GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZiJn dit üw kinderen?

Zijn di t Uw Idnderen?

Diat had Riith de Moabietische met scliijn van recht kunnen zeggen. . eenigen

Zij was in het gezin van Elimélech met é& n> zelfkant van Israël in aanraking gekomen.

Ehmélech had den welstand voor zich en zijn gezin buiten het Verbond óm gezocht. Zijn volk had veertig woestijnjaren getrotseerd om het Heilige Land te beërven, hém vielen eenige crisisjaren te lang. Het land, overvloeiende van melk en honig, loog, omdat het overvloeiende was van de zonde van Verbondsverlating. Maar Elimélech heeft niet geworsteld om de vervulling der ben lofte, hij is vlug geëmigreerd naar een land, waarvoor hij geen belofte had. De economische nood was voor hem een quaestie van gpas, niet vaa Verbondszegen en Verbondsvloek. Misschien heeft hij zijn afhoereeren wel gemotiveerd. „Is het mijn schuld? " kan hij geredeneerd hebben, „Israël is geestelijk zoo gezonken, dat je nog beter met ernstige, hoogstaande Moabieten omgaan kunt!"

Zijn zoons, Machlon en Chiljon, zijn op den weg der Verbondsverlating verder gegaan. Als zij daar in Moab met een paar knappe, lieve meisjes kennismaken, dan komt het al dra tot verloven en trouwen. Heidinnetjes, weliswaar, maar van een sympathiek genre! En: als zij nu eenmaal zin in elkaar hebben!

In Naomi, de lieve en mooie vrouw, schijnt wel iets anders geleefd te hebben. Althans zij liruipt, verouderd en beroofd, als een geslagen hond naar het Land van Immanuël terug. Maar het geloofsvertrouwen is in haar toch ondergegaan. Zij voelt zich meer lijderes dan zondares. Zij klaagt meer over de wegen des Heeren dan over haar weg van Verbondsverlating. Als Orpa mee opgaan wil en reeds op den drempel staat van het Land der Belofte, stoot zij haar af: „Och kind, in Israël is het ook niets gedaan! Je kunt beter met een Moabiet trouwen!"

Schaffen wij die tableaux over „Orpa's keuze" maar gerust af en zeggen wij met droefheid van Naomi: „die wilden ingaan, hebt gij verhinderd!" En dit alles, omdat de vastheid van het Verbond voor haar is verdonkerd: „ik ben Zijn Idnd niet, de Almachtige heeft tégen mij getuigd!"

Maar zie nu het wonder van het geloof! Ruth, de Moabieüsche, heeft Gód gezien. God gezien in Zijn Verbond, want een ander zien van God is er niet. Daarom; heeft zij ook de Kerk gezien in Elimélech en Naomi. Dan zegt zij niet: „Zijn dit Uw kinderen? ", maar dan spreekt het geloof in haar: „Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God." Omdat zij God zag in Zijn Verbond, heeft zij het evangelie gehoord en in één adem heeft zij^ de Kerk ziende, beleden: „waarvan ik een levend lidmaat ben en eeuwig zal blijven." Als een Jubel klinkt van haar lippen een psalm des Verbonds!

Ruth, Ruth, gaat dat zoo gemaldcelijk?

Naomi, je oude moeder, vraagt nog weifelend: „Ben ik Zijn kind wel? " en jij neemt het zoo maar aan. Maar Boaz heeft den eenigen troost verstaan: Uw loon ti] volkomen van den Heere, den God Israels, onder Wiens vleugelen g'ij gekomen zijt om toevlucht te nemen!" En Boaz is daarin beeld van Hem, Dien God macht gegeven heeft over alle vleesch, omdat Hij al, wat God Hem gegeven heeft, het eeuwige leven geve.

Zullen wij nu het woord Verbond vanwege deszelfs onbegrijpelijkheid opbergen in een theologisch lexicon?

Zullen w ij de Kerk in de Zending en in de Evangelisatie achteraanzetten... om de menschen niet af te stooten?

Zullen wij zelf niet ingaan — althans niet ingaan in de vrijmoedigheid des geloofs — en zullen wij verhinderen die ingaan willen?

Of zullen wij Ruth de Moabietische geloovig nazingen den psalm des Verbonds?

Die Man zal niet rusten totdat Hij onze zaalc

voleind hebbe!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1937

De Reformatie | 8 Pagina's