GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDING EN EVANGELISATIE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe staat bet met de Zending In Oost-Indië? '

Eienigen tijd geleden vestigden wij de aandacht op het zeer belangrijke boek van WUham Paton: Qirisüanity in the ©asteirn conflicts. Na ©en studiereis door het Oosten gaf Paton, secretaris van The International Missionarj' Council, in dit boek het resultaat van zijn eirvariugen en beschouwingen. Ter voorbereiding v, an de groote Wereld^ Zendingsconferenüe te Hangdhow beeft deze vruchtbane schrijver ons een grooten dienst bewezen.

"Wij wiezen echter in onze bespreking erop, dat Paton wel Java bezocht, maar zich 'toch hieidl aan de uiteenzettingen over Japan, Cliina, En'gelsch-Indië ©n het Nabije Oosten. Wij betreurden dit; de Engelsch sprekende wereld mocht wel eens iets van Nederlandsch-Indië hooren! Het zou him geen kwaad doen. Maar klagen brengt geen verbetering aan.

Trouwens, ook wij, Nederlanders, hebben er behoefte aan om eens kort en krachtig antwoord te krijgen op de vraag: En ho© staat het nu met die zending in ons Indië?

Op die vraag heeft Dr H. Kraemer, taalgeleerde op Java in het belang der zending, en nu pas benoemd tot hoogleeraar aan de Universiteit te Leidten, het , antwoord gegeven in ©eni boekje, uitigegeven bij den boekhandel voor Inwendig© en Uitwendige Zending te Den Haag, verschenen onder den titel: De huidige toestand van het Christendom in Ned.-Indië.

Ter aanvulling van het boek van William Paton zal mien goed'doen ook deze brochure van Kraemer aan te schaffen. Het boekje is bijna 99 bl. grooj^ en kost slechts 65 et. En het loont de moeite van lezen en bestudeeren vele m, alen.

Kraiemer is duidelijk. Men, voelt het ; op elke bladzijde, dat hij zijn onderwerp volkoimen beheerscht. Als zendingsman heeft hij dan ook reeds een wereldvermaardheid verworven. Het lijkt ons toe, bij vroegere publicaties van zijn hand, dat hij positiever wordt in zijn beschouwingen; of misschien moeten wij zeggen, dat hij zich beshster uitdrukt, wat ons slechts genoegen doet.

De ütel dient even gerechtvaardigd. Dr Kraemer doet dit zelf in een Inleiding, als hij na een breede uiteenzetting eindelijk opmerkt: „In den titel willen wij onder woorden brengen dat wij, bij alles wat wij zeggen, steeds het Christendom in Indië als een eenheid in onze gedachten hebben, m.a.w. dat wij, op den uitkijk staande naar den huidigen toestand ©n de mogelijke toekomst-uitzichten, die Europeescho Christenen, de Inheemsche Christenen der Indische Kerk, en die der verschiUienda Zendüigsvelden en zelfstandige Inheemsche Kerken, binnen dien uitkijk betrekken".

Hij geeft dus niet aUeen zijn gedachten over den toestand der zending. En hij heeft er goed aan gedaan, in een hoofdstuk van 25 bl. ons wat over de Indisch© Kerk mee te deelen; ik zal eir wel niemand mee beleedigen, indien ik zeg, dat Kraemer ons hier veirtelt, wat zeer velen^ zelfs wel onder predikanten, onbekend is; en wat zij toch wel weten moeten. Als de schrijver in een noot op bl. 7 zegt, geheel en al te zwijgen over het Roomsch- Katholieke deel der Christenheid! in onze Oost, blijft hij in het vervolg niet bij dit woord: zie MjV. bl. 17. Maar het is wel zoo, dat dit ©en uitzondering is,

In zijn „Bieschouwing der zendingsvelden" geeft Dr Kraemer een goed) inzicht in den npod van Heidendom en Islam. • Dat het heidendom ten doode is opgeschreven, wordt nu wel , algemeen beseft. Het heeft geen grondslag en geen ruggegraat Tegen den aanval der Westersche cultuur is hpt dan ook niet bestand, eivenmin als tegen het binnendringen der groote godsdiensten. 'Over de wiereld van het animismie is dan ook het doods^ vonnis gestreken.

Het zal geen verlies zijn, als dit heidendom verdwijnt? Hot zij zoo; maar erger dan het overgaan b.v. tot den Islam, acht Dr Kraemer het, zoo de heiden wel zijn heidensche gebruiken uitwendig vasthoudt, maar toch wezenlijk de groote massa der ontwortelde godsdienstloozen vermeerdert, waardoor hij in den afgrond valt van geestelijke verlamming en ontlediging. Hier ontmoet de zending een nieuw probleem.

Eienigszins vreemd doet de zin aan: „In het licht van deze constellatie bezieiij is het vergaderen der nog heel of half heidensche stammen in de Christelijke Kerk, afgezien van all© bijzondere ziendingsmotieven, een weldaad voor deze volken, vooral met het oog op de toekomst". Men meene niet, dat Dr Kraemer van oordeel is, dat deae volken als zoodanig naar de kerk moeten worden ingelijfd; dat kan natuurlijk alleen in den weg v.an bekeering.

In tegenstelUng met het Animismi© beleeft d© Islam nog in enkele oplichten hier en daar een opwekking. D© lezers van het boek van Ds Pol: De zending op Midden-Java ten Zuiden, herinneren zich den naam van Moehammadijja, welk© in navolging van de zending, ook eigen scholen sticht, en door godsdienstonderwijs, propaganda, sociaal en pihilantropisch werk wil bewijzen, dat de Islam een levende , godsdienst is. Doch naast deze opleving is er toch stille ondermijning en verzwakking.

In deze wereld heeft het Christendom ingang gevonden.

Allereerst zijn er de Europeesche Christenen, die schier allen tot de Indische kerk behooren. Het doet ons echter goed te lezen: „De eemige groiep Europeesche Christenen van lielang, die buiten de Indische Kerk staat en zich door krachtig kerkel; ijk en godsdienstig leven onderscheidt, is die der Gereformeerde Kerken; haar ledental reikt ongeveer tot 4400". Het is een klein getial, maar toch ©en krachtige kerngroep. Bovendien zijn zij de ©enige Christenen niet; uit de Inland^ sche bevolking zijn er reeds ongeveer 800.000 vergaderd op . de ? endingsterreinen, waarbij komen de 650.000 Inlandsche leden der Indische kerk.

Zoo berekent dan Dr Kraemer het getal Prto.testantsche Christenen in ons Indië op' ongeveer 11/2 milliaen, met ruim 400.000 Roomschen. Het is niet veel op de meer dan 60 milhoen bewoners! Maar het getuigt toch wel van de kracht van het Evangelie! En jaarlijks neemt het aantal Christenen door den doop met ongeveer 40.000 toe. Deze dorre cijfers krijgen nog meer beteekenis, indien men ons Indië vergelijkt met andere zen^ dingsvelden. China b.v. telt 400 a 500 millioen inwoners, dus 7 maal zoo-veel als in Ned-Indië; toch zijn er geen 7 maal IV2 millioen Christenen, doch slechts 6 a 700.000. In Engelscfa-Indië wonen ongeveer 350 millioen menschen; dus 6 maal zooveel als in ons Indië; maar toch zijn er geen 6 maal IV2 millioen Christenen, doch slechts 2 mUliOien.

Wij mogien dus van veel zegen spreken. Dat de Ziending vruchteloos is, wordt door de genoemde cijfers wel heel duidelijk weersproken.

Op twee terreinen in het bijzonder vestigt Dr Kraemer de aandaclit: BorneO' en Nieuw-Guinea,

Vooral de medecieelingen van bet laatste _gebiedi zfln z; eer interessaat.

Dat wiij ook naar Java gebracht woirdien, bgt voor de hand. „Men zou kunnen zeggen, dat in Indië hxt groote zendingsp'robleem van de totekomst bet eiland Java is". Men zou ook kimnieiii zeggen, dat de Islam bet groote zendlngsVraagstuk der toekomst wezen zal. „Het is noodig om hierop telkens de aandacht te vestigen, omdat er ioi de Nederlandscbe zending, en nog meer in de Intheemsche en Em-opeesche kerk in Indië, een te sterke negatie van dit gewichtige punt de overhand heeft". Alleen West-Java zondert Dr Eraemer uit; dus ook op ons zendingsterrein zou deze fout schuilen. Nu, het is waar, dat men heel weinig over den Islam leest in de berichten van ons z, endingsveld; maar dat men op Java zelf er niet genoeg aandacht aan zou wiijden, lijkt ons een heel kras oor'deel; hoewel. Dr Kraemer zal toch niet ZOO' spreken dan uit eigen waarneming?

Biij het nagaan van dien staat der zending behoort zeer zeker ook het stichten van Inlandsche kerken; Dr Kraemer wijdt er een bijzonder hoofdstuk aan onder den titel: „Zelfstandiigjieid der Inheemsche kerken". En van hoeveel belang deze kwestie is, blijkt reeds uit een der eerste zinnen: „Voorzoover wij menschen bet kunnen beoordeelen, is deze stichting van Inheemsche kerken het meest ingrijpende feit geweest id de jongstie geschiedenis van de Christeljijke kerk in Indië." Dat het proces verhaast is, ligt aan allerlei omstandigheden. Indië is ook niet meer wat het 20 jaar geloden was. Daarbjij leerde de zending zelf beter de Oostersche wereld begriijpen. En zoo w.erd in de laatste jaren tot de stichting van zelfstandige kerken overgegaan.

Als Dr Kr.a, emer dan de Bataksche, de Oost- Javaansche, de Midden-Javaansche, de West-Javaansche en de Minahassische en Moluksche kerken noemt, laat hïj na op het ondersclieid dezer kerken te wijzen. Dit betreuren wij, ten zeerste. Voor de ingew; ijden is het toch wel bekend, dat de band b.v, tusschen de zending en de Oost-Javaansche kerk, en de kerk der J.avanen op ons Zenl- (iingsveld nogal verschillend is. M; ij dunkt, een di, ep ingaande bespreking op dit verschil ware niet ondienstig geweest. W; ij beschouwen het spreken over de zendingsvelden v, an Oost- en Wiest- Java in dit v.erband, met uitsluiting van Midden- J, ava, een tekort doen aan de objectiviteit. Dat trouwens Dr Kraemer de kwesties wel meer van uit het oogpunt der Genootschapszending schier alleen beziet, blijkt telkens in dit overigens zeer belangrijk hoofdstuk.

Maar wij mogen niet te lang worden. Ons artikel bedoelt d, an ook niet het lezen van dit boekje onuoodig te maken, maar veeleer er krachtig toe op te wekken. Een ieder, die w.aarljijk belang stelt in bet zendingswerk, kan hier te gast gaan; Dr Kraemer leidt op zeer eenvoudige w^ijze in in de moeilijkste kwiesties; men leert v.an bem. Moge spoedig een tweede druk noodig zijn! En worde dan wat meer aandacht gegeven aan de paar

punten, die w^j noemden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

ZENDING EN EVANGELISATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's