GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater.

Wij zitten in onze dagen stikvol met problemen en daaronder behoort ook het probleem van. de jeugd. In het verslag van de vergadering der Tweede Kamer IEIS ik, hoezeer ook dat lichaam zich met dit probleem heeft bezig gehouden.

Geen wonder. Had niet naar verteld werd, een sportleider in een geweldige rede verklaard: wij zitten mijijp heeren te midden van een der grootste problemeji van nu, van dezen dag: het probleem van de Nederiandsche jeugd?

Daar zijn er, die zich troosten met het feit, dat de wetenschap der psychologie en dat de staat zich ernstig met dit probleem en zijn oplossing bemoeien, en dat het aantal gediplomeerde lieden, die zjch aan die schoone taak wijden, liefst op kosten van den staat, met den dag groeit.

Naar ik meen ligt daarin juist een reden voor bezorgdheid.

Daar is al eerst het feit, dat de jeugd in het centrum der publieke belangstelling komt te staan. Ouderen kunnen daar al niet tegen, maar de jeugd nog minder.

Daar zijn allereerst de psychologen, die haar lastig vallen met prijsvragen over de moeilijkste politieke en sociale kwesties van dezen dag. Hoe denkt de jongeheer of de jongedame daarover? En met enqueues.

Nu brengt die psychologie het ver in onzen tijd. Dat moet gezegd. De ontdekkingen zijn verrassend en vele. ^

Zoo las ik in „Trouw" een artikel van prof. Waterink over de fiets. *

Diepe studie van dit voor ons volk belangrijk probleem heeft hem tot de opzienbarende conclusie geleid, dat de fiets een gevaar beteekent voor het verkeer en dat het groote probleem hier is de onoplettendheid. Ik was diep onder den indruk en vond daarom de letter boven dat artikel — een goede centimeter —• eigenlijk wat klein..

Maar ook inzake het jeugdprobleem zijn de methoden en vindingen der jeugdpsychologie ontstellend.

Daar is nu een geleerde, die een boek heeft geschreven: „Jeugd tusschen God en chaos". De geleerde schrijver heeft het over' de studeerende jeugd en hij stelde een enquête onder die jeugd in omtrent haar zienswijze over het Godsbestaan, het wezen van God en den dienst van God. En zoo kwam hij tot de slotsom, dat "er bij de jeugd is een religieuse crisis, die is ontstaan uit „disharmonie tusschen het rationeele en irrationeele element op religieus gebied".

Ik moet er nog bijvoegen, dat de jonge lieden de belofte kregen van Stipte geheimhoudihg. Zg mochten zelfs een pseudonieni kiezen. Zelfs de ouders worden dus niets gewaar van den onzin, die jonge lieden in hun geprikkelde arrogantie alzoo hebben neergepend. O die psychologie!

Dit nu gold de studeerende jeugd.

Daar is allerlei andere soort van jeugd. Ik las dit in het Kamerverslag. Daar is bijv. de massa-jeugd. Wat voor een ding is dat ? De geleerde minister van onderwijs en ook van kimsten heeft er van gezegd: het is een jeugd, die het minimum van geestelijke rijpheid niet bereikt, dat vereischt is als ondergrond voor een bepaalde innerlijke weerbaarheid.

Een Kamerlid, de heer Stufkens, verzekerde den minister, dat „die omschrijving een genre van terminologie bood, dat al wat psycholoog heet het hart sneller zal doen kloppen". Nu — dan wacht ons wat.

De heer Stufkens zelf, wiens deskundigheid weer door den minister werd geroemd, definieerde aldus: „wii staan hier voor een jongerenleven dat geen èuister meer kent, geen achtergrond meer heeft, en opgaat in kleine bemoeiingen". Dat is wel heel-erg. Wie zou een jeugd willen met kleine bemoeiingen, waar de geweldigste vragen daar zijn, om die door haar te doen beantwoorden?

De arbeid voor die massajeugd en moeihjke jeugd en wat soorten er nog meer mogen zijn, een arbeid waarmee vele organisaties, ook gereformeerde als werd geconstateerd, zich bezig houden, is reeds groot en zal nog veel grooter worden. En dat moet de staat betalen.

Er worden vretenschappelijke commissies gevormd, en er zullen voor de vrije jeugdvorming inspecteurs worden benoemd, en, daar zijn sociologische instituten, die een onderzoek zullen instellen „naar de socisial-psyohologische, geestelijke en paedagogische problemen".

Zoo gaat men bezig de jeugd te vormen, zooals men ook een rechtvaardige maatschappij thans bezig is te maken, en een machtigen staat.

Daar is ook een labiele jeugd, naar men vertelde. Er zal dus allicht ook een» stabiele jeugd zijn, een ontdekking, die het mij spijt, dat in mijn jeugd nog niet bestond. Want onze wankelingen werden af en toe op hardhandige wijze door onze oudeae hersteld. Ik denk er echter nog met dankbaarheid aan.

Voor die labiele jeugd nu zijn er internaten en sociale kampen. In die kampen wordt de labiele jeugd enkele weken „gevormd". De kosten zijn voor den staat. Alleen van antirevolutionaire zijde werd opgemerkt, dat particuliere actie toch beter was, maar de kosten bleven voor den staat natuurlijk.'

En als wij nu het resultaat van dat groote kampwerk moeten afmeten naar die kosten, dan moet dit wel geweldig zijn.

Zoo'n labiel jongetje kostt^ per ja^r in IM? 16.49 gulden en een labiel meisje 1951 gulden.. Nog driehonderd gulden meer. '

Nu moet gij eens vragen hoeveel ouders aan de opvoeding van hun kinderen, voorzooveel er nog ouders overblijven, die daartoe geschikt worden geacht, een tweeduizend gulden per jaar' kunnen afzonderen. Zij kunnen dit alleen reeds niet, omdat zij de gevolgen van de opvoeding der labiele jeugd op hun belastingbiljet vinden.

Daar wordt zóó royaal geleefd, dat opgemerkt werd in de Kamer, waarom de huur voor een enkel gebouw vijfduizend gulden moest bedragen. Over de betaling der gediplomeerde vormers en vdrmsters is niet gepraat. - En dan is er nog geklaagd, dat de resultaten onvoldoende waren. Zal dat goed worden, dan moet men de zorg voor die labiele jeugd algeheel ter hand nemen. Want als daar eenige stabiliteit is gewferkt, komt die jeugd in de labiele maatschappij terug.

Daar is natuurlijk ook een sportieve jeugd. En die moet ook onder leiders worden gezet. De opleiding op kosten van den staat. En die* opleiding is zóó grondig, dat er één vormer is ten dienste van twee of drie leerlingen. Royaler-kan het niet, naar het mij voorkomt. Zelfs de wijze dames en heeren in de Kamer vonden dat wat erg. En nu zvnjg'ik maar van de kosten der opleiding van verpleegsters en kraamverzorgsters en gezinsverzorgsters enz. enz.

En dat alles in een volk, dat, naar in de Kamer werd gezegd, hopeloos, verarmd is. Maar die wetenschap verhinderde den heeren en dames niet om te doen, zooals een Fransch dichter dat een kenschetste: het budget van den staat als een groote visch, en daaromheen al die politici, elk met hun viscMiaak in de hand, om het grootste stuk voor hun werk daaruit te trekken. »

Daar werd nog opgemerkt, dat de vrije jeugdvorming geen staatssubsidie moest ontvangen. Dat was het eeftig goede woord dat werd vernomen. Want voorts ontbrak alle getrouw getuigenis. Het gevolg zal zijn, dat roomschen en socialisten den buit kunnen deelen. Zij maken er zich erg warm voor.

En de minister? Hij was met het zaakje verlegen.

Men riep hier: de staat moet het doen, en daar: de particulieren moeten het doen, en de staat moet betalen, en gij moet de subsidies verhoogen, maar voor een betere verdeeling zorgen, waarvoor ook weer inspecteurs met flink salaris en pensioenwaarborg noodig zijn.

De minister maakte er zich met een grapje af.

Hij zei: ik bevind mij in de positie van den Turkschen Tyl Uilenspiegel. Die zou voor een vergadering spreken, maar hij stelde vooraf de vraag: weet gij waarover ik het hebben zal? Het gehoor antwoordde: neen. Nu, zei hij toen, dan zeg ik ook niets. Een volgenden keer stelde hij vooraf dezelfde vraag en het antwoord was: ja.. En toen zei hij: dan behoef ik niets te zeggen. Een derden keer was 't weer: en weet gij wat ik zeggen zal ? Toen riep de rechterzijde ja en de linkerzijde neen. En het antwoord was: dan moet de rechterzijde het maar aan den linkerkant vertellen.

In die situatie bevind ik mij thans, zei de minister, en' ik sta in het midden. Dit nu is echter het gevaarlijkste standpunt voor een minister, want zoo wordt hij hét slachtoffer van een al n^aar om staatsgeld bedelende kamer.

De menschen zijn evenals even vóór de Fransche revolutie al maar bezig met de verbetering der menscjhheid en haar geeotelijk door de ongeloofstheorieën ingezonkjpn volksleven. En dat luidde de revolutie in.

De Héere onze God gaf voor de opvoeding der jeugd twee instituten: het gezin en de kerk. En tot de jeugd zegt Hij: eert uw vader en uwe moeder en aan. dat; gebod verbond Hij een belofte.

Maar al die psychologen en politici en jeugdvormers en wereldverbeteraars, gediplomeerd en gesalarieerd, vergeten — een enkele zwakke uitzondering daargelaten — dat er nog ouders zijn, en dat de kerk er nog is, die het Woord Gods verkondigt.

De staat zal het nu doen, voorgelicht door de humanisten van onze dagen, met hun organisatie, en hun internaat en hun jeugdkamp en dat alles op staatskosten.

Le.erzaam was anders, dat de revolutie, in Rusland weer ingezet, waar men het gezin en de kerk wilde doen verdwijnen, de vreeselijke ervaring opdeed van een volkomen onhandelbare jeugd. Toen kwam als steeds, de revolutionaire „reactie". De commuiÊsten vonden de ouders uit; zij ontdekten het gezin en de groote Stalin ging zijn moeder een bezo^ brengen. Een feit, waarover de communistische pers in extase was. Stalin, zoo werd gezegd, heeft zijn moeder lief en hii heeft haar opgezocht. Met haar gesproken, naar haar geluisterd. O, groot mirakel! De girondijnen ten onzent en overal in W.-Europa zijn nog in de periode van den overmoed. Psychologie en organisatie en-^internaat en sociaal kamp en leiders en leidsters en inspecteurs en groote buitens, die de geplunderde belastingbetaler moest verlaten, maar door allerlei instituten en overheidsinrichtingén worden bezet. Nu dit aües nog op den been, gehouden met wat Amerikaansohe dollars, totdat de werkelijkheid zichtbaar wordt en het staats-en economisch leven instort, en eindelijk de revolutie in het communisme in haar waren aard daar is, die, ja, kerk en gezin zal dulden, mits als werktuigen in haar hand. Europa heeft het meer beleefd, toen het een Napoleon leerde 'kennen, maar de kleinste vinger van een Stalin zal dikker zijn dan de lendenen van Napoleon.

Met hartelijke groeten en heilbede uw toegenegen

MARNIX.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's