GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Sociaal Congres.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociaal Congres.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 9, 10, 11 en 12 November 1891 werd .te Amsterdam het Sociaal Congres gehouden. De tweede algemeene zitting werd door Ds Hi. Piersou geopend, die het woord gaf aan Ds W. H. Gispen voor de godsdienstige wijding. Deze sprak naar aanleiding van Psalm 85.

Hem trof daarin dadelijk de toon der dankbaajheid, waarmee de psalm begint: ' „Gij zijt uwen lande gunstig geweest, Heere". Een toon die ons, hoe ook de omstandigheden verschillen, evenzeer past. Want God heeft ook ons een kern bewaard van belijders zijns Naams, en mannen verwekt, die in de breede rijen van het volksleven, niet het minst in den arbeidenden stand. Hem vreezen en ook voor het maatschappelijk leven Zijn Woord hebben aangenomen als het woord der waarheid. „Ja, daarin Isennen we de genade van God, dat In ons land juist in de volksklasse, die van handeniarbeid leven moet, een machtige kern zich bevindt, die het geloof niet verloochent; en, afkeerig van ongelool en revolutie, het hoofd buigt voor het Woord des Heeren en nog altijd hand en hart opheft tot onzen Vader in de hemelen. Hem biddende om dagelijksch brood. En nevens die breede schare van Christelijke mannen en vrouwen, de marmen van wetenschap en talent, van geboorte en stand, die uit hetzelfde beginsel en in dezelfde kracht, voor den naam en de zaak des Heeren pal staan. De levenden zal ik niet noemen, maar wie denkt niet aan mannen als Bilderdijk, Groen van Frinsterer, Mackay, da Costa, de Clercq, Heldring en meer anderen, die zich verheugen zouden, wanneer zij een dag als dezen hadden mogen beleven, mannen die jaren huig, schier als eenlingen in hun kring gestaan en gestreden hebben, voor de ware, historische volksrechten op velerlei gebied? Wie denkt niet aan den ouden Wormser, den boezemvriend van Groen, den man, die als de schakel vormde tusschen het volk en de aanzienlijken; aan den beminnelijken Brummelkamp, den Evangeliedienaar, die voor alle volksnooden zulk een open oog en warm kloppend hart "had ? Aan die velen, in eiken kring, die God verwekt heeft, om te geituigen en te strijden tegen den geest der eeuw em den afval van God en zijn heilig Woord, en tot wier arbeid wij nu zijn ingegaan? Waarlijk, in een ure als deze, waarin Christelijke mannen van allerlei rang en stand samenkomen om de sociale belangen niet slechts van een enkelen kring, maai' van heel het volk te bespreken, moet ons die herinnering tot dank aan God stemmen, en zij legt op, onze lippen de betuiging: Gij zijt uwen lande gunstig geweest, o Heere!"

Maar de dichter slaat ook een smeektoon aan. Wij behooren de heiligheid van God te belijden in betrekking tot het sociale vraagstuk. Dan erkennen we niet alleen in alle misstanden en ellenden dezes levens een openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods, maar ook de onmogelijkheid om, zoolang er zonde bestaat, deze aarde tot een paradijs te maken. TVIaar zoo waarlijk God heilig is, zoo waarlijk is Hij ook goedertieren en ontlïermend. Hij geeft Zijn genade en den Heiligen Geest op het gebed. En daarom leggen ook wij onze zielen als te luisteren aan de poort des hemels en zeggen: Ik zal hooren wat God de Heere spreken zal.

Ten slotte vernemen we in dit lied ook den toon der blijde hope. De dichter ziet en beschrijft het ideaal in de verpersoonlijking van goedertierenheid en waarheid, die elkander ontmoeten, in gerechtigheid en vrede, die elkander kussen. Niet in opheffing van waarheid of gerechtigheid, maar in de ontmoeting van deze ook aan menschen medegedeelde eigenschappen Gods, ligt de oplossing van den strijd der standen en van geheel dein wereldstrijd. En daarom gaan we voorwaai'ts met goeden moed en blijde hoop. Eenmaal breekt de dag des vredes aan, de dag, waarop de gerechtigheid uit de aarde spruit en de waarheid .van den hemel nederdaalt.

Daarna ging spreker voor in gebed, en vervolgens, werd gezongen: Wij zegenen, o Heer! Uw goedheid al den dagl

Naar zijn denkbeeldigen vriend te Jeruzalem zond Gispen dezen indruk van het Sociaal Congres:

— Gij herinnert u, dat er in het vorige jaar eenige ontevredenheid openbaar werd in de kringen onzer Christelijke werklieden, over den geringen steun, dien het streven dezer mannen bij

de aanzienlijker broeders, met name ook bij de leden der Tweede Kamer, ondervond, op het stuk van den socialen nood der mindere standen en van de talrijke kwesties die hiermede in verband staan, daarvan de oorzaak of het gevolg zijn.

Dr Kuyper trad toen verzoenend op, en maakte het voor allea duidelijk, dat het tot het tegendeel van een. gewenschte uitkomst zou leiden, indien de werklieden afzonderlijk, en de andere deelen der maatschappij afzonderlijk handelend ojjtraden. Overtuigend was zijn betoog in den kring der werklieden, dat de aan de orde gekomen kwesties de medewerking eischten van allen, dat studie en practijfc, patroon en werkman, geleerde en niet geleerde, aanzienlijke en geringe, behoorden samen te werken, om tot ©enige degelijke en gelukkige uitkomst te geraken.

Uit deze overwegingen werd de gedachte geboren van een Sociaal Congres, waarop zoowel de theoretische als de practische zijde van het grootste vraagstuk onzer eeuw van verschillende zijde kon worden besproken; zoowel de beginselen als de daaruit voortvloeiende practijk, gelijk die. op grond van Gods Woord, door alle Protestantsche Christenen in Nederland behooren beleden te worden eni naar welker toepassing op het leven allen behooren te streven.

De Socialisten namen natuurlijk een loopje met de mannen van „Patrimonium", die nu een koekje van Dr Kuyper hadden gekregen, met de vermaning, dat ze nu ook zoet naar bed moesten gaan.

En van zekere Protestantsche zijde werd het voorstel, om te komen tot een Sociaal Congres, als een helsche machine voorgesteld tegen de Ned. Herv. Kerk, en om de antirevolutionaire partij jneer en meer in een Kuyper-partij om te zetten, met geen ander doel, dan om bevrediging te schenken aan de "laagste hartstochten der menschelijke natuur, welker bestaan de tegenstanders van den leider der antirevolutionaire partij, nooit bij zichzelven schijnen te ontdekken, maar eenig en alleen bij die mannen, die niet met de liberalen mediegaan en voor de historische rechten des volks, naar de in Gods Wioord geopenbaarde beginselen, pal staan. Dit een en ander heeft echter niet kunnen verhinderen, dat het Sociaal Congres vrij voorspoedig en welgeschapen ter wereld is _gekomen. Wel gingen er barensweeën vooraf (de Regelingscommissie zou daarvan kunnen getuigen), maar het kindeke zag er zoo welgedaan en sterk ontwikkeld uit, dat het, naar sommiger gevoelens, over een jaar geheel alleen zou kunnen loepen.

Men heeft echter wijselijk het besluit genomen, om op zulte mogeüjkheden niet vooruit te loepen, en het Centraal Comité nogmaals verzocht^ in verband met de bestaande Regelingscommissie een tweede Congres saam te roepen.

Want waarlijk, de perzik smaakt naar meer. De „Bazuin" is èn als weekblad èn als zuiver kerkelijk blad ongeschikt, breedvoerige verslagen, van zulke bijeenkomsten te leveren. Maar zoowel het „Handelsblad" als de „Standaard" hebben voortreffelijke verslagen van het besprokene en van de besluiten of resolution geleverd, en over eenigen tijd zult ge zeker in een officieel verslag kunnen lezen en overwegen, al het belangrijke, dat deze driedaagsche samenkomst heeft opgeleverd.

Reeds nu kunt gij u verlustigen in de aang(rijr pend ernstige en schoone rede, waarmede Dr Kuyper Maandagavond het Congres opende, en waarin hij de betrekking besprak, die er is tusschen de Sociale kwestie onzer eeuw, en de Christelijke religie. En zoo lijd en middelen het u toelaten, kunt ge uit de aan deze rede toegevoegde bijlagen, met een geheele litteratuur (in vie> r talenj, over de Sociale kwestie kennis maken.

Wij hebben de eerste dagen van de geesteüjlde opwekking in ons land, (het Réveil) óf niet beleefd, óf we waren nog te jong om er sterke indrukken van te ontvangen. Slechts de laatste golvingen van de beweging uit dien stroom des geestes, hebben we gevoeld. Toch zullen we God ook voor de werking van die laatste golfslagen, in eigen hart en leven gevoeld, eeuwig danken. Wat we nu beleven, is echter de doorwerking van het in de eerste bedft der eeuw opgewekte leven, voor de maatschappelijke verhoudingen. Onze Heere Christus heeft niet alleen de zielen der menschen, maar ook hunne lichamen verlost van de heerschappij der zonde en des doods. Hem als Redder te eeren, ook op maatschappelijk gebied, is niet alleen de dure roeping van alle Christenen, maar volgt uit het levensbeginsel zelf, dat de Heilige Geest in de harten gewekt heeft. Zoo schoon werd dit door Dr Gildemeester in den bidstond uiteengezet, toen hij het machtig verschil aanwees tusschen den Kaïnsgeest, en den geest van Tien, die uit God geboren zijn.

Aanvankelijk kan gezegd worden, dat het Congres uitnemend geslaagd is. Geheel de inrichting, de wijze van werken, de leiding van de algemeene vergaderingen, alles getuigde van het groote talent en de meesterhand, die dat alles in elkaar zette.

Veel valt er ook op zulk eene samenkomst op te merken en te leeren. Wat een verscheidenheid in aangezichten, houding, manieren, spraak, gebaren, wijze van uitdrukking enz. Al is de vorm der kleeding schier hetzelfde, hoe spoedig onderscheidt men toch den aanzienlijken man, in de kwaliteit van kleeding, gemakbelijkheid van beweging, fijhheid in de uitdrukking en andere bijzoriderheden. Ook trof het mij, dat de theologische sprekers over het algemeen veel woordenrijker zijn dan de parlementaire sprekers, maar deze laatste winnen het ook weer in het algemeen in soberheid en preciesheid, in juistheid van uitdrukking der gedachte en omschrijving, of bepaling der begrippen.

Voor het eerst in mijn leven beb ik nu ook vrouwen in het openbaar hooren spreken. Het maakt een zonderlingen indruk, een vrouvv, in het midden der mannen gezeten, te zien opstaan met een: „mijnheer de Voorzitter!" op de lippen. Maar dat zal zeker komen van het voor ons ongeiwone. De vrouwen kunnen voortreffelijk in het openbaar spreken, althans die ik hoorde, zeer gekuischt, sober, parlementair, veel meer bij de zaak blijvend, dan in de huiselijke improvisaties, waaraan wij meer gewoon zijn.

De sluiting van het Congres zal onvergetehjfc blijven voor allen, die het voorrecht hadden, er bij tegenwoordig te zijn. Een dergelijk oogenblik als, op kerkelijk gebied, in Den Haag doorleefd is, toen de voorzitters der beide Synoden, de handen in elkaar legden, genoten we ook, op maatschappelijk gebied, toen Ds Pierson, na een aangrijpend welsprekende toespraak, zijn haiid in die van Dr Kuyper legde, en Dr Kuyper, met bewogen stem, de deur van zijn hart even op een kiertje zetbe^ en zien liet, wat daar menigmaal in omging. God geve, dat dit een schoon begin zij van meerdere verbroedering onder de belijders des Heeren, op maatschappelijk gebied, dat wantrouwen en verdachtmaking, meer en meer moge wijken voor „Broedertrouw" en het: proletariërs, vereenigt u, van de mannen der revolutie, ook voor de Christelijke mannen, een spoorslag zij tot nauwere aaneensluiting. Mannen als Dr van Gheel Gildemeester, De Ulfers, Ds Schriecke, Baron Mackay, Baron van Dedem, Jhr Beelaerts van Blokland, Havelaar-, en zooveel anderen meer, hebben hun hart getoond aan het volk, dat hen lief heeft en eert, omdat zij hun Heiland eeren, ook op het hoogste gebied van het volksleven. —

Helaas bleek deze liefde niet bestendig van duur. Althans op 22 April 1898 schreef Gispen aan zijn vriend te Jeruzalem:

— Eenige jaren geleden hadden we, zooals ge u wellicht herinneren zult, een Christelijk-Sociaal Congres. Toen was alles nog, zooals men dat noemt, botertje tot den bodem toe. Kuyper en de Savornin Lohman, Pierson en Sikkel, Havelaar en Mackay, Keuchenius en Huber, A. van Dedem en Kater, men zag ze vriendelijk bijeen, en het scheen dat ze elkander liefhadden. Hoe zijn intusschen de tijden veranderd en wij met hen! Een tweede uitvoering van zulk een symphonie zou nu onmogelijk zijn. De ideeën zijn er nog wel, maar de menschen ontbreken. Men houdt nu op Roomsche wijze „kerkelijke Congressen". Deze gaan uit van de Hervormden, voornamelijk van de classicale vergadering van Amsterdam, onder goedkeuring van het hoogste Kerkbestuur. Dit jaar zal het Kerkelijk Congres weder te Amsterdam worden gehouden. Het is in het oog loopend ethisch. En dit is geheel in den geest van dezen tijd. D'ogma-„ tisch tot samenwerking te komen blijkt steeds meer onmogelijk te zijn. Nu volgt men de Duitsche voorgangers, en vervangt de dogmatiek door de ethiek. Het schijnt practisch te zijn, of het soliede is, zal de tijd wel leeren. —

RULLMANN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1933

De Reformatie | 4 Pagina's

Sociaal Congres.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1933

De Reformatie | 4 Pagina's