GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleur bekennen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleur bekennen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kerken op Midden-Java ten Zuiden, ontstaan op het zendingsterrein der gereformeerde kerken in Nederland, zijn te Magelang in synode bijeen geweest. Het is niet onmogelijk, dat dr F. L. Bakker als zendingsconsul deze synode heeft bijgewoond.

Het „BYiesch Dagblad" van 6 Dec. 1948 publiceerde over deze synode het volgende bericht:

Synode Protestantse Kerk in Magelang.

De grote synode van de Protestantse Kerk, welke sedert 23 November j.l. te Magelang aan de gang is, ratificeerde „de conclusies van de Kwltang-conferentle", met verschillende araendementen en aantekeningen.

Voorts werd besloten de uitnodiging aan te nemen tot bijwoning van de Geref. Oecumenische Synode, die begin Augustus 1949 in Amsterdam wordt geopend.

Als vertegenwoordigers zijn daarvoor aangewezen de heren Soedarmo, Poerwowidagdo en E. Kasmolo en als adviseur B. Probowinoto. Ook werd besloten tot aansluiting bij de Wereldraad van Kerken.

Indien deze, van Antara afkomstige mededeelingen, die ook in een nieuwsberichten-uitzending werden" omgeroepen, juist zijn, komt hierin de wrange vrucht van Eindhoven aan den dag. Immers, aldaar heeft men met groote blijdschap en dankbaarheid „het beginsel van de zelfstandigheid" van de kerken, aangesloten bij den javaanschen Raad van Kerken (D.P.G.) erkend. En men verklaarde zich „volgaarne bereid" „alle nodige en gewenste hulp en medewerking te verlenen, in gehoorzaamheid aan Christus en uit liefde tot de broeders". Geen stem van vermaan klonk tegen deze kerken, die zich op eigen initiatief op zeer breede basis met andere kerken geassocieerd hadden. Ons kwam dit vreemd voor. We betwijfelden, of het gehoorzaamheid aan Christus was, als men zoo maar, zonder meer, deze kerken steunen ging. Door een oecumenische en nationalistische instelUng dreigden zij immers afgebracht te worden van het verkondigde evangelie naar een ander evangelie. Was het dan goed, als men deze kerken niet eens zuur aanzag? We herinnerden ons, dat openbare bestraffing beter is dan verborgen liefde. Maar men lachte om ons en onze bezwaren; weigerde deze kerken te toetsen op waarheid of valschheid; en wierp ver van zich de gedaöhte, dat de javaansche kerken de nieuwe vrijheid en zelfstandigheid gebruikten en gebruiken zouden tot een oorzaak voor het vleesch.

Thans wordt het duideüjk, dat er inderdaad bij de zelfstandige javaansche kerken iets is gerijpt: het zaad van allerlei valsche profeten is opgeschoten. De, op advies van het joint committee van den Internationalen Zendingsraad en den Wereldraad, aan de javaansche kerken gerichte uitnoodiging om op de Assemblee van den Wereldraad van Kerken zich te laten vertegenwoordigen, werd gaarne aanvaard. O.a. kwam ds Poerbowijogo van Midden-Java ten Zuiden dezen zomer naar Amsterdam. Thans, na uitgebracht rapport, hebben de kerken van Midden-Java uitgesproken, dat ze zich willen aansluiten by den Wereldraad. De in deze organisatie leiding gevende figuren en voorgedragen theologische, sociale en poUtieke theorieën zijn blijkbaar geen bezwaar. Er is kleur bekend.

Bij kringen van ouderen en vooral ook jongeren, die zich oriënteeren op het Zendingscentrum, zal deze beslissing vreugde verwekt hebben. WelUcht zijn sommigen eenigszins jaloersch op deze voortvarende zelfstandige javaansche kerken, die ras alle calvinistische zuurdeesem uitdelgen gaan. Anderen zullen wellicht in dit verband de heerlijke vergoelijkende uitdrukking „jeugdige onbezonnenheid" bezigen. En: Indië is nu eenmaal geen Nederland! Alsof de Heere daar anders gediend wil zijn dan hier. Ook zal men aanvoeren: Ze willen toch met ons m.eewerken. Ze komen zelfs op de oecumenische gereformeerde synode! Ze staan nog voor onzen invloed open! Alsof de term in het persbericht : Protestantsche Kerk, geen boekdeelen spreekt! Het is ook mogeUjk, dat men, om „de bezwaarden onder de synodocratie" niet te prikkelen en geen onrust te verwekken onder de goê-gemeente, het feit van aansluiting bij den Wereldraad doodzwijgt, zooals ook van de aankomst van ds Poerbowijago, dezen zomer, wel een foto in „Het Zendingsblad" gepubliceerd, maar het doel van zijn komst er niet bij vermeld werd. Maar hoe het zij - een feit is, dat mede door dit besluit voor de zooveelste maal de kerken, die samenkwarnen in de synode van Eindhoven, geconfronteerd worden met de gevolgen van hun eigen daden en in de c r i s i s g e b r a c h t worden. Men aal kleur moeten bekennen. Ook indien men hierover zwijgt, beteekent het, dat men kleur bekent. Men gaat immers door met steunen en samenwerken.

En: wie zwijgt, stemt toe.

De kerken, ontstaan mede door onzen zendingsarbeid, ingeschakeld in een puur modernistische wereldorganisatie! Dat ontroert ons en stelt ontdekkende vragen aan ons, die vroeger zoo vol waren over onze gezegende zending. Prof. van der Schuit schreef 24 Sept. 1948 in „De Wekker": „De tijd zal leeren, dat het modemisme sluw bezig is om de kerken in Indië te veroveren onder de schoonste leuze, en om de inheemsche Kerken te verstrikken in zijn wargaren". Inderdaad, het is nu reeds te bespeuren. De kerken van Indië, zelfstandig geworden, kiezen, naar de eischen des tijds, vóór de groote oecumenische lichamen. Dr K. J. Brouwer schreef in „De Heerbaan" van Nov. 1948: „De bewustwording op kerkelijk gebied is de bewustwording van het oecumenisch verband tussen kinderen van één huisgezin". „In dat opzicht heeft de Assemblee (n.l. van den Wereldraad van Kerken, v. d. W.) wel een heel stuk perspectief geschapen". Al scherper worden de contouren: April 1949 zal de Raad van Kerken voor geheel Indië worden opgericht. De Kerken in de Republiek zullen een invloedrijke positie daarin verkrijgen. Wijs ons de plaats, waar wij gezaaid hebben

Er ga toch bij ons veel gebed voor de reformatie van de kerken van Indië op! O God, heidenen zijn gekomen in Uw erfenis, zij hebben den tempel Uwer heiligheld verontreinigd. Giedenk aan Uw vergadering, die Gij van oudsher verworven hebt. Klimme ook ons gebed op voor de Kerken, die nog zéggen gereformeerde Kerken te zijn. Zij steunen deze afvallige inheemsche Kerken en „VERKLAREN ZICH VOL­ GAARNE BEREID HAAR ALLE NOODIGE EN GEWENSCHTE HULP EN MEDEWERKING TE VERLEENEN, IN GEHOORZAAMHEID AAN CHRISTUS EN UIT LIEFDE TOT DE BROEDERS" Laat onze besliste houding een oproep tot bekeering zijn!

Want om Christus' wil mogen we hier niets verdoezelen. Als prof. van der Schuit dan ook in „De Wekker" van 15 Oct. 1948 in verband met een der leiding gevende figuren uit de gebonden geref. kerken schrijft, „dat er dingen zijn, die ons kerkelijk nog scheiden, ' maar dat er meer is, dat ons kerkelijk vereent aan het wereldfront", dan meenen wij bescheiden op te moeten merken, dat prof. van der Schuit, die telkens den Wereldraad zoo heftig aanvalt, deze uitspraak niet handhaven kan. Zijn bewuste kerken bezig Christus' eer op het wereldfront hoog te houden door haar collaboreeren met de Una Babylonica? Vormen zij een dam, tegen den oecumenisehen vloed, die opkomt? Is de mogelijkheid niet groot, dat mede door de vanwege deze kerken gesteimde Javanen in de toekomst een druk wordt uitgeoefend op de toradja's op het zendingsveld der chr. geref. kerken: Kom, ga men ons en doe als wij? Hebben de gebonden geref.' kerken door spreken èn zwijgen het schriftuurlijk isolement niet verlaten, juist op het wereldfront? Steunen ze in Indië eigenlijk niet het misbruik van de evangelische vlag?

Honderd jaar geleden, in 1848, schreef Groen van Prinsterer, warm zendingsman als hij was, een brochure „Het Nederlandsche Zendelinggenootschap", om te waarschuwen tegen de groninger richting, die in dat genootschap was doorgedrongen. Groen heeft om zijn vrijmoedige woorden veel laster, tot in smaadschriften toe, moeten verduren. Moge zijn hjden ook vandaag nog vruchten dragen. Dat zijn ontdekkende woorden ook vandaag nog hun werking doen:

„Er zijn t ij den, waarin men door zwijgen beaamt, door lijdelijkheid ondersteunt, door niet bestraffen van een verderfelijke leer, den leugenspreker gel ij k wordt; waarin men, met de b e l i j d e n i s op de lippen den Heer verloochent, omdat men aan zijne vijanden de hand reikt”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 december 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Kleur bekennen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 december 1948

De Reformatie | 8 Pagina's