GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VERSLAG VAN EEN REIS NAAR SOEMBA.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERSLAG VAN EEN REIS NAAR SOEMBA.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Van 28 November tot 6 December heb ik in. gezelschap van goeroe Stephanus Hawoe een tocht naar het binnenland gemaakt om zooveel mogelijk alle gemeenten en kringen te bezoeken. Eiken dag, behalve Zondag, hebben we daartoe eenige tientallen kilometers te paard afgelegd, den laatsten dag zelfs 60 kilometer. Behalve twee paarden voor onszelf hadden we ook altijd twee paarden voor het vervoer van mijn bagage. Die laatste twee paarden werden bereden door twee Soembaneezen, die tegelijk met de paarden gehuurd werden. Telkens nadat we onze bestemming bereikt hadden, keerden die twee Soembaneezen met de vier paarden terug naar de plaats waar we vandaan gekomen waren, soms nog denzelfden dag. lederen dag moesten we dus nieuwe paarden en geleiders huren. Den eersten en den laatsten dag hebben we ook nog onderweg versche paarden gehuurd om den tocht voort te zetten. In totaal hebben we dus op onzen tocht een kleine veertig paarden gebruikt. In het algemeen heb ik groot respect gekregen voor de prestaties van de Soembaneesche paarden. Toch heb ik gemerkt, dat er groot verschil is tusschen het eene paard en het andere. Bij mijzelf heb ik dan ook de opmerking gemaakt, dat, wanneer ik op Soemba woonde en veel zou moeten reizen en trekken, ik dan niet afhankelijk zou willen zijn van huurpaarden, maar dan zeker een paar paarden in eigendom zou willen hebben. Ik vertel dit, omdat van de zijde der andere zendingsarbeiders er ds Goossens wel een verwijt van gemaakt is, dat hij handel dreef in paarden. Blijkbaar uit dezelfde overwegingen, als bij mij gerezen waren, bezat ds G. eenige paarden in eigendom voor eigen gebruik. En de veulens, die geboren werden, verkocht hij, hetgeen aanleiding werd voor het genoemde verwijt.

Maar al was het eene paard wat gemakkelijker in het berijden dan het andere, toch hebben we niet veel last ondervonden. Alleen op den eersten dag hadden we nog al ernstigen tegenslag. Het begon 's morgens vroeg al, toen er slechts drie paarden voorgebracht werden in plaats van vijf, zooals ik aan den radja, paardeneigenaar, gevraagd had. Want njorah S. Hawoe zou immers mee gaan en zij moest dus ook een paard hebben. Toen er echter maar drie kwamen heb ik een boodschap gestuurd om nog twee paarden te vragen. Nadat we nog ruim een uur gewacht hadden, kwam er eindelijk nog een viervoeter bij. We besloten toen maar op weg te gaan. De njorah zou dan maar bij haar man achterop het paard gaan zitten. Dat zou best gegaan zijn, als we maar gezonde, sterke paarden gekregen hadden. Dat was helaas niet het geval. In den Japanschen tijd is n.l. de paardenstapel zeer achteruit gegaan, zoowel in kwaliteit als in kwantiteit, doordat de Japanners de paarden dikwijls zonder voldoende voedsel ver boven hun krachten lieten werken. Sterke paarden z\jn dus schaarsch. En op dezen eersten dag had men ons al heel slechte paarden gegeven. Dat bleek al toen we een uurtje onderweg waren. Ik kwam al gauw tot de conclusie, dat we op deze wijze nooit onze bestemming Maoemaroe, op een afstand van 37 kilometer van Melolo gelegen, zouden bereiken. Ik kreeg angst voor het welslagen van den tocht. Als dat lederen dag zoo gaan moest, zou er niets van terecht komen. Gelukkig is het meegevallen. Alleen zijn we dien eersten dag wat laat op onze bestemming gekomen. In den eersten kampoeng, dien we onderweg passeerden, zijn we afgestapt en daar hebben we aan de bewoners andere paarden gevraagd. Gelukkig was men in staat en bereid aan ons verzoek te voldoen. Daar waren echter verscheidene uren mee gemoeid. Want op Soemba loopen de paarden, die niet in gebruik zijn, vrij rond in de vlakte, soms uren verwijderd van het huis van den eigenaar. Gewoonlijk staan bij het huis van den eigenaar een paar dieren vastgebonden, die gebruikt worden om andere paarden op te vangen naarmate men ze noodig heeft. Eindelijk echter konden we onzen tocht op versche paarden vervolgen en verder is alles vlot verloopen. Maar het late vertrek en het oponthoud was oorzaak, dat we niet 's middags tegen één uur, maar eerst half vijf in Maoemaroe

aankwamen. Warm en hongerig, want sedert het ontbijt hadden we geen enkelen maaltijd meer gehad.

Nu zou njorah Hawoe haar kundigheden gaan vertoonen. Zij was immers speciaal meegegaan, om mijn maaltijden te bereiden. En zij heeft zich uitstekend van haar taak gekweten. Een deel van de vrouwen en meisjes, die zich ter begroeting verzameld hadden bij het huis van ds Goossens, waar ik mijn intrek zou nemen, werden aan het werk gezet om te helpen en tenslotte werd mij een maal voorgezet, waarvoor een HoUandsche gastvrouw zich niet zou hebben behoeven te schamen. Wel werd het half acht voor ik mijn honger kon stillen, maar natuurlijk had njorah Hawoe, die ook warm en moe was, toen wij aankwamen, zich eerst even moeten verfrisschen. En de andere vrouwen konden wel helpen met schoonmaken, vuur aanmaken, water koken e.d., maar de eigenlijke bereiding moest door de njorah geschieden.

Aan een behoorlijk gedekte tafel werd mij een menu voorgezet bestaande uit: kippensoep, rijst met kip en andere bijgterechten, chocoladepudding en vruchten. Het servies dat gebruikt werd, was afkomstig uit den inboedel van ds Goossens. Goeroe Stephanus Hawoe en zijn echtgenoote hebben n.l. sedert het vertrek van de familie Goossens het huis bewaakt en den inboedel verzorgd. Ook hebben zij getracht de bezittingen van de familie Goossens uit de handen der Japanners te houden. Met de groote meubels is hen dat begrijpelijkerwijs niet gelukt, maar van het servies hebben zij verscheidene stukken kunnen redden. Toch zijn de Japanners er achter gekomen, dat de goeroe goederen van Nederlanders had verborgen en daarvoor heeft hij slagen en gevangenisstraf moeten verduren.

Ik zal nu niet verder mijn geheelen tocht van dag tot dag beschrijven, maar volstaan met eenige bijzonderheden. Om te beginnen heb ik verder geen gebruik gemaakt van de diensten van njorah Hawoe, hoe voortreffelijk zij ook voor mij gezorgd had. In de eerste plaats vreesde ik moeilijkheden met het huren der paarden en dan nemen de bezwaren toe met het aantal personen. Voorts wilde ik haar de vermoeienissen van den tocht besparen en besloot haar dus achter te laten in haar woonplaats Maoemaroe. Verder wilde ik den Soembaneezen een Soembanees zijn. Soms sliep ik in een behoorlijk huis en had ik de beschikking over een tafel en een stoel. Maar ook heb ik wel overnacht in zeer primitieve hutten en moest ik de maaltijden op den vloer zittende gebruiken. Eenmaal heb ik mijn morgentoilet moeten doen met een bakje water niet grooter dan een vingerkom. Maar overal heeft men zich uitgesloofd om mij te laten merken hoe zeer men de komst van een afgezant van de Kerken in Nederland op prijs stelde.

Overal waar ik kwam heb ik twee dingen kunnen constateeren: eenerzijds groote armoede en anderzijds de begeerte om te volharden in het geloof en den dienst des Heeren, hetgeen ook daarin zich openbaarde, dat men poogde Heidenen tot het geloof te bewegen. Er waren ook tuchtgevallen, maar het feit, dat de tucht werd geoefend, bewijst dat de ouderlingen getrouw begeerden te zijn.

Op enkele plaatsen was de armoede zoo groot, dat sommige mannen en vooral vrouwen door volslagen gebrek aan kleeding nooit de samenkomsten konden bijwonen. In de bijeenkomsten, die ter gelegenheid van mijn bezoek belegd werden, zag ik verscheidene mannen en ook vrouwen, die letterlijk niets anders bezaten om hun schaamte te bedekken, dan een versleten stuk boombast, dat zij om de lendenen hadden. Uit de houding, die de vrouwen, waarover ik het hier heb, aannemen, bleek dat zij zich schaamden om met bloot bovenlijf te loopen. Zij scholen echter elkaar weg of hielden voortdurend de armen voor de borst gekruist. Op West-Soemba, evenals in andere deelen van Indië, zijn de vrouwen dat wel gewend en vertoonen zij zich zonder schroom met ontbloot bovenlijf in het openbaar, maar hier schaamden zij zich.

Helaas is van de uit Amerika naar Indië gezonden Roode-Kruiskleeding, waarvan de uitdeeling hoofdzakelijk in handen geweest is van de synodale zendingsarbeiders, zoo goed als niets ten goede gekomen aan de leden van de vrijgemaakte kerken. Van al de plaatsen die ik bezocht, was er alleen in Mangili ook kleeding aan vrijgemaakten uitgereikt. Maar daar had de uitdeeling plaatsgehad door een inspecteur van politie en een handelsman, die geen van beiden iets met de zending uitstaande hadden. Natuurlijk dragen deze ervaringen er niet toe bij om de verstandhouding tusschen vrijgemaakten en synodalen te verbeteren. Tot eer van de leden der synodale gemeente te Baing moet ik er bijvoegen, dat daar na de uitdeeling door den sjmodalen goeroe, eenige vrijgemaakte leden enkele kleedingstukken ontvangen hebben van synodale leden, die meer ontvangen hadden, dan zij oogenblikkelijk noodig hadden. Ds Toomvliet heeft in „De Strijdende Kerk" ook over deze kleedinguitdeeling geschreven, In de beschrijving van mijn onderhoud met de synodale zendingsarbeiders hoop ik daarop nader in te gaan.

Op verschillende plaatsen zijn de bijeenkomsten ook bijgewoond door een aantal sjmodale goeroe's en gewone leden. Verschillende malen werd ik door hen geraadpleegd over' de vrijmaking, terwijl ook een enkele maal mijn oordeel gevraagd werd omtrent het optreden van ds Lambooy in tuchtzaken. Het bleek, dat er ook op Soemba, net als in Nederland, bezwaarden zijn, die zich niet vrijmaken.

Middellandsche Zee a.b. m.s. „Sloterdijk".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juli 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

VERSLAG VAN EEN REIS NAAR SOEMBA.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 juli 1947

De Reformatie | 8 Pagina's