SPOTTERS DES HEEREN.

Wanneer Eliza als opvolger van Elia zijn intrede doet in Israël, wordt hij begroet met den hoon van Bethel's jeugd. Over den leeftijd van deze „kleine jongens" kan alleen gezegd worden, dat hetzelfde Hebreeuwsche woord ook gebruikt wordt voor jongens, die reeds twintig jaar zijn. En wat zeggen ze eigenlijk? We kunnen hun spotwoorden wellicht het best zoo omschrijven: „kale schooier, kom maar op als je durft"! Deze hoon treft Eliza niet per«oonlijk, maar als ambtsdrager, woorddrager van Israels God. Ze kennen Eliza als profeet des HEEREN. En daarom hoonen ze hem. In hun spot breekt dus uit de haat tegen den HEERE zelf en tegen Zijn openbaring, zooals die in de laatste dagen zoo krachtig onder Israël geschied was door Elia. Daardoor wordt hun spot te vreeselijker. Want heeft de HEERE Zich niet als waarachtige God op den Karmel geopenbaard? En heeft Hij daar en elders niet bewezen, dat de spotters van Zijn Naam en werk door Hem worden verdelgd? Nu deze jeugd nog durft te spotten, tasten ze daarmede aan heel het verlossingswerk des Heeren, zooals dit in den Messias vastligt. Tegen dit heilswerk verzet zich de geest van Bethel. In deze knapen toch spreekt de geest der ouders. De ouders leven in de kinderen voort. En zij hebben het zaad der kerk, dat den Heere moest worden gewijd, als vijanden des Heeren grootgebracht. Daardoor zijn zij oorzaak, dat hun kinderen uit de gemeenschap des verbonds moeten yWorden uitgeroeid. Wie den Heere. verlaat, trekt, zoo - '^God het niet verhoedt, zijn nageslacht mee ten verderve.

Dr M. B. VAN 't VEER

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen