GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Evangelisatie plus nog wat.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelisatie plus nog wat.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds geruimen tijd geleden beantwoordde ik in dit blad een opmerking van Dr Bruins in Deventer, die er op wees, dat ik deelneem aan de geestelijke zorg onder de door het Rijk te werk gestelde werkloozen, en dat ook dus mijn houding niet in overeenstemming is met de uitgestippelde Gereformeerde lijn.

Dr Bruins had tegen mijn antwoord nog bezwaren en heeft die in een kleine brochure wereldkundig gemaakt. De geachte schrijver wil me wel vergeven, dat ik hem liet wachten op antwoord. Allerlei drukte verhinderde me. Wat niet wegneemt, dat ik met groote belangstelling zijn opmerkingen gelezen heb en gaarne wil trachten, ze' te beantwoorden.

Ik had geschreven o.a.: „De fout, die de Heer Bruins maakt is deze, dat hij niet voldoende heeft onderscheiden tusschen de Evangelisatie, die niet anders doet dan opzettelijk evangeliseeren (dat is de arbeid van de Kerk, ik geloof niet, dat permanente samenwerking daarin mogelijk is, zelfs niet tusschen Christenen van precies dezelfde belijdenis) en allerlei Cliristelijken arbeid, die dat engere doel niet heeft, maar die door haar practijk onophoudelijk ook evangeliseert. Dat is de arbeid, die de kerk als instituut onmogelijk kan doen, wil zij niet Roomsch worden en heel het Christelijke leven trekken in haar invloedssfeer en onder haar directe leiding".

Vooral tegen deze passage heeft Dr Bruins bezwaar. Hij ziet daarin een inconsequentie, en zegt dat zóó: in onze kerkelijke Gereformeerde wereld eet men van twee walletjes. Van het kerkelijke walletje, wanneer het gaat om de Evangelisatie als eenig doel en van het samenwerkingswalletje, wanneer het gaat om dezelfde Evangelisatie plus nog wat anders.

Dius, volgens Dr Bruins: den eenen keer wil men wél samenwerking, den anderen keer niet. Of feitelijk is het anders: men werkt op bepaalde gebieden samen: Radio, anti-kermis-actie, werkloozenzorg; en op andere terreinen niet. Het eerste verdedigt men met het zeggen: dat is geen pure Evangelisatie, maar Evangelisatie plus nog wat' het andere met de bewering: het is Evangelisatie, en dat moet het kerkelijk instituut doen. Dié scheiding is volgens Dr Bruins kunstmatig, en heeft, daai-ze geen principiëelen ondergrond heeft, geen recht van bestaan. Men moet één van tweeën: of de scheidingslijn aanvaarden, maar dan ook consequent, overal — iets, dat hij onmogelijk en zonde acht; of men moet overal samenwerken, ook in de Evangelisatie-alleen.

Ik hoop, dat het me is gelukt, zoo het standpunt van mijn geachten opponent juist en volledig te hei> ben weergegeven.

Met dat standpunt kan ik het echter niet eens zijn. Niet, omdat ik de uitspraak van de Synode van Middelburg bewonder. Integendeel. Maar omdat ik geloof, dat Dr Bruins de dingen toch niet juist ziet

Wanneer het zóó was: eenerzijds Evangelisaliealleen, en daarnaast allerlei arbeid, die kan worden genoemd Evangelisatie plus nog wat, ja, dan zou zijn stelhng volkomen juist zijn. En zijn kritiek gemotiveerd.

Die beide zijn beide Evangelisatie. Of er al dan niet nog iets bij komt, doet niets ter zake. Dat plus mag geen onderscheid maken en geen verschil van practijk in de vraag der samenwerking.

Maar in de werkloozenzorg en de radio, enz. is het anders. Daarin wordt geëvangeliseerd, zonder twijfel. Dat is onder ons in confesso. Mag men nu dan zeggen: dat is Evangelisatie plus nog watt Wel neen! Dan zou het zóó zijn: het wezen van dien arbeid is Evangelisatie, en het vooropgestelde en uitgesproken doel, maar, daaraan is óók nog iets anders verbonden, het plus, dat niet het wezen uitmaakt.

En zoo nu is het niet.

Wat ik heb gezegd in het boven afgeschreven zinnetje, is iets principieel anders dan wat Dr Bruins erin heeft gelezen: Evangelisatie plus. nog wat.

Er is allerlei Christelijke arbeid, wier wezen en doel niet is, evangeliseeren, maar die, omdat ze door een Christen wordt gedaan, onopzettelijk en als vanzelf sprekend toch evangeliseert. Zoo spoedig een Christen in aanraking komt met de buitenwereld, evangeliseert hij, door woord of daad of beide. Dat kan niet anders, omdat hij' is een stad op een berg liggend en een zoutend zout, en omdat zijn geloof iets heeft van dat zuurdeesem, waarvan de Heere sprak. Hoe zou hij dan anders kunnen dan evangeliseeren overal en altijd als hij werkt en spreekt of wat hij ook doet!

Een dienstmeisje in haar keuken evangeliseert dag aan dag, als ze een Christin is. Voorbeelden te over pjn er. Een werkman door zijn dagelijkschen arbeid. Al de natuurlijke en geestelijke arbeid van den geloovige evangeliseert, of hij zou geen Christen meer moeten zijn, en zijn geloof moeten verloochenen en zijn Christendom alleen maar laten uitkomen door zijn belijdenis, en niet door zijn wandel, welke twee immers altijd onlosmakelijk samenhooren.

Evangeliseeren doet dus: de school, de pers, de sociale actie, de staatkundige arbeid, het Christelijke boek en de krant en het tijdschrift. Elke ChristeUjke vereeniging en bond en organisatie. Wanneer die organisatie niet evangeliseert door haar optreden, geen getuigenis van Christus laat hooren en zien aan de „wereld", dan verloochent ze haar Heere, en is ze den naam van Christelijk. niet waard.

Maar daarom mogen we nu al dien arbeid nog^ niet noemen: Evangelisatie. Wel neen; ze evangehseert wel, onopzettelijk en onbewust heel vaalc, maar, om dat laatste mag ze nooit worden genoemd: Evangelisatie.

Evangehsatie is de opzettelijke arbeid, die het Evangelie bedoelt te brengen aan de van God vervreemde wereld.

Die arbeid is geheel iets anders. En ik hoop, dat het Dr Bruins duidelijk zal zijn geworden, dat hij mij niet goed heeft verstaan, toen hij de gewraakte passage uit mijn vorig artikel heeft omschreven door: Evangelisatie alleen, of Evangelisatie plus nog wat. Want dat was de bedoeling, niet en heb ik niet geschreven.

Maar daarom liep de vergelijking van Dr Bruins, ook mank. Hij heeft me bestreden op een opvatting, die niet de mijne is, en die ik niet heb geschreven.

Evangelisatie plus nog wat, wel, dat is, geheel iets anders. Dat is b.v. de arbeid der helpende barmhartigheid, die onze Evangelisatie in verschillende plaatsen doet. Daar is bij den Evange-Usatie-arbeid ingevoegd een sub-commissie voor hulp in nood. die zorgt voor kleeding, voeding, , enz. Dat is Evangelisatie plus nog wat. En als ik had geschreven, dat dergelijk werk in samenwerking met andere Christenen kan geschieden, dan zou Dr Bruins gelijk hebben gehad.

Maar wat ik schreef, ging over allerlei arbeid, -

die geen Evangelisatie is, maar die, omdat ze door Christenen wordt gedaan, eo ipso ook wel móét evangehseeren. Dat is dus heel onze Christelijke (jultuurarbeid. En, als die nu geheel onder de ]ierk als instituut zou moeten worden ondergebracht, omdat ze evangeliseert, dan zouden we de Kerk Roomsch maken, omdat de Roomsche K.erk ook juist geheel het cultuurleven wil brengen onder de heerschappij van de Kerk. Het is waar, ik heb dat slechts kort geschreven, zonder nadere aanduiding, maar ik had zoo de jioop, dat men bij nadenken de beteekenis daarvan wel zou hebljen begrepen. Wat ik nu weer hoop-

In dien Christelijken arbeid, zoover ze niet raakt de roeping, die de Heere gegeven heeft 'aan de Kerk als instituut, hebben alle Christenen de roeping tot samenwerking. Iets, wat heden meer wordt beseft dan vroeger, en waarover ik me van harte verblijd. Daarom is een arbeid als de Christelijke Radio-Vereeniging niet kerkelijk en moet ze dat ook nooit worden.

En daarom is het ook volstrekt niet inconsequent, wanneer iemand, die Gereformeerd is, meewerkt aan b.v. den arbeid onder de Protestantsche werkloozen in ae Rijkswerkverschaffing. Want die arbeid bedoelt voor de Protestantsche werkloozen te doen, wat de Roomsche Kerk voor de hare doet: geestelijke en cultureele verzorging. Een arbeid, waarvoor zeer vele van b.v. onze Gereformeerde mannen in de kampen dag op dag dankbaar zijn, evenals tal van Christenen uit andere kerkformaties.

Ik hoop, dat Dr Bruins door dit schrijven met de bedoeling van mijn artikel beter op de hoogte zal zijn gekomen; en vlei me mgt de stille hoop, dat hij zoo het onderscheid zal gaan zien.

Terwijl overigens mijn overtuiging is, dat inzake samenwerking het laatste woord nog niet is gesproken. Ik acht het mogelijk, dat de ernst der komende tijden ons tot andere houding zal roepen en nopen, dan nu veelal aangenomen en ingenomen is. Want ik geloof, dat in tal van gevallen Christenen, die op denzelfden grondslag staan, meer moeten samenwerken, dan ze heden ten dage doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Evangelisatie plus nog wat.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1934

De Reformatie | 8 Pagina's