GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een oud, altijd nieuw prolileem.

Gerard Meerstadt: Ontworteld. — H. A. van Bottenburg N.V., Amsterdam.

Herhaaldelijk wordt een zelfde gegeven in verschillende boeken behandeld. Er zijn zelfs onderwerpen, die een zoo sterke aantrekkingskracht bezitten, dat ze doorloopend zich een plaats zien aangewezen in de literatuur.

Hiertoe behoort zeker wel de kwestie der opstandige jeugd. En terecht. Van de oudste tijden af heeft de jeugd zich verzet tegen de denkwijze der ouderen, meenend dat de nieuwe tijd met de overgeleverde zienswijze had afgedaan. Onder tal van gezichtspunten kan dit onderwerp bekeken worden en steeds zal het iets nieuws kunnen opleveren, omdat de oppositie telkens nieuw materiaal kan aanvoeren. Niet het minst richt zich het verzet tegen de godsdienstige overtuiging der ouderen. Steeds weer worden er aanvallen ondernomen op het oude geloof, en dat zal blijven doorgaan, omdat elke tijd meent af te kunnen rekenen met de „aftandsche" godsdienstige begrippen, doch het geloof zal nooit verdwijnen.

Het lijkt tamelijk eenvoudig, een boek te schrijven, waarin de hoofdpersoon breekt met den godsdienst, waarin hij is grootgebracht. Men ziet het immers, helaas, zoo veelvuldig, dat wel ieder voorbeelden kent uit zijn omgeving. Maar toch is niets haast zoo moeilijk, als het schijnbaar eenvoudige. De literatuur toch ontleent zijn stof wel aan het leven, maar neemt maar niet lukraak een geval, om dat meer of minder uitvoerig te gaan beschrijven. Er moet naar de diepte worden afgestoken. Psychologisch moet zich het probleem ontwikkelen, oorzaak en aanleiding moeten logisch verbonden zijn, het oude milieu en de nieuwe toestand dienen zoo gezien te worden, dat de lezer uit het fictieve geval de werkelijkheid leert kennen.

De jonge, althans zooals men spoedig merkt nog niet geroutineerde schrijver Gerard Meerstadt, heeft in zijn boek „Ontworteld" een dergelijk geval van opstandigheid beschreven. Zijn hoofdpersoon is een jong, intelligent meisje, vriendelijk, knap en flink in haar werk. Dat zulk een meisje maar niet zoo haar geloof overboord gooit, ligt voor de hand, en de schrijver laat dit ook zien. Reeds als kind heeft ze zich geërgerd aan de zondagsviering van haar ouders. De dag, die voor de buurkinderen een feestdag is, werd haar een regelmatige kwelling, door het verbod buiten te spelen. Wat haar in de plaats daarvan gegeven wordt, blijkt echter niet. Wel worden de ouders steil orthodox genoemd, maar het leven in den huiselijken kring wordt ons onthouden. Het begin teekent alleen een vader, die niet met zijn volwassen dochter spreekt, maar haar onder vage dreigementen zijn wil steeds oplegt. Als het meisje zich dan ten slotte openlijk daartegen gaat verzetten, en ronduit bekent dat ze niet langer wil huichelen, maar eerlijk wil doen, wat haar hart haar ingeeft, gebeurt er niets. De zachte moeder, tegenbeeld van den strengen vader, staat geheel buiten het zieleleven van haar kind. Wel lezen we later het verslag van een huisbezoek. Een onsympathieke ouderling, die zijn eigen huis niet wel regeert, trapt met de laarzen van zijn cliché-argumenten de laatste sprankjes liefde voor het ouderlijk geloof uit, terwijl een goedige dominee daar zonder een woord te spreken bijzit.

Deze beschrijving doet onrecht aan het oude, godsdienstige milieu, daar alleen het leelijke naar voren gebracht wordt en het ware, levende geloof, dat zooals later blijkt in de ouders zeker aanwezig is, niet aan het woord komt. Dit komt vermoedelijk hierdoor, omdat de schrijver te veel vertelt, het gebeuren niet laat zien. Het geheele boek door is dit een groot bezwaar. Ingrijpende gebeurtenissen beleeft men niet, maar deze worden, als ze allang voorbij zijn, even aangeroerd. Daardoor heeft de handeling een zeer springend verloop. Telkens hooren we weer iets van de hoofdpersoon tusschen lange passages in, die met haar niets te maken hebben.

Het meisje heeft n.l. op een breedvoerig verteld© fietstocht, waarvan alle onbelangrijke voorvallen breed uitgemeten worden, een ongeluk. Ze wordt thuisgebracht door een jongen man, en ieder begrijpt wel, wat het gevolg daarvan zal worden. Nu wordt het milieu van dien jongen man beschreven, omdat het arbeidersmeisje straks zal komen in de luxe omgeving van een groot-industriëel. Elk der leden van deze voorname, wereldsche familie wordt ten voeten uit geteekend. We zien alras, dat achter dien uiterlijken voorspoed een wereld van leed verborgen is, en dat het flinke arbeidersmeisje geen slecht figuur zal slaan in deze familie, waartegen ze natuurlijk opziet. Maar op hun beurt wordt de fabrikantenfamilie weer met opgetrokken neus aangekeken door een aangetrouwde adellijke familie. Dit adellijk gezin, weer maatschappelijk hooger, verbergt nog meer verdriet achter stilzwijgende voornaamheid. De ongenaakbare freule moet het lijdelijk aanzien, dat haar man meer voelt voor de proletarische fabrikantendochter, dan voor haar ouden adel. Zij kan er zelfs niets aan doen, dat beiden een tocht maken per auto naar Zwitserland. Dit spelen van kat en muis leidt wel is waar niet tot wettelijke ontrouw, maar laat toch goed gevoelen, dat de huwelijksopvattingen in de hoogere standen niet streng zijn, ondanks het correcte uiterlijk.

Deze tocht heeft plaats, als ook de hoofdpersoon met haar rijken man op de huwelijksreis is in Zwitserland. Beide paren doen ervaringen op, maar komen niet met elkaar in aanraking, zoodat de lezer zich afvraagt, waarom die samenloop dan zoo uitvoerig verteld wordt. De tocht van het nietgetrouwde paar wordt zelfs met veel meer woorden beschreven, tot de thuiskomst toe zelfs. Ondertusschen is de freule bij haar ouders thuis en ziet de schrijver kans ook nog even, neen lang, het ongelukkige leven van die ouders te beschrijven.

Het in Zwitserland door ons achtergelaten paartje ontmoeten we pas weer, nadat ze al maanden lang thuis zijn. Van hun leven geen woord. Alleen wordt ons duidelijk, dat de jonge vrouw heel erg ziek is geweest, en dat ze toen veel heeft nagedacht over haar leven, maar wat dat is, komen we niet te weten. Ze zal haar ouders weer eens opzoeken. Nu neemt de schrijver de kans waar, deze oudjes te teekenen in hun geloofsworsteling. Nadat we zooveel leed, ellende en ongeluk hebben gehoord van rijken en armen adel, is het een verademing, als tegenstelling, het innerlijk leven van deze eenvoudigen te zien en mee te leven. Want hier is de schrijver op zijn best.

De geloofsstrijd van den vader, die achter zijn harde woorden en slappe houding gebrek aan geloof in de verbondsbelofte ziet, is goed beschreven. Nu blijkt, dat deze menschen, in hun eenvoudige levensomstandigheden, nog niet het slechtste deel hebben. Hun leven heeft inhoud, en ondanks hun vele en groote fouten, waarde. Zij zien tot hun vreugde, dat God hun dochter niet heeft losgelaten, die zij loslieten en dat zij „thuis" zal komen „als het God belieft".

De opzet van dit boek is daarom goed, maar de compositie is heel zwak, ontbreekt soms geheel. Het is den schrijver niet gelukt, de verandering bij de jonge vrouw psychologisch uit te werken. Haar leven blijft te vaag, omdat te schril geteekend is het contrast tusschen de drie families. Twee daarvan, die nu een groot deel van het boek vullen en zelfs tamelijk scherp naar voren komen, hadden met een enkele lijn kunnen worden geschetst. Doch hier juist zijn dikke lijnen — te dik zelfs — gelrokken, terwijl het beeld van de hoofdfiguur in stippellijnen is aangegeven. En de gapingen tusschen de punten, het verzwegen deel, blijkt voor den ontwikkelingsgang niet het onbelangrijkste geweest te zijn.

De schrijver heeft zich uitgeput in détailteekening, die dikwijls goed is, waardoor de draad van hel verhaal telkens aan zijn handen ontglipt.

Meerstadt toont een vlotte pen te bezitten, waardoor hij, met meer zelfcritiek, stellig een goed boek kan schrijven.

„Ontworteld" zal door wéinig-kritische lezers met genoegen gelezen worden, maar daar moet de schrijver niet op speculeeren. Ingrijpende problemen, als hij heeft aangesneden, verdienen een bezonnen behandeling, en, me dunkt, de schrijver kan die wel geven als hij zich daarop concentreert.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 1937

De Reformatie | 8 Pagina's