GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Proposities of theologie verworpen ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Proposities of theologie verworpen ?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zijn artikel, verleden week reeds ter sprake gebracht, "wil Rev. Ophoff duidelijk maken, dat de predikanten Kok en De Jong, die pas in ons land geweest zijn, en daar zoo warme sympathie voor de Protestant Reformed Churches - wisten te wekken, toch eigenlijk zwaar in overtreding zijn geweest, toen zij tusschende dogmatische constructie van prof. Hoeksema en de officieele leer der Prot. Ref. Churches een duidelijk onderscheid "wisten te maken.

Tot mijn verbazing neemt Rev. Ophoff hun dit kwalijk. Tot mjjn verbazing, zeg ik; want mijnerzijds zou ik het kwalijk nemen, als men in Amerika ging vertellen, dat ik zoo'n dwaas was, dat ik de menschen zou willen binden aan mijn dogmatische constructies. Nota bene, terwijl ik zelf nog veelszins leeren moet, en sedert 1933, naar ik meen, daartoe pas goed ds kans gekregen heb. Eerlijk gezegd, geloofde ik ook, dat men Rev. Ophoff, en collega Hoeksema, en voorts •wien ook, onrecht zou doen, als men beweren dorst: hun meening is bindend.

Ja, maar, zoo merkt Rev. Ophoff op, bl, 472, kolom 2, zóó staan de zaken niet. De verbonds-theologie van Rev. Hoeksema IS de verbondstheologie van de Prot, Ref. Churches. Het ongeschreven geloof van die kerken (niet in formule gebracht dus: ongeschreven). Desondanks officieel aangenomen.. En dus inderdaad bindend. _ ' -

Deze nog al verbazingwekkende volzinnen laten mij vragen: hoe heb ik het nu? Theologie is een zwaar woord; het is 'in dit verband voor het minst: een samenhangende beschouwing. Of collega Hoeksema zelf verklaren" kan, dat zijn beschouwing van heden in alle onderdeelen precies overeenkomt, ook wat dé verbiadingslijnen betreft, met die, welke hij had op het oogenblik, dat hij, fier en krachtig, weigerde de drie punten te onderteekenen, de drie punten, hem voorgelegd in 1924? Ik vermoed, dat hijzelf zal zeggen, wat ook ik zou verklaren: ik heb geweigerd de drie punten te onderteekenen, omdat ik die PUNTEN niet gereformeerd vond; maar mijti thetische beschouwing over alles en nog wat behoefde daarbij niet in geding te komen, want ik heb die drie punten afgewezen, omdat ik ze in strijd achtte met de bestaande BE­ LIJDENIS, en die kunt ge nalezen, warit die is een geschreven credo, en met mijn ongeschreven credo hebben noch mijn beschuldigers, noch de broeders, die mij büjven erkennen als am'btsdrager, noch de kinderen van deze broeders en zusters, die ik nog hoop te doopen, iets te maken: "wij binden elkaar aan geschreven formulieren, en niet aan een „unwritten creed", een ongeschreven geloof. Ik geloof niet, dat coll. Hoeksema met wat „unwritten" bleef, iemand binden wil. Ik geloof evenmin, dat men officieel aanvaarden kan, wat ongeschreven bleef. Rondweg ge-

sproken: ik geloof er geen woord van, dat een ongeachreven credo officieel aanvaard is in eenige mij bekende kerk.

Ja, maar, zegt Rev. Ophoff, in 1924 heeft de synode die ons uitwierp, drie punten aangenomen; en ze wilde ons daaraan binden; en dat hebben wij toen geweigerd. Best. In die drie punten nu, was ook begrepen de verbonds-theologie va, n prof. Heyns. Het waren maar drie punten, drie stellingen, drie uitspraken, drie proposities. Maar daar lag toch in begrepen: een theologie. Toen dus de eerst uitgeworpenen die drie pimten weigerden te teekenen, toen hebben ze daarmee ook verworpen de theologie van Heyns; en eigenlijk ook de theologie der vrijgemaakten van 1944; in 1924 is dus in Amerika reeds afgewezen een theologie van 1944 in Nederland.

Nu zal ik ditmaaal geen woord zeggen over die theologie der vrijgemaakten uit 1944. Ik ken dat ding niet. En ik meen, wel iets te weten van wat er onder ons te doen is. Ik heb trouwens in 1934 een officieele rede gehouden, per radio, vanuit Kampen, de Theol. Hoogeschool, waarin ik betoogde, dat ook de Vrijgemaakten („Afgescheidenen") van 1834 geen eigen theologie hadden, maar alleen terug wilden naar de Dordtsche Leerregels. Dat vond ik hun eere; en ilc zoü niet graag dat eerediploma zien onthouden aan de „vrijgemaakten" van 1944, die geen vrijheidsberoovers zijn van anderen.

Maar ik wil wel wat zeggen over de theologie der protestant reformed broeders. Als Rev. Ophoff durft beweren, dat de ongeschreven belijdenis, niettemin officieel aanvaard, in zijn kerken bindend is, wel, dan is het tijd, hem te houden aan het fiere woord van Rev. Hoeksema, Drie Scheuren, bl. 24, dat ik, mutatis mutandis, nu zou willen voorhouden aan Rev. Ophoff: „In het onderteekeningsformulier staat nog altijd niets meer, dan dat men .verklaart de Drie Formulieren van Eenigheid te zullen handhaven en verdedigen". Even verder, bl. 24/5: „In 1924 zijn ambtsdragers afgezet, omdat ze weigerden, toevoegselen aan de belijdenis te onderteekenen en hunne instemming er mede te betuigen. Deze ambtsdragers hadden beloofd, zich te zullen houden aan de Drie Formulieren van Eenigheid, zonder eenige toevoegselen". Aan de Chr. Ref. Church verweet Rev. Hoeksema, ik geloof, volkomen terecht, het volgende": „Als de Christelijke Gereformeerde Kerken eerlijk wilden zijn zouden ze dat formulier zoo moeten veranderen, dat ook de Drie Punten van 1924 er in werden genoemd". Die meening deel'ik. Maar dan zou ik zeggen: Indien Rev. Ophoff, wat ik overigens niet geloof, meent, dat een unwritten creed, een ongeschreven credo, bindend is, laat dan de Prot. Ref. Churches hetgeen ongeschreven is, als-'t-u-b)ieft op papier zetten, en uitdrukkelijk noemen onder de papieren, die b.v. de catechisanten van 1949 moeten aanvaarden, 25 jaar na 1924. Zoolang dat niet gebeurd is, ' en ik vermoed, dat het nooit gebeuren zal, weet ik 'de Prot. Ref. Churches niet beter te eeren, dan tot iedereen te zeggen: handen af, want men heeft daar de Drie Formulieren, en niets anders, — Rev. Hoeksema heeft het zelf gezegd.

Het is niet waar, dat men een theologie, b.v, van Heyns, heeft afgewezen. Men heeft proposities afgewezen, meer niet. Achter die proposities ligt natuurlijk meer dan één brok, om niet te zeggen: daarachter liggen allerlei flarden theologie; maar evenals in 1944 de menschen die ons uitwierpen, allerlei theologische denkbeelden in hun hoofd hadden, de een over de kerk, de ander over het sacrament, de derde over de belofte, en de één om die, de andere om weer 'n andere reden, sonönigen waarschijnlijk om allerlei bijmotieven, „ja" knikten, toen de praeses de „punten" de „uitspraken", de „proposities" als bindende, in stemming bracht, zoo ook in 1924 in Amerika de Chr. Ref. synode. Men bezorgt zich zelf maar hopeloos veel werk, wanneer men, de punten afwijzende, nu ook met al die theologieën nog zou moeten afrekenen. Neem me niet.kwalijk, maar zulk een constructie van het huidige kerkelijke leven nadert bedenkelijk dicht aan de „mythe".

En dan, heeft men Heyns theologie s^fgewezen? En meteen die van de „Vrijgemaakten" ? Ik weet niet, of ik zelf bescbouwd word als goed vrijgemaakt. Maar hoe dit zij, ik zelf verwerp b.v.:

a) „de gunstige gezindheid Gods jegens de ménschheid in het algemeen" (punt 1);

b) „de algemeene aanbieding des Evangelies" als een feit, waaruit „blijkt" (!) dat er „een zekere gunst of genade Gods aan Zijn schepselen in het algemeen is" (nog pas heb ik daarover uitvoerig geschreven in mijn jongste en nu komende aflevering Heidelb. Catechismus) ;

c) de neVenstelling van „zaligmakend" en , .burgerlijk goed"; ik vind dat woord „zaligmakend" hier dwaas, en het tweemaal gebruiken van het woord „goed" in dit verband eveneens.

Vervolgens: uitvoerig schreef ik tegen bepaalde ' so'nstructies van Heyns. Die vond ik zwart op wit, en ik wees ze af, op die en die gronden.

Zooals ik ertegen op kom, dat wijzelf in 1944 uitgeworpen werden op grond van (16) proposities, terwijl m|en na dien tijd ons vrijwel doorloopend aan het hoofd zat te zeuren over de theologie van b.v. dr Ridderbos, die me in dit geval heelemaal niet interesseert, zoo moest, meen ik. Rev. Ophoff er tegen opkomen, dat men hem achterna zou rijden met niet die drie proposities, doch met de theologie, hetzij van Heyns, hetzij van Berkhoff.

Hoe het zij, het is mij een behoefte, uit te spreken, dat de predikanten Kok en Ve Jong de eer van hun kerken hebben hoog gehouden, en terecht hebben gezegd, dat men haar geschreven geschiedenis kan vinden in die en die officieele stukken. Ongeschreven credo's kunnen nimmer binden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 augustus 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Proposities of theologie verworpen ?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 augustus 1949

De Reformatie | 8 Pagina's