PSALM 2 : 1-6
(Vertaling N.B.G.)
WaaroTn toch woelen volken t allen kant en zinnen natien op ijedetheden?
Ziet, hoe nu al wat macht heejt samenspant, de koningen der aard' hun plannen smeden. Zij rukken aan om met den HEER te strijden. Hoort, hoe 't ook zijn gezalfde tegenklinkt: „Komt, laat ons van hun touwen ons bevrijden, verscheuren eiken band, die ons bedwingt."
Maar Hij, Die in den hemel zetelt, lacht: De HEER bespot hun strijden en hun streven. Dan spreekt Hij in zijn toorn tot hen met macht, verschrikt hen in zijn gramschap, dat zij beven. „Ik maakte immers daar mijn knecht tot koning en over Sion heb Ik hem gesteld.
Ik geef mijn stad hem eeuwig tot een woning, mijn heil'gen berg geef ik dien grooten held."
*) Ps. 89 : 20.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 december 1949
De Reformatie | 8 Pagina's