GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER BRIEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER BRIEVEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater.

Het is voor ons zeer leerzaam eens te zien, hoe een Barthiaansche geest als Fritz Lieb, den gang der Russische communistische revolutie taxeert.

Wat daar in Rusland aan socialistisch succes wordt verkregen — althans volgens de bewering — lijkt den mannen en vrouwen van onze „partij van den arbeid", ook de Christelijk historisch nog denkenden, immers zeer waardevol, belovend een door hen gewenschte toekomst.

Ik zeg hier niets te veel en ten bewijze daarvan moge gelden, wat de heer Hofstra — socialistisch belasting deskundige o.m. zegt in zijn onlangs verschenen interressante werk: „Socialistische belastingpolitiek". Ik kom nog wel eens op dit werk terug. Nu alleen dit. Als hij heeft opgemerkt dat de vraag: wat zal ik met mijn geld doen, door den staat wordt beantwoord en niet door den burger zelf, zegt hij: Ruslands voorbeeld werkt hier. „Voor wie niet ziende blind en hoorende doof is, is de technische superioriteit van het beginsel der ordening boven dat van de vrije concurrentie toch wel overduidelijk door Rusland bewezen" (blz. 105).

De zich noemende belijder van den Christus, Fritz Lieb, is dit volkomen met hem eens.

Eens zei een vrijzinnig staatsman, in de dagen dat Viviani had uitgeroepen: wij hebben den arbeider den hemel ontroofd, wij moeten hem een op aarde terugschenken: zie naar Frankrijk.

Thans zegt men: zie naar Rusland, nu de tijd der wilde bloedige revolutie voorbij is, want, dus zegt de heer Hofstra, zooiets kost te veel bloed.

Het groote heil, het socialistisch paradijs kan ook bereikt langs geleidelijken, „democratischen" weg. Ook langs den ; , roomsch-rooden weg".

Ge ziet wel, dat wij er allen groot belang bij hebben het Russisch experiment te leeren kennen en dat met den bril van een Fritz Lieb op den neus. Wij weten dan meteen, wat wij aan zulk een profeet en aan zijn profetie hebben.

De revolutie in Rusland is eerst alleen materialistisch marxisme. Eerst dus alles afbraak, het wegvagen der oude „kapitalistische samenleving met , , liquideering" van den adel en de burgerij. Liquideering — vreeslijk euphemisms —; het beteekent ontketening van alle booze hartstochten, het loslaten van den tot wild beest geworden mensch, het uitmoorden van de bovenlaag der maatschappij, want men wil een klassenlooze maatschappij. Al het oude moet verdwijnen. De revolutie begint weer met het jaar één.

Weg met de Kerk en den godsdienst — dien opium voor het volk —; weg met het huwelijk — echtscheiding moet gemakkelijker zijn dan het koopen van een postzegel; vrijheid der vrouw, die niet aan huis gebonden mag zijn: afdrijving van de vrucht wettelijk en wetenschappelijk geregeld; weg met eiken moreelen band: sexueele gemeenschap volkomen vrij, even onschuldig als het drinken van een glas water; de glaswater-theorie, die later door Lenin werd veroordeeld, omdat een gezond mensch zijn dorst toch ook niet ging lesschen, door te gaan drinken uit een straatriool. Maar dat was later.

Weg met het gezin. Niets was toch kleinburgerlijker dan dit. De kinderen hooren in het staatsinstituut; vader en moeder in de fabriek en in de vergadering.

Weg met de oude kapitalistische leerschool of luisterschool. De school moet zijn het kindertehuis. „

En men zou dadelijk invoeren al de nieuwe Amerikaansche, Duitschc, Belgische snufjes; de werkschool, direct verband houdenti met de fabriek, de productie, den „arbeid".

Men weet dat deze snufjes ook ten onzent als „onderwijsvernieuwing" zijn of worden aanbevolen.

Bijv. de „centres d'interét" —• het onderwijs gerangschikt om één enkel ding als de „koe". Aan die koe — aan welke grootheid in een bekend modern schoolboek een ode is gewijd, beginnende met den schoonen aanhef: O, koe, en die de kinderen dan in alle vakken wijs maakt.

In Rusland werd als zulk centrum gekozen: Lenin. Weg de geschiedenis; het eerste tijdvak is volgens den sofjetwijze Pokrowsky, het oercommunisme in het heidendom. Dan springt men negentien eeuwen als waardeloos over en begint eigenlijk met het jaar der revolutie, 1917, d.w.z. het jaar één. Weg ook met het vaderland. Men zingt de „internationale" welgemeend, want Sovjet Rusland kent geen grenzen. Heel de wereld behoort aan Marx.

Tenslotte weg met den enkelen mensch; leve de massamensch. Wat is de mensch meer dan een toevallig saamgevatte verdikking in de amorphe massa; een hoopje stof, toevallig georganiseerd. Zoo leerde het Bucharin.

En wat was gemakkelijker dan dien mensch in de massa te vormen zooals de leiders dat willen? Een stuk mechaniek; men drukt op den knop der dictatuur: het wordt zooals men het behoeft.

Over den mensch behoefde niet te worden gedacht. Waar het op aankwam-dat was de machine, de techniek.

Alzoo sprak de hoogmoedigste mensch der gansche geschiedenis : de materialistische Marxist.

Hij zou alle ordinantiën Gods in eens als waardeloos goed opzij schuiven.

Stouter dan ooit wordt hier geroepen: laat ons hunne banden verscheuren en onze touwen van ons werpen.

Maar ook geldt hier omiddellijk: Die in den hemel woont zal lachen, de Heere zal hen bespotten.

De historie heeft slechts zelden een schouwspel doen zien, zoo goddeloos en daarna zoo belachelijk.

Want God de Heere neemt Zijn ordinantiën niet weg. Zij zegenen als wij gehoorzaam zijn. Gaan wij er tegen ih, wij stooten er ons tegen te piettér.

Want alles liep in de war en er kwam een verwoesting over het leven, die de heeren en dames van den materialistischen Marx zelve bedreigde.

Lenin klaagde: de jeugd wordt wild. Het aantal afdrijvingen werd in de groote steden veel grooter dan. dat der geboorten. Een verwilderde kinderenbende maakte de straten en wegen onveilig. Men had machines, maar geen geschoolde werklieden, men had scholen, maar er werd niets geleerd. Heel de maatschappij werd ontwricht. Alle gezag was weg. De ergste tyrannic werd machteloos.

Toen gingen de bluffers retireeren. En nu begint de tijd van welken Fritz Lieb gaat roemen. Vooral na 1935. Het Marxisme wordt „dialectisch". Dialectiek is niets anders dan redenerkunst; in onzen tijd is het zwart wit en wit zwart praten, of ja en neen zeggen tegelijk.

Men'ontdekte eensklaps, dat Marx en Lenin heel iets anders bedoelden dan zij het hadden gezegd. Men koos nu een heel andere „generale linie". De oude werd „Trotskistisch".

Was dit een erkenning van ongelijk? Heelemaal niet. Men werd nog hoogmoediger. Want al die ellende, die men zelf in het leven riep, was nog een overblijfsel van de kapitalistische domme maatschappij.

Men ontdekte zelfs de wonderlijkste dingen. Vooral Stalin was de groote Columbus.

Hij ontdekte, dat de nieuwe sovjet-maatschappij, volgens Marx rusten moet, op den grondslag door het humanisme in de eeuwen voor de revolutie gelegd. En Fritz Lieb staat in extase.

Hij ontdekte het gezin. On een goeden dag reisde Stalin naar zijn moeder in Georgië. En heel de sovjet-pers jubelde: Stalin heeft zijn moeder lief. Het gezin, waarin de kinderen hun ouders eeren is er nu. De sovjet-familie. En Lieb jubelt mee, vol verbazing. Hij ontdekt dat men aan een machine niets heeft, als er geen mensch is die haar kan bedienen. Alle sovj et-bladen zijn buiten zich zelf van verwondering. En Lieb bewondert. Nooit zoo iets gehoord. Hij ontdekt, dat er menschen moeten zijn voor de fabriek en het leger. Weg dus met de afdrijving. Nieuwe verbazing. Fritz Lieb slaat een gat in de lucht.

Stalin en zijn mannen — het is nu 1935 — ontdekken het vaderland en de liefde voor het oude Rusland. En zijn historie.

Men mag niet meer smalen over het feit, dat het Christendom in Rusland voet kreeg. Dat was ioen goed. Eere weer aan Peter den Grooten, en aan Iwan den verschrikkelijke, den grooten Tsaar aller Russen.

Een sovj et-dichter durfde nog te spotten: Der alte Glaube war betrunken ' Und der neue war's noch mehr. Maar dat bekwam hem niet al te best.

Stalin ontdekte, dat hij behoefte had aan een deugdelijk kader. Hij ontdekte de school, met discipline en autoriteit voor den onderwijzer. Hij ontdekte de zelfstandige Universiteit. Hij ontdekte, dat de arbeider beloond moest worden naar bekwaamheid en ijver. Dat een mensch moet willen leeren als hij wat weten wil en wat zal kunnen.

De geestelijke arbeid moest hooger worden beloond dan gewone handenarbeid.

Ja, nu het toppunt aller ontdekkingen. Stalin zeide op een vergadering: het gaat om den mensch. Dien ontdekte hij. En de ontroering, dus vertelt Lieb, was groot. Hij is zelve ontroerd, diep bewogen.

Ten slotte komt het mooiste nog. Het communistische Rusland is een maatschappij zonder klassen. Zoo hoort het. Maar is er wel „differentisatie" — natuurlijk.

Luister maar: een groote opera-voorstelling in Moskou. De heeren in galakleeding, de dames in elegante japonnen en een hoogbeschaafde toon in alles. Dit is alleen, zegt Lieb, voor de hooge ambtenaren, natuurlijk, en de professoren en zoo. Dus klassen? O, neen, differentisatie

Geen klassen, want elke sovj et-burger kan immers die hoogte bereiken, althans als hij communist is. Is Fritz Lieb, die dit alles als een groot wonder vertelt, ter goeder trouw? Hij leeft en werkt in Zwitserland, waar de eenvoudigste jongeman kan opklimmen tot president der republiek. Dat moet hij weten. Hij leeft in een land van Westersche beschaving. Hij kan al de wonderen, die hij in Rusland ziet, ontdekken, dagelijks om zich heen zien. Is zulk een man ter goeder trouw?

Hij is een valsche profeet. Vooral als hij concludeert: al dat moois, al die socialisatie-wonderen heeft het prachtige sovj et-Rusland. Als nu nog maar even erkend wordt, dat het de Christus is, Die voor ons het hoogste moet zijn, en dr, t Hij ilersekert het nieuwe, nu reeds door het dialectisch marxisme gesticht paradijs, dan is alles in orde. Socialisme en Christendom zijn dan één. De vrede op aarde is er voor altijd.

De roodgardisten zien, als hun machinegeweer zijn werk heeft gedaan, Zijn zachte weeke gestalte naderen.

Het heerlijke sovj et-land komt er wel. Overal. Maar eerst natuurlijk de dictatuur van het proletariaat. En dat is allicht ook ons voorland, als ook de Christus-belijders vol verwachting gaan zien naar den staat. Den roomsch-rooden staat.

Met vr. gr. en heilbede. Uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 juli 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER BRIEVEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 juli 1946

De Reformatie | 8 Pagina's