Evangelisatie onder de hoogere standen.

II.

Met de stelling, dat de Kerk des Heeren in haar evangelisatie-arbeid zich ook met wat wij gewoon^ zijn te noemen de hoogere standen herft te' bemoeien, is ieder onder olite het eens.

Daarover behoeft niet gedebatteerd. Maar zoodral de vraag aan de orde gesteld wordt, hoe het moet, dan zien we aan alle kanten de moeilijkheden.

Sluiten deze kringen zich niet als hermetisch van het Evangelie en van de Iserk af? Hebben we tot hun huizen wel toegang? Lezen zij we] het daargebrachte Woord ? Beschikken we wel over krachten, die voor dezen moeilijken arbeid berekend zijn? Eischt niet deze arbeid meer ontwikkelde werkers ? Liefst van academischen graad ? Enzoovoort.

Men zou kunnen voortgaan met het tal dezer moeilijkheden nog te vermeerderen.

En wanneer dan op vergaderingen en in onderlinge besprekingen over arbeid onder de hoogere standen gehandeld wordt en dit alles komt naar voren, dan eindigt men nog al eens met de verzuchting dat het werk zoo goed als onmogelijk is, en laat het dan daarbij.

Maar zoo mag het niet en zoo behoeft het niet. De Heere heeft ons het Woord gegeven zonder het recht het alleen te brengen tot wat arm is en onontwikkeld. Zonder ophouden moeten we zinnen op middelen om ook dezen arbeid te doen of meer dan tot dusverre te doen. Laat ik daarom een paar opmerkingen maken.

In de eerst© plaats mogen we niet vergeten, dat we principieel niets anders hebben te doen dan te brengen het Woord van God. Wanneer er uit hoogere kringen wel worden toegebracht tot de kennis van Jezus Christus, dan zal dat alleen gebeuren door het Woord, onder den zegen des Geestes. Want we belijden nog met onzen Catechismus, dat de Zoon van God uit het gansch© menschelijk geslacht de uitverkorenen ten eeuwigen leven door Zijn Woord en Geest zich tot ©en gemeente vergadert. Naar buitengewone en opzienbarende middelen behoeven we niet te zoeken. Het is heel eenvoudig: alleen maar gehoorzamen het apostolische bevel: predikt het Woord.

En de ervaring heeft bewezen, dat wanneer maar dat Woord in getrouwheid gebracht werd, er soms verrassende zegen werd gezien. Aan gehoorzaamheid heeft onze Koning de belofte verbonden van Zijn zegen.

Dit neemt echter niet weg, dat^ waar het Woord van God de eenige inhoud is van de boodschap: , di© we hebben te brengen, de vorm, waarin we die boodschap brengen, niet onverschillig is. Integendeel, die vorm moet in overeenstemming zijn met den inhoud van Gods genadeboodschap.

En dan zóó, dat we rekenen met de ontwikkeling en het milieu van den mensch of den kring, waaraan we het Evangelie brengen. Voor wat de hoogere standen betreft, moet de lectuur, die we reiken, aan bepaalde eischen voldoen.

Laat ik een voorbeeld noemen: ik geloof niet, dat men daar in het algemeen moet komen met ©en tractaatje in don gewonen vorm of met een scheurkalender. Vermoedelijk bereikt in vele gevallen die soort lectuur niet eens de huiskamer.

Wat daar wèl geschikt zou zijn? Wel, in de eerste, de allereerste plaats het Woord van God zelf. Een Bijbel, een Nieuw Testamentje, of ©en deel van het Woord, zooals een Evangelie. Wanneer dat wordt gereikt, als er daartoe al de getlegenheid is, dan zal dat Woord anders worden ontvangen. Voor het Woord is een eerbied vaak, die er voor geen andere lectuur is.

Verder hebben we noodig geschikte lectuur. Waaraan we niet overrijk zijn. Maar iets hebben we wel. Ik denk b.v. aan het mooie boekje van Dr J. H. Bavinck: Levensvragen. Dat is een boekje voor denkende menschen.

Elke Evangelisatie-commissie zal wèl doen, een bibliotheekje aan te leggen van dergelijke lectuur. Met zorg gekozen. Alleen brengend het Woord van God naar Gereformeerde Belijdenis.

Een groote moeilijkheid is echter het bereiken van de „hoogere standen". In het algemeen kan natuurlijk niet worden gezegd, hoe dat moet. Soms door een bepaalde aanleiding, b.v. een droeve levenservaring in een gezin. Misschien wordt ©en huis ontsloten, wann©©r een paar menschen daarna komen om den troost te bieden van het Evangelie. Als dan een Evangelie wordt gereikt, dan is er contact.

Maar ik hoor wel de opmerking, dat we daarvoor geschikte menschen moeten hebben, ©n dat het ons daaraan ontbr©©kt. Dat geloof ik nu niet voor honderd percent. Ja, als het Evangelie nu eens gebonden was aan hocig ontwikkeld© menr schen, di© het brachten, en di© gewend waren, t© spreken over diepgaande problemen van denken en zijn — dan zag het er voor de Kerk d©s Heeren treurig uit.

Zoo echter is het niet. Het Woord van God heeft het in de wereld ©n in de worsteling om haar ziel nooit gewonnen door kunsttaal en door wat Paulus heeft genoemd de wijsheid dezer eeuw. Maar door de dwaasheid der prediking heeft het God behaagd, zaHg te maken die gelooven.

Daar zijn voorbeelden van menschen, die in alle eenvoudigheid het Evangelie brachten en di© ten zegen waren ook voor rnenschen, die in ontwikkeling hoog boven hen stonden.

Wel mogen we dankbaar zijn, wanneer zich broeders of zusters aanbieden voor de Evangelisatie, die door hun geboorte, hun positie, hun

graad van ontwikkeling lichter toegang bebbea ia de bedoelde kringen. Dan ontsluit zich misschien lichter ©en kring, die anders gesloten bleef.

Maar — waar blijven zij, die zelf tot de hoogere standen bebooren en die mee willen werken'? Ze zijn er, o ja. Ik ken er persoonlijk voorbeelden s'an. Maar ze zijn niet vele. •

God geve ons voor de Evangelisatie menschen, die geschikt zijn om het Evangelie te brengen, ook onder de kringen, nu bedoeld.

En, als een Evangelisatie-commissie ook nog zoo weinige krachten heeft, dan zal ze goed doen, maar eens op te houden met bet theoretisch bespreken van deze kwesties alleen. Beginnen is Gods eisch.

De hand slaan aan den ploeg ©n bidden, dat die Koning der Kerk zegene den arbeid tot zegen van ons volk!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen