GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het vierde formulier van eenigheid.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het vierde formulier van eenigheid.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

9

We hebben tot nu toe niet veel beters in de besproken passage kunnen cQnstateeren, dan een zeker kinderlijk jagen naar een theologische suggestie, die ligt in de lijn van het sectarisch drijven der uitwerpsynode, met behoud evenwel van een paar klanken, die den bezwaarden liefelijk in, de Qoren klinken moesten.

Maar niet altijd kan dit spel duren. Tenslotte móet Kien wel komen tot de kern der kwestie.

Die wordt dan ook geraakt in de volgende woorden 'Van het nieuwe product:

„Dienovereenkomstig werkt Hij in sijn uitv^rhoreneti hetgeen Hij van allen eischt, vervullende aan hen al de beloften des verbonds, rekenende niet 'de kinderen des vleesches', doch 'de kinderen der belofte' voor het zaad".

Nu hebben we reeds in onze vorige artikelen aangewezen, dat het eerste woord van dit citaatje in wetenschappelijken zin wetenschappelijk en kerkeUjk „brutaal" te noemen is. Het neemt den schijn aan, te concludeeren uit een voorafgaande redeneering, maar die schijn is niet meer dsfn schijn.

Hard gezegd?

Ja, zeker. Maar we hebben daji ook niet te doen met een of anderen persoon, die voor het g-evalletje zicli interesseert, dqch met een formulier van eenigheid. Dat ooit iemand er voor in den dood zal willen gaan, gelooven wij niet; maar als we de synodocraten ernstig nemen, mqeten we naar het oordeel der liefde aanneinen, dat zij van zichzelf ge-Iqqven, dat zij zoo noodig 't wel zouden willen doen. iïet is hun belijdenis. Nqg wel voorgelegd aan dertien mannep, die ze'te voren eenz^dig voorgelicht, we kunnen ook zeggen: belezen hadden, en die zicH, tot verbazing der beschpuwers (voorzoover die er iets van vidsteri, tenminste), oecumenische synode noemden, en door dezen in de gauwigheid (ze waren er spoediger mee klaar dan ondërgeteekende hier in de krant, maar dat zal aan de cumulatie vap bekwaamheid liggen) geapprobeerd.

Maar eer de aaiiklevers van dit nieuwe formulier zich zouden opschroeven tot de betuiging dat ze desnopdig toch heusch voor dit belijdenisgeschrift den dood zouden verdragen (met minder mag het niet toe, en we mpeten dus niet klagen, dat we hier scherp, maar alleen juichen, d^t we hier kerkeUjk-zakeUjk zijn), zpu ik hWR willen vragen: weet gij nu precies, waarop dit woord „DIENOVEREENKOMSTIG" slaat? ik niet.

Mocht het slagn. og ée onmlddell^k voi& rafgaande woorden, waarin staat:

Jn de belofte zegt Hij den Heiligen Geest toe, die het geloof werkt, waardoor Hij ons Christus en al gijn weldaden deelachtig maakt" ..., dan hebben we een vraag.

Hier is de vraag:

wordt in den doop aan ALLE wettig gedoopten deze toezegging gedaan (het standpunt der gereformeerde beüjdenis en liturgie), —

OF:

wordt jn den doop ALLEEN aan de uitverkorenen deze toezegging gedaan, en den niet; -verkorenen niets beloofd (het standpunt van dr K. Dijk, die op 't oogep.blik in het synodocratische Kampen de dogmatiek in handen nam en het ondervrijs in dat vak voor lange jaren bederft en in ongerefoianeerde banen leidt, ondanks alle sehoonschijnende pra, at vap eenheid, en zoo)?

De vraag heeft veel met d» K, Dijk, dpeh meer dan veel met het nieuwe f ormuUer van eenigheid te maken. En ze heeft alles met de drie formulieren te maken.

Immers: de zooeven aangehaalde woorden zijn een duidelijke heenvinyzing naar den Catechismus, antwpord 74. Op de •v^aag, of men ook de jonge kinderen zal doppen, luidt daar het antwoord: ja, zeker, want:

le, zij zijn eyenals de ycilwassenen in het yerbond Gpds begrepen;

2e, ze zijn evenals (i§ '^P.lW^^Senen |n ? ijn geijante begrgpeji;

3e, door, Chrjstua' ^l§Bd wordt hun dp veylogsing van de zonden niet minder dan den volwassenen tpeg-ezegd;

4e, door Christus' bloed wordt hun de Heilige G^est, die het geloof werkt, niet minder da^ den volwassenen toegezegd.

De Catechismus leert dus, dat aan de kinderen de H. Geest beloofd wordt. A-an de uitverkoren kinderen? Neen, want Ursinus (Expl. Catech. ed. Hanoviae, 1634, p. 394) ziet hen hiar nadrukkelijk als leden der zichtbare kerk, die daarom in het verbond zijn, en in de kerk, tenzij ze zichzelf uitsluiten. Ze behooren dan ook tot Christus' discipelen, want ze zijn in de kerk, - d.w.z. in de school van Christus, geboren. Daarom krijgen ze ook onderwijs van den H. Geest naar" hun leeftijd en bevatting; dat is een opmerkelijke uitspraak: het ondervvijs der kerk is' onderwijs van den H. Geest,

Zegt de Catechismus: hun wordt de H. Geest, de werker (effector) van het geloof, toegezegd, dan heteekent dat 'bij Ursinus hetzelfde ^Is: hun wori^t de wedergebpprte l^glqpfd, iBj plaatst naast elkaar de uitspraken: hun wordt de vergevin^^ der zonden beloofd, en hun vvordt de wedergeboort? beloofd. 'Wedergeboorte is hier natuuplijk niets anders dan de wedergeboorte van art. 24 der Geloofsbelijdenis: daar wordt zóó geredeneerd:

a) door het gehoor van het 'Woord Gods en de Werking van den H. Geest wordt het waarachtig geloof in den mensch gewerkt;

b) dit geloof wederbaart hem, en maakt hem tpt een nieuwen mensch.

In den Catechismus beteekpnt de uitdrukking: „aan de kinderen wordt de H. Geest toegezegd" dus niets anders dan dit: hun wordt in de school van Christus, waarin ze geboren zijn, en waarin ze het 'Wpord ? \iüen hooren, toegezegd, dat de H. Geest hen heiJigen, d.w.z. wederharen wil; wederbaren in den hierlipYen aangegeven zin, d.w.z. dat er vrucht zal zijn 9B het gehoor van het gepredikte Woord.

Maar die belofte staat naast de andeye, en komt pok NA de andere, de voorafgaande, dat hun de vergeving der zonden wordt toegezegd. Dat is de rechtvaardigmaking. En die rechtvaardigmaking wordt de pnze DOOR HET GELOOP. Daarom staat er opjs: qm C5h33istua' bJaed. Of wg dat hlpe^ aannemen, erin gelooven, is weer een zaak apart. In de Geloofsbelijdenis, art. 23, staat dan ook de rechtvaardigmaking voorop, en daarna volgt de wedergeboorte (heiligmakmg) in art. 24. Art. 24 grijpt terug naar het GE­ LOOF, dat in art. 23 werd genoemd als noodzakelijk, om de rechtvaardigmaking tot de onze te zien worden.

Met andere woorden: aan ALLE kinderen, die wettig gedoopt zijn, is de wedergeboorte TOEGEZEGD, en de H. Geest TOEGEZEGD. En de rechtvaardigmaking TOEGEZEGD. Evenals hun TOEGEZEGD is, dat de Vader hen van alle goed verzorgen en alle kwaad van hen weren of te hunnen beste keeren wil,

Maar die toezeggingen zijn yoorwaardelijk, niet in remonstrantschen zin natuurlijk, doch in gereformeerden (zie mijn: „Lpoze Kalk"). 'Want , , o vermits in afle verbonden twee deelen begrepen zijn", zoo worden ook wij vermaand ^^ ^erpUcht tot geloof en bekeering.

Ik meen; dat hier. in den Catechismus dus aan alle kinderen deze toezegging gedaan is. Ook aan de nietverkorenen.

En als ik op mij n standpunt dan verklaar, dat da Heere God in de'ÜITVERKÓRBN "kinderen', , werk"t'' hetgeen Hij eischt, dan zeg ik dat ZQNDE'R gebruik te mal^pn va? ! het woordje „dienovereenkomstig", dat in het synodoci'atische eeniglieidsformulier zoo'n duistere figuur is. Ik zeg wel, dat dit geschiedt „pvereenkomstig" zijn eeuwig voornenien, maac n j S t dat het gebeurt „overeenkomstig" een onvoorwaardehjke heils-toezegging aan de uitverkorenen, zogals die voor wie lezen kan, gefantaseerd WQrc(t in het synodocratische stuk. Gefantaseerd? Ja, zeker. 'Want de angpl steekt in deze woorden: IN de UTVERKOREN werkt Hij uit wat hij van ALLEN eischt.

Als toch de term „dienpyereenkomstig" |^ier nOS IETS beteekenen \nl, dan is de gedachtengang van het formulier aldus:

a) van ALLEN EISCHT de Heere,

b) niet in ALLEN, doph in SOMMIGEN wérkt Hij het geëischte;

c) dit geschiedt „o v e r e e n ]j q m s t i g" de gedane toezegging;

d) de toezegging, strikt genomen, ig dus niet aan ALLEN, doch slechts aan sommigen gedaan.

We zien dus hier het zeer brutale stukje ipyeren, dat men vlak onder de oogen van den Catechismus en de belijdenis durft uiteenrukken wat belijdenis en formulieren sanienbinden. Dezelaatste binden samen hf" 'lofteeneisch; belofte aan ALLEN, en eiseh aan ALLEN. De Catechism'HS kent voor de belofte geen kleiner actieradius dan vspr 4^H eiscb, want zij zijn twee DEBLÉN van dezelfde zaak (het verbond); en het is hier eenvoudig uitgesjoten, dat men zqu mogen zeggen: -de belofte is gericht aan een ander adres 'dan dat van degenen tot wie de (bonds) eisoh komt.

Maar de synodoGratische redeneering, npg steeds niet bereid oin tpe te geven, dat men zich heeft vergist en hopeloos heeft vastgewerkt, durft dit brutale stukje tqeh wel aan. Het is een droevig staal van zelfhandhaving. In de grondstellingen is niets veranderd. Het volk, dat op termen als „dienovereenkomstig" minder scherp acht geeft, en niet dadelijk erop let, dat de e i s G h hier gezegd wordt tot allen te komen, dqph dat dit van de belofte ontkend wordt, laat zich gauw betooveren. Maar als 't eenmaal ziet hoe de zaken staan, zal het zich, zoover het nog redelijk aanvoelt, afkeeren.

Men moet nipt meenen, dat men mét zulke kunststukjes ons winnen zal (afgedacht npg van de immoreele praestatia zelve, die daar ligt in het geven van een vierde formulier, als vervangingsformule voor die andere, waarop men eerst de Kerk uit elkaar gejaagd heeft).

Men kan er niet onder uit: aan da niet-verkorenen

wordt in feite geen toezegging gedaan. Niet gedaan, op synodocratiscii standpunt. Want het woord „d i e n--overeenliomstig" hoezeer het zijn smolckelwaar onzichtbaar tracht te houden verraadt toch, dat men het zoo bedoelt.

We krijgen een bitteren smaak in den mond van een doopshandelihg, die wel aan allen iets toezegt, maar waarvan ik nooit weet, of de toezegging gemeend is. Ben ik namelijk niet uitverkoren, dan is de toezegging in feite niet gemeend geweest. De woorden der doopsliturgie zijn gepreveld, maar de zaak was er niet. Wie ons nu nog wijs maken wil, dat men op dit standpunt iets he'eft aan zijn doop, doet vergeefsche moeite. Het is een uithollen van het verbond. En een uithollen van het formulier, en een uithollen van het (toezeggende) Woord. Het is een ONDEFwSTELD WOORD GODS, wat we bij den doop krijgen!

Ik verwonder me altijd erover, dat men zich eenzijdig blind staart op de onderstelde wedergeboorte. Hier is alles ondersteld. Een onderstelde toezegging (maar misschien blijkt het een zinloos geprevel). Een onderstelde doop (maar misschien blijkt het een waterstorting zonder zin). Een onderstelde belofte (maar misschien blijkt het een pia fraus, een vroom bedrog, waarvan Calvijn altijd zoo bang was, dat men zóó iets aan God .zou durven toeschrijven; hoe kon de man ook weten, dat men ooit in zijn naam zoo iets zou praesteeren in gereformeerde kerken, die om zoo'n goddeloos denkproduct haar ambtsdragers zou uitbannen, haar voormalige hoogeschool zou vergiftigen, haar theologie zou verbasteren in den grond).

Want dat is IN DEN GROND de kerk bederven: een ondersteld WOORD GODS. Waarom komt men niet per consequentie tot de gedachte, dat er des Zondags een onderstelde preek gehouden wordt? Een domineestoespraak, waarvan ik onderstel, dat God er in sprak? Zijn er uitverkorenen in de kerk, dan is het voor hen een preek geweest; zou ik allemaal hypocrieten in de kerk hebben — 't kan — dan was 't geen preek.

Of nu Van Niftrik zegt: de bijbel WORDT Gods Woord in het „oogenblik" des welbehagens (als ik er n.l. Hem in „hoor"), of dat een synode, als" deze, leert dat de doop pas dan een echte toezegging doet als er verkiezing en wedergeboorte is, maakt het verschil? Zeker. Wel in de kwestie van dat „oogenblik". Maar NIET in die van het subject, dat gequalificeerd moet zijn, om het woord tot WOORD te maken.

„Snelle afloop als der wateren", riep prof. Greijdanus uit. Hij deed het niet voor niets.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 januari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

Het vierde formulier van eenigheid.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 januari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's