GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen, daar zij het zagen, en een wolk nam Hem weg van hunne oogen. Hand. 1: 9.

Hemelvaart.

Het is zeer moeilijk ons voor te stellen, wat Jezus' hemelvaart voor Hemzèlven geweest is. "Wij zijn aardsch, en van nature zoeken we ons deel in dit leven; en zelfs als genade ©en nieuw, geestelijk en hemelscli leven in ons wrocht, en ons oog geopend werd voor ds dingen die boven zijn, — dan blijft toch nog deze aarde met haar verilioudingen en haar goederen zulk een belangrijk laandeel behouden in ons dienken, onze verwachtingen, onze geluksvoorstellingen. En wij kunnen ons daarom zoo moeilijk eenig denkbeeld geven van wat de hemelvaart voor Jezus zèlven geweest is.

Toch betrof die hemelvaart eerst 'Hèm: , en past het ons bij dit heilsfeit vóór alles te bedenken, wat 'het voor Jezus beteekend heeft, dat Hij van deze aarde de hemelsche heerlijkheid' binnenging.

Deze aarde, — wat had' ze Hem and'ers gebracht dan strijd en lijden en dood? En dat waarlijk niet alleen aan het einde Zijns levens; doch van den aanvang af had Hij hier beneden den toorn Gods gedragen tegen de zonde; had Hij niet anders gekend dan menschelijke en duivelsche vijandschap, waartegen Hij immer weer, zonder rust, moest inworstelen; had Hij slechts geademd in een wereld van boosheid', die Zijn heilige ziel met afkeer vervulde. En wel lag er vertroosting voor Jezus in de wetenschap dat Hij den wil des Vaders volbracht, en vertroosting ook in de Hefde der discipelen; maar 'twas zoo lang en zoo bang eer Hij aan dien wil des Vaders ten einde toe üiad voldaan, en hoeveel droefheid hebben onverstand en kleingeloof juist van die discipelen Hem aangedaan.

Maar nu, — de hemel.

Met welk verlangen moet Jezus om'hóóg hebben gezien; naar de volle rust en storelooze vrede, naar de verzadiging der vreugde voor Gods aangezicht; met welk een sterke begeerte heeft Hij het oogenblik verbeid, waarop de Vader Hem tot Zich wenkte, en den wolkenwagen Hem tegemoet zond.

De hemelvaart is voor Jezus een onbeschrijfbare overgang geweest.

Daar den verzoenenden Vader te ontmoeten; geen toorn en verlating, maar enkel' goedkeuring en liefde in Zijn oog te lezen; daar den Heiligen Geest in hemelsche mate te ontvangen; de zaligen te zien, die Hij kocht met Zijn bloed, en hmi aanbidding te ontvangen; de engelen, en| al de nooit geziene heerlijkheden des hemels.

Ja, — de nooit geziene heerlijkheden.

Want zeg nu niet, dat toch de Zoon van God' de hemelsche schoonheid', waarin Hiji thans ingeleid werd, reeds kende. Immers betrof het hier deal mensch Jezus Christus. In Zijn menschelijke natuur was Hij nimmer daarboven geweest. Nooit Ihad Zijn menschelijk oog den hemel gezien, noch Zijn oor de klanken daar vernomen. Jezus had wel de hel gekend, niet den hemel. Hoe zal Hij nu de volmaakte schoonheid bij GodI hebben genoten. En dan de heilige bevrediging Zijner ziel, dat Hij daarin het loon ontving op Zijnen arbeid; dat Hij de opdracht des Vaders had vers'uld, en Zijn liefde dien Vader een volkomen werk kon aanbieden; en dat Hij de Voorlooper was van een volk, dat straks eeuwig met Hem in de hemelsche heerlijkheddl zou leven.

Is liet niet goed, bij de hemelvaart vóór alles te denken aan wat deze voor Jezus zelven geweest is?

Wij doen dat te weinig.

Veelal geven we orts er eerst — zoo niet geheel — rekenschap van, wat die hemelvaart voor óns beteekent. W'al ze óns nut, is de vooropliggende vraag.

Maar toch, — waai- deze laatste vraag waarlijk in het hart leeft, daar zal ook die andere niet ontbreken. Want het kan niet anders of een ziel, die behoeftig grijpt naar de schatten van Jezus' liemelvaart, zal in liefde en dankbaarheid Hem gedenken die ze verwierf. Al zouden we dan persoonlijk nog niet verzekerd zijn van ons deel aan Christus, dan zal het toch onze begeerte zijn dat H ij verhoogd en verheerlijkt worde, die Zich gaf voor verlorenen. Wie ongevoelig blijft voor de eere en zahgheid van Jezus Christus, hoe kan hij eenmaal zijn plaats hebben onder de schare der verlosten, die daarboven jubelen zal: — Het Lam, dat geslacht is, is waard te ontvangen de eere en de aanbidding en de heei'lijkheid.

Maar wie in de verhooging en genieting van Christus blijdschap en voldoening heeft, die mag daarin het kenmerk dragen, dat hij in liefde aan, Christus verbonden is. Zou het Lichaam zich niet verheugen in de verheerlijking van het Hoofd?

Klimme dan op Hemelvaartsdag de Kerk des Heeren in den geest op naar de hoogte van den Olijfberg, en zie ze haar Heiland na in blijdschap over de zaligheid die Hij geniet.

Zelfs, — doch Zijn zegenende handen weerspreken die onderstelling, — maai* zélfs indien Hij alleen voor Ziohzelven ware opgevaren, dan nog zou het een feesture voor Zijn gemeente mogen zijn. Ze zou zelf meegenieten in de genieting van haar Jezus.

Hij die ter helle daalde voor zondaren, ^ Hij Ihebbe de eerste en hoogste aandacht bij Zijn hemelvaart. Zijn verheerlijking zij de diepste bevrediging onzer ziel. „Hij zal leven; en men zal Hem geven van het goud van Scheba, en men zal geduriglijk voor Hem bidden; den ganschen dag zal men Hem zegenen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1937

De Reformatie | 8 Pagina's