GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Totalitarisme.

„Zeg hel met een woord en mijn knecht zal genezen worden" (Lukas 7:7). Zoo wendde een Romeinsch infanlerie-kapitein zich tot den Heiland.

Hij is wel een zeer ménschelijk officier geweest gelijk hel Woord Gods er ons vele teekent.

Wal laai hel evangelie warme harten kloppen tegen een uniformjas! Ook door het evangelie jubell het scheppingswoord: Laai ons menschen maken! Om alle roem Ie beschamen, lezen wij van vrome financiers, bekeerde hoeren, godvreezende soldalen, méér dan van vrome priesters en wetgeleerden.. Zoo was déze man geen bulderbast, maar iemand wiens gemoed bewogen was uil bezorgdheid voor een zieken slaaf. Deze man was in een school van wreedheid en hooghartigheid tot zijn rang opgeklommen, maar God had hem gebracht in de school der genade en hem vorderingen doen maken zoo grool, dat hij de kinderen Israels verre achter zich liet.

Opmerkelijli is, hoe de genade dezen militair heeft gehandhaafd in zijn typische eigenschappen. Immers hij denkt totalitair. Jezus is hem niet maar de verlosser van zielen, maar van den ganschen mensch. Hij bidt niet: Heere, neem mijn knecht op üi de eeuwige heerlijkheid, doch: genéés hem, want hij lijdl zware pijnen. Hij eigent zich ook niet de genade alleen toe: Jezus is zijn Heere, zooals hij concreet daar leeft in zijn balaillon, met zijn slaven incluis.

Ook doet hij zijn verzoek als een militair. Soldalen zijn gewend aan den vorm. Een verzoekschrift aan de opperste legerleiding moet de verschillende instanties passeeren en door de onderbevelhebbers geverifieerd zijn. Deze man was — zonder hel te welen — een knaap in kerkrecht! Hij doet zijn smeekbede aan den Heiland toekomen via de ouderlingen der Joden.

Helaas, deze eerwaarde mannen blijken in de school der genade bij lange na niet zoover gevorderd te zijn als hun eenvoudig gemeentelid. Zij denken niet totalitair en hebben van hel geloof nog maar een gebrekkige voorstelling. Zij vatten dit als een fondsje op en zeggen: Meester, daar zit wel wat bij dien man! Hij is om zoo te spreken werkelijk sympathiek. De commissie voor het Bouwfonds kan daarvan getuigen!

Nu komt echter deze militair tot een tweede handeling, die hem ongetwijfeld moeilijk is gevallen, omdat hij den schijn van insubordinatie niet kan vermijden. Hij heeft zoo straks het kerkelijk ambt geëerd, door zijn verzoek te doen overbrengen door de ouderlingen der Joden. Maar zijn eerbied voor Jezus dwingt hem nu, al is het op de meest bescheiden wijze, zijn ambtsdragers te corrigeeren. Hij Is waardig dat Gij hem dat doet! hebben zij verklaard. Dat is blijkbaar tol den hoofdman doorgedrongen, daar is een gerucht tot hem gekomen; zij hebben u warm aanbevolen! Ach, daar was wel iels in, dat zijn harl goed deed. Het is alsof zijn kerkelijke hoofdofficieren een ridderster gespeld hebben op zijn tuniek! Maar wat zijn ziel warm aandoet, doet zijn geloof pijn! Zóó, met die ster op zijn borst, zóó als ridder, wil hij Zijn Heere niet onder de oogen komen.' Hij zou vergaan van schaamte als hij daar moest aantreden als die brave man, die zooveel voor kerkbouw gegeven had! Dus zendl hij eenige vrienden om die kerkelijke altestalie ongedaan te maken. Zooals een soldaat de houding aanneemt en rapporteert: Mijn Veldheer, ik heb mijn post moeten opgeven, ik ben als een lafaard gevlucht, ik heb den slag verloren! zoo treedt hij voor den Heiland en belijdt: ik ben niet waard, dat Gij tot mij zoudt komen, ik ben niet waard om zelf voor U te verschijnen.

Nochtans, het is zijn geloof dat zijn onwaardigheid belijdt en dat desondanks den Heiland omklemd houdt. Een zeer gróót geloof! Hij ziel het koninkrijk der hemelen als een soldaat dat ziet: alles slaat onder Uw bevel. O, mijn Opperste Krijgsheer, waarom zoudt Gij hel front verlaten om naar mijn kazemat te komen? Spreek slechts een woord en mijn knecht zal genezen zijn. Ik zal U niet voor mijzelf in beslag nemen. Het is mij voldoende als ik in de groole beweging Uwer genade slechts een schakeltje wezen mag.

Toen zeide de Heere: Ik heb zoo groot een geloof zelfs in Israël niet gevonden.

Lezen wij voor dat: in Israël! maar eens: in de Geref. Kerk, in de meest zuivere openbaring der kerk, niet gevonden. Bidden wij:

Doe ons gelooven op Uw Woord Dat Gij ons, arme zondaars, hoort. Niet om onz' eigen waardighêen. Maar om Uw Zoon, om Hém alleen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1938

De Reformatie | 8 Pagina's