GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

"Nabetrachting" op een correspondentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Nabetrachting" op een correspondentie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

In ons vorig nummer verscheen de correspondentie tusschen het Amersfoortsche werkcomité en het (moderamen van het) Centraal Comité der Antirevolutionaire Partij. We wdlen gaarne enkele opmerkingen daaraan verbinden.

1. In de eerste plaats mogen wij wel een beetje water naar de zee dragen. Dat bhjkt soms tóch; nog noodig. We merken op, dat ons blad nooit een kerkeUjk blad geweest is. Begrijpen we het goed, dan hebben we geen énkel kerkelijk blad bij ons, en zijn onze kerken geen redactrices van organen. Er zijn wel bladen met officieele rubrieken, en ook verschijnen er soms • Acta van kerkelijke vergaderingen. Maar zelfs „De Bazuin" was nooit een strikt kerkelijk blad, al hadden door de kerk benoemde hoogleeraren of aangewezen deputaten over de algemeene richting of den inhoud-2n-het-algemeen wel iets te zeggen. Kerkelijk was nog veel minder „De Heraut", al noemde dat blad zichzelf ook Heraut der Gereformeerde Kerken. En kerkelijk was óns blad nooit; noch in de dagen waarin het geredigeerd of geleid werd door krachten, die elkaar naar binnen verteerden, noch in den lateren tijd, toen het blad van binnen rust kreeg, en daarom van buiten onrustig werd gemaakt door allerlei meest achter de schermen blijvende bestrijding, of, zooals den laatsten tijd, door deze èn door openhjke uitvallen (van „bestrijding" wèl te onderscheiden).

Dat wij geen kerkelijk blad zijn, maar een particulier orgaan, bedenke dus ieder, die bovenbedoelde correspondentie leest. Ik heb wel eens wat hooren verluiden, den laatsten tijd, over „gelijkgeschakelde" pers, en over „nieuwe bindingen", soms dan nog „erger dan de synodale". Ik begrijp er niet zoo heel veel van. Gelijkgeschakelde pers? Wie wijst mij het bureau, het directoraat, de Führer-schare aan, die aan de bestaande bladen een bevel zendt, om bepaalde copie in elk geval op te nemen, copie, die van boven af toegezonden wordt? Ik ken geen zoodanig bureau, of wat er op, lijken mag. Ik ken wel bladen, die zelf klagen over een gelijkgeschakelde pers, en bij welke sommigen blijkbaar geen plaats kunnen krijgen, anders zouden ze mij de copie niet toezenden, die zij daar niet opgenomen krijgen. Ik ken óók bladen, die heel eenvoudig van meening zijn, dat een blad het recht heeft, een meening te hebben, en die ook aan het woord te laten komen, en die daarom aan copie, die in vrijheid wordt toegezonden door een nimmer van redactiewege tot medewerking gevraagd persoon en van wiens eventueele invitatie van uitgeverszijde den redacteur ook niets bekend is, indien ze al geplaatst wordt, ingeval van afwijkende meening een woordje toevoegen, of aan de plaatsing van vrij toegezonden stukken zekere voorwaarden verbinden. Ik wou dat verhaal van „gelijkschakeling" daarom liever aan minder serieuze figuren overlaten. Zoo is het ook met de klachten over nieuwe binding. Wie heeft onder ons „gebonden" aan een bepaalde meening? Ik ken er geen één, en ik geloof ook dat er bij sommigen eerder de s c h ij n van een ongeestelijk-frivool „t a r t e n" is: „schors me dan maar", dan dat er bij ernstige lichamen als kerkeradeu dewerkelijkheid zou zijn van een neiging tot schorsing. Ik geloof, dat we tot schamens toe laboreeren aan een door enkele werkers-op-langen-termijn (van buiten onzen kring) uitgelokte ontlading van zekere nervositeit, die — wat begrijpelijk is, —• dan weer onwillekeurig reactie-verschijnselen begunstigt, en dat dan in zulk een klimaat zulke woorden vallen over „bindingen", „erger dan die van de sjmodocratie" (die van de hare nog geen enkele met leedwezen als vergrijp aan Christus' koningsrecht erkend en eerlijk in de consequenties teruggenomen heeft). Maar ik ken geen enkele nieuwe binding; en geloof, dat ieder het recht heeft zijn meening te zeggen, mits hij maar niet den Geest weerstaat, door de laatste schans, die aan de kerk te betrekken gegeven en na de vrijmakingen van 1944 en 1945 weer beschikbaar gesteld werd, op te blazen: de schans van „het argumen t". O, gezegend goed: een a r g u m e n t , en dat in een tijd, waarin bijna de heele wereld er geen steek meer om geeft, en we in de dictatuur van den redeloozen wil verzeild raken. „Wee mijn volk", zou men moeten zeggen overal, waar het volk niet meer maalt om argumenten. Zóó'n volk bluscht den Geest niet uit, maar doet veel erger dingen: het graaft een watergreppel tegen de door Hem te ontsteken branden, een greppel-bij-voorbaat.

Maar, om tot de zaak terug te komen: wij zijn geen kerkehjk orgaan, en de onderteekenaars van het laatste stuk, dat aan het Centraal Comité verzonden is, hebben dus geen enkelen schorsings-wil, geen enkele bindingsmacht en zuUen óók zich dagelijks ervan te doordringen hebben, dat zij rekenschap hebben' te geven van elke lichtvaardigheid in de adviezen, die zij geven.

2. De term „adviezen" is hier duidelijk. Herhaaldehjk hebben wij ook in dit blad opgemerkt, dat wij het zeer wel kunnen verstaan, dat de kwestie van de samenwerking-al-of-niet uiterst ingewikkeld is, en dat men een dwaas is, als men oordeelt, dat op één dag alles wat de één ziet ook door den ander zoo gezien kan worden. Die dwazen overigens zijn er altijd aan beide kanten. Ze zijn er aan dézen kant eener soheidsUjn, en aan den anderen ook. Als voorbeeld kies ik een zaak, die buiten heel deze kwesti» van de politieke „samenwerking" ligt. Ik denk aan de „gezangen-kwestie", op gevaar af van te herhalen wat reeds enkele malen hier gezegd is. Jaren en jaren lang heeft ons volk geleden onder een principieel onjuiste voorlichting, den regel: „in Gods Huis alleen Gods Woor d". Daar heeft Kuyper destijds zijn menschen mee gepakt; 't was één van zijn bekende slagwoorden. Hij bedoelde natuurUjk: in Gods Huis alleen Gods Woord de baas, het richtsnoer, de rechter. Prachtig. Datzelfde geldt trouwens van alle andere huis, het huis der politiek, der vakvereeniging, der schoolvereeniging etc. Maar het uitgegeven parool was natuurüjk als regel voor k e r k d i e n s t e n onjuist; want omdat een kerkdienst ontmoeting is van God met zijn volk, daarom is in den kerkdienst principieel plaats voor het (naar Gods Woord gesneden) woord des menschen. Nu waren er menschen, die dadelijk erop sloegen: gezangen-zingen-zoodra-het-hekvan-den-dam-was. Ik ken een dominee, die dadelijk begon: vier keer zingen in den dienst? dan ook vier keer een gezang! Loopen ze weg? dan nog een woordje achterna om te doen zien: de dominee is onder degenen die daar zingen: wij zijn niet bang, wij zijn in Rome. Maar ik ken ook anderen: toen ik zelf een keer waarschuwde tegen het drijven van de menschen, die jaren lang verkeerd waren opgevoed, door dat paroolvan-daamet, toen waren er die schimpten: ook al kersteniaansch? En tegenstanders, die zeiden: ik ben er tegen, maar als ik er voor was, dominee, nou dan deed ik 't als die dominee van zooeven. Doe 't dan toch. Kijk, zulk een mentaliteit doet altijd een massa kwaad.

Laat men ook hier zich. er door laten gezeggen. Het advies dat door de onderteekenaars van den laatsten brief gegeven is, zal binnen enkele dagen stormwinden ontketenen. Ik zag pas in de Picture Post een foto van een meneer, die werd opgeleid tot vliegenier, en dus moest gewend raken aan felle windstooten: door een tunnel werd dan met toenemende snelheid zulk een windstoot geleid, en de man, vóór den tunnel geplaatst, kreeg de heele lading in zijn gelaat. Nu was het merkwaardig, hoe tenslotte zijn heele gezicht verwrongen werd tot onherkenbaar wordens toe. Ik vermoed, dat zij die in deze weken gaan blazen, voor een deel gevaar loopen, hun gezicht te verliezen (want de wind gaat dezen keer niet door een tunnel, maar komt versch van tusschen de lippen; en dat diegenen die nog last hebben van het ondergaan van zulke windstootjes, het weer wat benauwd zullen krijgen; en dat dan alleen maar de nervositeit er weer wèl bij vaart, d'.w.z. nog nerveuzer wordt. Maar laat ons-rustig blijven: wie er ander» over denkt, dien laten we de argumenten toetsen: wg zeggen hem, dat ook wij zijn moeiüjkheden verstaan; we hebben er zelf ook geen plezier van, maar alleea verdriet. Doch we willen hem en ons vragen: , dank toch voor den argumentendienst; want er zijn óók van die windstooten, die niet door een kunstmatigen tunnel tot leerlingen, maar die door de harde feiten der w e r k e 1 ij k h e i d tot de a r-b e i d e r s Gods komen. En wie dan niet meer naar het roer luistert, of het niet meer vasthoudt, d.w.z. zich niet meer houdt aan wat hij na rustige argumentatie voor waarheid en recht houdt, wel, die verongelukt, ook al denkt h ij, , d a ï hij zich kalm houdt. Want zoo lang je in het vliegtuig zit, is de luchtdruk kalm, maar o wee, als ja in het verkeerde zit, of in een dat al niet meer landen kan naar eigen wil en wet.

We willen volgende week nog enkele opmerkingen plaatsen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1949

De Reformatie | 8 Pagina's