GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER BRIEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER BRIEVEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater. Wij zouden nog wat met elkander praten over Vinet. Welk een merkwaardige plek op de kaart van Europa is toch het meer van Geneve.

Aan den oever- van dat meer werkte Calvijn. en van daaruit vloeide, door de volkomen gehoorzaamheid aan het Woord van God, een levensstroom door Europa's dreven, bevrijdend en sterkend alle leven, niet het minst dat van den staat.

Maar daar leefde ook Rousseau, de geest der ontbinding van alle door God gelegde levensverbanden, die Europa stortte in de ellenden van een gedurig stijgend verzet tegen God en Zijn heiligen dienst.

Rousseau, de man van het individualisme, dat den mensch los maakt van God, alle werkelijken levensband wil verscheuren, om de menschheid dan weer saam te grijpen in het verband van den absoluten, goddeloozen staat, den Leviathan van Hobbes.

En eindelijk vindt men daar ook de stad van Vinet, den man, die Evangelie en Revolutie wil verbinden, die, naar veler oordeel, een, zooals Groen hem noemde. Ootmoedig christen, maar die in zijn tot het uiterst doorgedrongen individualisme Rousseau hoegenaamd niets toegaf.

Geen leven uit de verbonden Gods, die heel het leven dragen, maar een gedurig meer heenwerken naar een allen levensband brekend individualisme.

Men heeft in ons land steeds moeite gehad, om Vinet goed te verstaan en feitelijk blijven de twistpunten daaromtrent nog steeds dezelfde.

Groen en zijn vrienden van den Reveil zagen in Vinet den geloovigen orthodoxen Christen, die de hoofdwaarheden van het Christelijk geloof, als zij, beleed.

Vrijzinnigen hier te lande, beweerden, dat Vinet een der hunnen was, zeker werkend'met de oude christelijke termen, maar overigens man der modernistische gedachten.

Beiden hadden misschien ongelijk, hoewel naar onze meening, die ook de m-eening is van den schrijver van het uitnemend proefschrift , , Vinet en Hollande", dr P. Keyzer, het grootste stuk van het ongelijk lag bij Groen en bij Lohman en andere grooten in ons land, die veel hielden van Vinet.

Merkwaardig is. dat hier te lande juist aan dat werk, waaruit men Vinet het best kan kennen, nl. zijn , , Essai", betrekkelijk weinig aandacht is geschonken.

De zaak zat zoo: men was er verlegen mee. Want in dat werk teekent Vinet zijn wijsbegeerte, en die is het tegendeel van Christelijk, Schriftuurlijk.

Het zou mij te ver voeren hier die wijsbegeerte nader uiteen te zetten. Zij komt, wat de hoofdzaak betreft hierop neer; dat de zondeval, of misschien beter gezegd, het plaatsen van den mensch voor het proefgebod, de wording beteekent van den eigenlijken mensch: het

individu. De staat, der rechtheid in het scheppingsverbond was niet meer dan een staat van onschuld en onnoozelheid.

Het proefgebod deed den wezenlijken mensch ontwaken. Hetzij de mensch ware staande gebleven, hetzij hij zou vallen, overwinnaar of overwonnene, hij zou het bewustzijn ontvangen, veroverd hebben, van de oorspronkelijke eenheid tusschen hem en de waarheid; overwonnen, door het verlies van dezen staat te betreuren, overwinnaar door hem ten allen tijde te genieten in zijn rustige conscientie.

De mensch werd overwonnene, maar door Christus kan hij weer overwinnaar zijn.

' En zoo gaat hij dan voort uit zijn strikt individualisme zijn conclusies te trekken. De mensch is individu en moet volle ruimte hebben zijn overtuiging té uiten. Hij is daartoe geroepen. Voor Vinet komt het bij den mensch allereerst op ernst aan. De staat mag geen meening verbieden.

Kwaad, kan die volle vrijheid ook niet, omdat naar Vinet's overtuiging de waarheid, als zij maar diep genoeg in den mensch doordringt, in zijn geweten', daar het goede aanknoopihgspunt vindt, en een goede aarde. Dan zal ook overeenkomst mogelijk blijken tusschen menschen, want de waarheid is één. De zonde heeft dus den mensch in zijn diepste wezen niet aangetast, Dat is een zeer ernstige dwaling, die tot allerlei gevaarlijke stellingen moest leiden.

Het individualisme gaat bij Vinet ten slotte zoover, dat hij niet slechts het wezen, van den staat, dat groote werk Gods, niet ziet, maar ook niet dat der kerk of van het gezin.

Eigenlijk is ook het gezin een sta in den weg voor de individualiteit maar, gelukkig, de mensch wordt eens zelfstandig, en moet zelve kiezen; in een weg, die altijd door den twijfel heengaat, zal de waarheid worden gewonnen.

• De kerk wordt zoo niet dan een samenraapsel van menschen, die voor het moment gelijk denken; daar is de volle vrijheid; de staat is alleen een noodwendige eenheid, feitelijk een stuk zonde, de mensch zonder geweten, daarom alleen aangewezen op de stoffelijke dingen, opdat de kerk of liever het individu volkomen vrij zoude blijven.

•Vinet geloofde in den liberalistischen staat en hij bestreed het socialisme, maar Groen heeft, op dat punt zijn vriend aanstonds fel tegentredend, duidelijk doen zien, dat de staat van Vinet moet uitloopen op den staat van Rousseau. Heeft de staat religie, dus Vinet, dan heb ik er geen. Heeft hij geen religie, dan bezit ik die. Rousseau's dwangstaat was voor hem een gruwel; maar zijn beginsel dreef er toch heen.

Vinet wordt genoemd de vader der ethische richting. Zijn invloed in Europa is groot geweest, maar in den grond der zaak verderfelijk, want hij werkte, zonder dit zelf te verstaan, mee tot de ontwapening der Christenheid tegen het voortwoekerend kwaad der revolutie.

Wa& rheen het individualisme ten slotte ook den geloovigen Christen voeren moet, blijkt uit het leven van Vinet zelve. Hier te lande citeerde men nimmer uit de vierde uitgave van zijn voornaamste werken, waarin Vinet allerlei belangrijke veranderingen aanbracht, getuigende van de afbraak van zijn Christelijk geloof.

Hij loochende ten slotte het plaatsvervangend, verzoenend lijden van onzen Heiland en Heere. Hij bleef spreken van de zonde maar de erfschuld kon hij uiteraard evenmin erkennen. Christus, de God-mensch, was voor hem tenslotte alleen gekomen, om te verkondigen, dat God de zonde vergeven wil.

Over de beteekenis van deze feitelijk logische ontwikkeling bij Vinet wordt ook thans nog gestreden. Men laat zijn illussie omtrent Vinet niet gaarne los, en wie van hem houdt — en wie moet dit niet, als hij hem opmerkzaam leest? — blijft gaarne in hem den geloovigen Christen zien, die, naar wij hopen, ook uiteindelijk in het oud geloof is heengegaan.

Maar de waarheid gaat toch bovenal. En Vinet blijft voor de christenheid in • Europa een waarschuwend voorbeeld. Daar wordt in onze dagen in de gereformeerde kerken een strijd om den doop gevoerd. Er zijn er, die meenen, dat het geschil, waarover het hier gaat, van geringe beteekenis is. Zij vergissen zich ten zeerste.

Als wij de geweldige beteekenis van het verbond naar de Schrift niet goed meer zien, dreigt de val in piëtisme en subjectivisme, dat naar de verheerlijking van het individu ten slotte leiden moet. Hier geldt het , , principiis obsta".

Wie de zuiverheid van het verbond verdedigt, strijdt voor het behoud van de kerk en van den staat.

Wormsers woord is en blijft van groote beteekenis, en wie daaraan wrikt, zooals nu reeds geschiedde — hoorde ik het prof. Dijk niet zelve zeggen, dat dit woord voor hem niet van zoo groote waarde was? — raakt aan de fundamenten van het leven.

Groen van Prinsterer liet niet ten onrechte in zijn geschriften telkens weer met vette letter drukken; in de Calvinistische reformatie liggen grondslag en waarborg onzer constitutioneele vrijheden.

Wij moeten altijd weer naar Calvijn terug. Helaas zien wij daarvan buiten ons land ook bij de meest sympathieke christenen zoo weinig.

Ik denk nu aan den bekwamen Denis de Rougemont, minder vast in de waarheid dan de Rougemont der negentiende eeuw die Vinet zoo krachtig bestreed.

Het orgaan der Christelijk historische partij sprak van hem als van een geloofsgenoot.

En wij willen daarvan niets afdoen. Hij getuigt ergens van de vastheid van het Christelijk geloof. Hij ziet een joiig geslacht zijn leven geven voor idealen, welks inhoud het niet eens verstaat.

Alleen de christen, zegt hij, 'als die sterft voor'èijn geloof, weet waarvoor hij zijn leven geeft. Hij sterft in de zekerheid, die zijn geloof hem schonk in de opstanding ten laatsten dage en het gericht Gods. En achter hem weerklinkt het woord: het is volbracht. Aan het Kruis.

Maar zal de strijd, die de Rougemont wil strijden baat brengen voor het ontworteld Europa? Wij ontmoeten in hem weer Vinet, den individualist. Evenals dit het geval is bij Btunner en de zijnen, die Vinet niet noemen, maar met hem van oordeel zijn, dat de staat is de mensch zonder geweten. Wezenlijk machteloos voor den geestelijken strijd, die alleen Europa redden kan uit het doodelijk verderf der Revolutie.

Als de Rougemont zich afvraagt, wie van beiden, Kierkegaard of Goethe den strijd tegen het nationaalsocialisme zoude hebben kunnen voeren, is zijn antwoord: niet Goethe en daaraan heeft hij gelijk, maar-we] de groote Deen. En dat zou nog te bezien zijn.

Kierkegaard, dus zegt hij, „est ma démesure, Goethe mon équilibre".

De individualist Kierkegaard, die ten slotte ook alle banden, door God gelegd, en geworteld in den band van het verbond, breekt, en den mensch alleen' doet staan in zijn angst.

Kierkegaard grijpt zijn geest, bovenmatig, en dan moet Goethe, de heiden, weer bieden het evenwicht?

Wij moeten naar Calvijns belijden terug. Naar de vastigheden, die onze God ons heeft gegeven.

En daartoe blijven getuigen te midden van een zoo verwarde wereld.

Getuigen voor de onwankelbare waarheid van het Woord Gods, van de ordinantiën, die de Koning der koningen handhaaft tegen alle menschelijk woelen in.

Met hartelijke groeten en heilbede uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 november 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER BRIEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 november 1945

De Reformatie | 8 Pagina's