GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Regeeren door Vrees.

De berechting en de daarop gevolgde executie van menschen als Zinovjef en Kamenef heeft overal diepen indruk gemaakt. De oogen van velen gingen bijtijds open: zij zagen het bolsjewisme weer in zijn ware gedaante en keerden haaslig terug van den weg, die naar Moskou leidt.

Het effect van de gebeurtenissen in Franlürijk en Spanje was nog grooter. De volksfrontbewegingen in verschillende landen, welke de „Derde Internationale" activeerde i), vertraagden plotseling. De wet der inertie laat zich echter ook hier gelden: wanneer, zooals in Frankrijk, de opgewekte energie groot is, kan de beweging moeilijk tot stilstand gebracht worden.

De invloed der tegenwerkende krachten neemt echter merkbaar toe. Niet alle, welke als zoodanig aangeduid worden, verdienen dien naam. Menige z.g. anü-bolsjewistische actie heeft het communistische gevaar vergroot. Het fascisme dreef velen in de armen der Marxistische revolutionnairen, die zich als wegbereiders van den vrede en brengers van het menschelijke geluk voordeden. Door den jongsten nationaal-sociaUslisclien oproep tot een gemeenschappelijken strijd tegen het bolsjewisme werd de internationale positie van Rusland gedurende korten tijd zelfs weer een weinig sterker. Maar tenslotte hebben de gewelddadige „zuivering" der communistische partij, de voortdm-ende stakingen in Frankrijk en de bloedige burgeroorlog in Spanje hun uitwerking niet gemist. Aan de overtuiging, dat de Sovjet-Unie bezig was zich tot een democratische natie te ontwikkelen, werd een ernstige slag toegebracht.

Hel onmenschelijk optreden tegen de z.g. „Trotzkyisten" is voor talrijke „vrienden der Sovjet- Unie" inderdaad een bittere ontgoocheling geweest. Hoe dikwijls hadden zij niet betoogd, dat de onverdraagzaamheid jegens de „bestrijders" wel zou verdwijnen wanneer het voortbestaan van het huidige bewind voldoende gewaarborgd was. ^) De nieuwe grondwet zou naar hun meening aan de Sovjet-republiek een ideale democratie schenken, waardoor haar burgei-s meer rechten verkregen dan de inwoners van welk ander land ook. De tijd van harde strafexpedities en meedoogenlooze verbanningen lag achter den rug.

Hoe hebben die lieden zich vergist! Dat was trouwens te verwachten: „De middelen verdwijnen niet met het gebruik, ze gaan in het doel over... in de moraal van het commmaisüsche systeem is de bitterheid, de haat en de wraakgedachte opgenomen." ^)

Malcolm M u g g e r i d g e, een bekend journalist, die uitstekend op de hoogte van de Russische toestanden is, heeft deze waarheid onlangs op een treffende wijze toegelicht*): „Wie door vrees regeert, " schrijft liij, „moet bevreesd zijn. Dat is een levens wet. Wie door vrees regeert, weet m zijn hart dat Mj gehaat wordt, hoeveel moeite hij ook mag doen om ieder spoor van den haat, waarin hij gevangen is, uit te wisschen. Omdat hij be\'reesd is, ziet hij overal complotten en lagen en vijanden. Zijn vrees hoopt zicli op, zoodat hij, om zich verlichting te geven, haar gaat dramatiseeren. Daar zijn de vijanden, en daar is zijn macht om hen te vernietigen. Hij voert een „Sinnespel" op, met het Goede, dat is hijzelf, triumfeerend over het Kwaad, zijn vijanden. De massa-processen, welke een integreerend bestand^ deel van het Sovjet-régime vormen, en die ook in het Nazi-Duitschland plaats vonden, zijn zulke „Sinnespelen". Het doet er niet veel toe wie de slachtoffers zijn: oude, in den dienst vergrijsde revoluüonnairen, of een halfwijze Van der Lubbei, of buitenlandsche ingenieurs, of een al te ambitieus collega, zooals Röhm, het komt er niet op aan.

De slachtoffers zijn geen menschen, maar symbolen. Zij vertegenwoordigen de vrees, welke het hart van alle terroristen wegvreet. Zij zijn de sclirik voor het schrikbewind."'^)

„De slachtoffers zijn geen menschen m a a r s y m b o 1 e n." De nieuwe idolen heerschen met hun daemonische macht over den mensch, die zich aan hen overgeeft De moderne symbolen-aanbidding is een ontzettende beelden-vereering, welke inplaats van den dienst van God is gekomen. Zij voert het menschdom ter helle, zij laat het in een vreeselijk proces van zelfvernietiging ten onder gaan. Zij haat de reclttvaardigheid, zijn berooft den mensch van zijn menschelijke eigenschappen, zij bewijst aan het eene schepsel Goddelijke eer en vernedert anderen tot duivelenj zij is in één woord een gruwelijke afgoderij.

„Vrees is het heerschende beginsel „Wanneer gij den koelak niet neerslaat, zal hij u neerslaan."'^) De Sovjetstaat schept overal en steeds fictieve tegenstanders, waarmede hij voortdurend voor de oogen van het gansche volk strijdt. De naam komt er minder op aan: koelakken zijn het, saboteurs, contra-revolutionnairen, fascisten of Trotzkyïsten. Elke naam symboliseert het monsterachtige, het kwade, het dooren-door vijandige. De massa moet vreezen en haten, anders is men van haar ._, trouw" niet zeker.

In haar gescheurde wereld wordt zij met valsche goden en kwade geesten omringd. „Tooneelschrijvers, filmscribenten en journalisten" ^), welke de demonen aanschouwelijk voorstellen, „verdienen er hun brood mede".

Zinovjef en Kamenef werden, deelt Muggeridge mede, uit de ^gevangenis gesleurd, gebroken naar üchaam en geest, om aan het Sovjetpubliek getoond te worden als de onverzoenlijke vijanden van den Staat, als de belagers van het welzijn des volks. Hun veroordeeling als leiders eener „verderfelijke, ondergrondsche actie", was tegelijk een rechtvaardiging van de voortzetting der tot dusver gevolgde terroristische methodes.

Het Sovjet-bewind, dat zich op alle wijzen wil handhaven en veilig stellen, suggereert zijn onderdanen dat het nog steeds door machtige boosdoeners bedreigd wordt. „Ga 's nachts door de straten van Moskou", zoo luidt het, „en klop gebiedend op welke deur ook en ieder, die in dat huis woont zal hevig sclirikken en angstig kijken." Om die vrees levendig te houden is het noodig dat nu en dan „gevaarlijke tegenstanders" ontdekt worden, en dat de menschen hen zien.

De massaexecutie na den moord op Kir o f, in het vorige jaar gepleegd, moest het publiek overtuigen dat het slechts door een snel en doeltreffend optreden der justitie voor rampen bewaard kon blijven. De eerste impuls was daarom: veel te schieten, iedereen neer te schieten. Minstens zevenhonderd personen uit alle deelen der Sovjet- Unie vonden een gewelddadigen dood. Zulk een optreden heeft tweeërlei effect: de massa ducht de machthebbers nog meer dan voorheen, maar wenscht tegelijkertijd dat zij haar steeds afdoende tegen de „in het duister werkende vijanden" zullen beschermen.

Zulke „vijanden" zijn er natuurlijk altijd geweest. „Zoolang er nog rasechte revolutionnairen op belangrijke plaatsen zitten, kan het Sovjetbewind zicli niet zeker gevoelen. Daarom heeft Stalin velen terecht gesteld of verbannen, en de geesten van allen, die zeer krachtig aan de komst der Russische revolutie meegewerkt hebben, gebroken. Nu blijft hij alleen over, met slechts een gebalsemde Lenin naast zich... " s) Maar welk een monsterachtig optreden tegen de vroegere „kameraden"! Om Trotzky op zij te kunnen dringen, die hem in verstand verre de baas was, sloot Stalin een verbond met de twee mannen, die hij pas heeft laten terechtstellen: Zinovjef en Kamenef. Zoo gelukte het hem om zich van zijn „brillanten tegenstander" te ontdoen. Nu zijn ook die „medewerkers" dood. „Zij waren eenmaal geeerde revolutionnaire leiders: de hand die hun doodvonnis teekende, verliief zich in October 1917 triomfantelijk met de hunne om de gemeenschappelijke overwinning te vieren."

Natuurlijk gaan we hier de Russische revolutionnairen niet verdedigen. De wijze, waarop zij „geëlimineerd" werden, toont echter duidelijk het ware karakter van het bolsjewism(^, en daarom kan hun lot niet te dikwijls beschreven worden.

„Het „vlammend zwaard van het proletariaat", zooals Stalin de politieke politie noemde, heeft het terrein van zijn werkzaamheden voortdurend uitgebreid, totdat het nu ook de naaste medewerkers en verwanten van Lenin bereikte, waarbij 'het ontstellend dicht langs de onmiddellijke omgeving van Stalin ging. Het doodde op Zinovjefs bevel in het wilde weg. Nu heeft het hemzelf gedood."

De geschiedenis der revoluties herhaalt zich.

De politieke politie, die de revolutie moest verdedigen, deed dat op de „eenigst afdoende wijze": de grootste klasse vernietigde alle overige. De klassen der landheeren en der kapitalisten werden „geliquideerd" ^). „Vele anderen eveneens, maar tenslotte was het groote karwei verricht. De sterke klasse had al de kleintjes opgegeten; de terreur zou nu veilig afgedankt kunnen worden^ en het personeel, met de orde van Lenin begiftigd, naar huis gezonden." Maar dat gebeurde natuurlijk niet. Oppassen, steeds oppassen luidde de boodschap. „Er zijn nog altijd klassevijanden in leven: landheeren en kapitahsten als proletariërs verkleed, rijke boeren, die zich als arme boeren voordoen, witte gardisten, die zich communisten noemen. Pas op, bovenal, voor de Judassen " „De terreur begon opnieuw te woeden. Zelfs Lenin was niet sterk genoeg om zijn activiteit te temperen."

* Muggeridge merkt terecht op hoe het „verlichte oordeel" der met de Sovjetrepubliek sympathiseerende intellectueelen het gebruik van het „vlammende zwaard der revolutie" tot nu toe steeds billijkte, „zelfs wanneer het zich tegen buitenlandsche ingenieurs te Moskou keerde". We herinneren de lezers van dit blad aan de W e b b s, die voor de voeten van Stalin knielden en de slachtoffers van dezen tyran hoonden. Men leze b.v. hun beschouwingen over het bekende proces tegen de „Metro-Vickers-Engineers", en over de moordpartijen na Kirofs dood 9). Het eenigste waarover deze wreedaards bezorgd zijn, is de „slechte naam", die de Sovjet-republiek bij de intellectueelen krijgt, of de „ongunstige critiek", welke zij door haar op „wraak gelijkende" da-

den uitlokt. Zij zijn niet de eenigsten, die door idik en dun met Stalin meegaan. De terechtstelling van Zinovjef CS. heeft echter, schrijft Muggeridge, een verandering in het oordeel van velen teweeggebracht. Bladen, die tot dusverre slechts , , bezorgd" waren over het effect der .^, harde maatre_gelen", stellen nu met droefheid vast dat de Sovjetrepubliek „zich niet" — zooals zij hoopten — „van een dictatuur naar een democratie bewee: gt, maar van de eene soort dictatuur naar de andere". Zij spreken nu voor het eerst openlijk hun afkeu­

„Hoe lang, " vraagt Muggeridge aan het slot van zijn indrukwekkend artikel, „zal het vlammend zwaard nog over Rusland kunnen zwaaien en iedereen doen Ineenkrimpen, wanneer zijn schaduw hem bereikt? Het zal voortgaan tot de terreur^ wijl zij niets meer heeft om te verwoesten, in haar eigen vlammend zwaard valt. Regeeren door vrees is gelukkig slechts gedurende korte periodes mogelijk. Er zijn vroeger altijd tyrannieën geweest, en er zullen altijd tyrannieën blijven. Maar deze totalitaire tyrannieën hebben wel een zeer bizonder karakter, zij dwingen een ieder om altijd bang te zijn." En dat moet, naar het oordeel van den schrijver, tot den ondergang door zelfvertering leiden.

Het geneht zal over het bolsjewisme voltrokken worden. Zijn leiders bestrijden den godsdienst, omdat deze in hun oogen niets anders is dan een uiting van bijgeloof en heidensche vrees. „De duisternis en de angst, waarin de ^eloovigen Ieven", beloven zij met het „heldere licht der wetenschap" te verdrijven.

Deze godloochenaars en bespotters der religie maken echter zelf van heidensche methodes gebruik om het volk te regeeren. Zooals de heidensche toovenaars het volk gedurig doen beven voor duistere machten, zoo maken ook zij het volk verschrikt en beangst, zoo omringen ook zij het met booze geesten, die slechts door belangrijke offers geweerd kunnen worden: offers van bloed en bovenmenschelijke arbeidskracht

Zij, die in hun overmoed God wegjoegen, dwingen het volk tot een ergerUjken afgodendienst, en houden het zoo in hun macht In _plaats van [het te verheffen, hebben zij het in een verderlelijke superstitie doen wegzinken.

„De menschelijke ziel kan de religieuze leegte niet verdragen, de mensch die het religieuze geloof verloren heeft, is de slaaf van een onbedwingbare neiging tot afgoderij de afgod kan echter aan zijn aanbidders geen genade, geen geestelijk voedsel schenken." i°)

• De bolsjewisten hebben zulk een „religieus vacuum" gewild. De menschehjke ziel is nu onmachtig om den sterken druk van buiten te weerstaan. Moge het Ujden, dat zij dientengevolge moet doormaken, weer verlicht worden door het binnenstroomen van de genade des Evangelies.


1) 7 Nov. 1934 besloot het Uitvoerend Comité der Komintern tot een nieuwe eenheidstactiek. Het doel was om een soort werkgemeenschap tusschen socialisten en communisten in alle landen tot stand te brengen. In Frankrijk was dat toen reeds gelukt. De leider, Dimitrof, is de motor van de Volksfrontacties. (Zie „Ost-Europa", 1934, pag. 152.)

2) Zoo b.v. de Webb's: „All these motives for intolerance may fade away as the Soviet Government feels its own existence definitely ensured". („Soviet-Communism", deel II, pag. 1012.)

3) v.g. Stanley Jones: „Christus' Antwoord op het Communisme", pag. 154 en 131.

4) Malcolm Muggeridge: „Stalin's New Purge (Stalin's nieuwe zuiveringsactie) in „The Fortnightly", Oct. 1936, pag. 442. , J)e Standaard" van 22 Oct. vestigde de aandacht op dat artikel.

5) In den tekst staat: „They are the terrorists' terror", de terreur voor de terroristen.

6) H. Pörzgen: „Ein Land ohne Gott", pag. 129.

7) Door voortdurende „uitsluitingen" en „zuiveringen", waardoor vooral de ouderen getroffen werden, is nu 80 pet. van de leden der communistische partij 20—35 jaar oud. Deze hebben dus de revolutie van 1917 eigenlijk niet meegemaakt. De oudere garde is dus ver in de minderheid, zij wordt gewantrouwd.

8) Muggeridge spot hier een beetje met de Webb's, die in hun boek de gruwelijke vervolgingen der koelakken e.a. „klassen" behandelen in een hoofdstuk getiteld: „The liquidation of the Landlord and the Capitalist". („Soviet-Communism", deel II, pag. 529 e.v.) Die uitdrukking zegt genoeg. Wat is er dikvnjls toch een groot verschil tusschen een ijver voor sociale verheffing en werkelijke naastenliefde.

9) Men leze in het, in aant. 8, genoemde hoofdstuk de gedeelten, welke daarop betrekking hebben (pag. 557 e.v.).

10) Berdjajew: „Wahrheit und Lüge des Kommunismus", pag. 56.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT HET POLITIEKE EN SOCIALE LEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1936

De Reformatie | 8 Pagina's