GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GRONINGER Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GRONINGER Brieven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amice frater,

Wij zouden nog verder wat praten over de wereldpolitiek van vandaag.

De hoofdtrek daarin is zeker wel de verhouding van. Europa en de Verenigde Staten van N.-Amerika.

En dan denkt men onwillekeurig terug aan de laatste dertig jaren van de achttiende eeuw, toen ook die verhouding onderwerp was van een brede litteratuur en veel „gesprek".

Er zijn vele trekken van overeenkomst tussen de tweede helft der achttiende en de eerste der twintigste eeuw.

Beide perioden, waarin de Revolutie — zoals Groen die tekende ; — van het goddeloze woord kwam tot de goddeloze daad.

Haar prediking van de heilsstaat, die deze Revolutie zou brengen en de vruchten daarvan; ontzettende ellende allerwege.

Beide perioden, zo zou men het kunnen zeggen, van een ontzettend misverstand, van het zich vergapen aan luchtspiegelingen van de humane mens, die zegt goed te zijn en alles goed te kunnen maken, als maar het Woord (3ods en de Kerk des Heren op zij worden gezet.

Nu stelt men meer dan eens de Amerikaanse bevrijdingsoorlog gelijk met de Franse revolutie.

De Amerikanen lieten zich begoochelen door de revolutionaire Franse wijzen, inzonderheid door Rousseau. De Fransen werden in hun revolutie gesteund door het Amerikaanse voorbeeld.

Gij weet, dat dr Kuyper ia een prachtig geschrift de Amerikaanse revolutie heeft getekend als een vrucht van het Calvinisme, als historisch bevnjs voor de stelling van Groen, dat de Franse revolutie de caricatuur bood van de vrijheid, die de Reformatie voor Europa bracht. De Duitse geleerde Jiellinik heeft dit betoog gesteund in een korte, krachtige studie.

Daar is daarna, ook van Calvinistische zijde. o.a. door prof. Van Schelven, critiek op deze opvatting uitgebracht. Die Amerikanen, dus zeide men, waren toch wel danig onder de invloed gekomen van de Franse revolutionaire litteratuur. Iets wat Kuyper trouwens ook voor een deel der Amerikanen — en vrie noemt dan niet Jefferson? — toegaf. Maar hij steunde op Burke's oordeel.

Ten slotte streden de Amerikanen, hoewel zij spraken van de „rechten van de mens", voor de rechten van de Engelsman, vruchten der Reformatie. Zij hadden het oog op werkeüjkheden, die zij dan menigmaal verkeerd benoemden. De Fransen stortten zich in de afgrond der revolutie, volgend de caricatuur, de luchtspiegeling, het fata morgana van het ongeloof.

Met een jonge vriend in Amerika, studerend aan het Calvin-C!ollege van Grand Rapids, ben ik in correspondentie over dit onderwerp, en deze jonge vriend schrijft mij zeer onder de indruk te zijn gekomen van het feit, dat de beginselen der Franse revolutie de

Amerikanen toen toch. wel erg te pakken hadden.

Dit gaf mij aanleiding, mij een paar weken weer eens te verdiepen in de historie van de jaren 1780— 1800.

Een van de best gedocumenteerde werken daaromtrent, inzonderheid wat dan de verhouding Frankrijk—Amerika betreft, is zeker het proefsclirift van de Franse geleerde Bernard Fay. Die daarmee bewees, dat niet alle Fransen werken met de „Franse slag".

In zijn uitvoerig werk bespreekt hij zeer nauwkeurig de diplomatieke stukken en onderhandelingen: de reisbeschrijvingen van de vele Fransen, die — gelovende de fabel van Rousseau omtrent de heerlijke natuurmens, in Amerika een soort pastorale zagen; de mens, levend dicht bij de natuur, niet keimende de verwording der cultuur — naar het toen nog verre Westen togen, om die heerlijkheid te leren kennen. Zij werden wel erg ontnuchterd, maar deden hun best dit te verbloemen; voorts de periodieke pers, wecken maandbladen; de honderden brochures over en weer; de romans en de dichterlijke beschouwingen.

Nu is Fay een bewonderaar van de Franse revolutie, en als Fransman trekt hij zoveel mogelijk naar zich toe. Maar hij is een eerUjk man en het merkwaardige is nu, dat de slotsom van zijn brede studie wordt vermeld in de slotzin. De verhoudingen, dus zegt hij, zijn zeer gecompliceerd, maar ten slotte zijn zij „avant tout un mirage, une histoire d'amour".

Wat die liefdeshistorie betreft, denkt men hier onwillekeurig aan wat de historicus Bancroft schreef, die zei, dat de Amerikaanse en de Engelse revolutie van 168S — want die beide zijn nauw verbonden — evenveel gelijken op de Franse van 1789, als e^n deugdelijke huisvrouw op een lichtekooi.

Nu moge men met recht kimnen zeggen, dat die Amerikaanse huisvrouw wel wat te veel at van de Franse kost, maar al met al krijgt, ook bij Fay, Burke gelijk. En die was tijdgenoot, en niemand zal ontkennen, dat hij een scherpe blik, zelfs profetische gave bezat.

De verhouding een mirage, een luchtspiegeling, een waan.

De Amerikanen begrepen de Fransen, de Fransen de Amerikanen niet. Het was van weerszijden niet dan misverstand. Dat trouwens, zoals dit steeds gaat met misverstanden, heel erg werd uitgebuit. Aan beide • zijden van de Atlantische Oceaan.

Maar was zulk misverstaan der Franse revolutie er in het eerst en ook later nog niet in heel Europa, bij vorsten en volken?

Eerst toen de boze vruchten voor de dag kwamen, kwam men èn hier èn in het verre Westen tot enige bezinning.

Het was ook hier: mirage, een zich vergapen aan de luchtspiegeling, die naar Groen's profetie eens in nog erger mate Europa naar de afgrond zal voeren. Wat thans een ieder, die dicht bij de Schrift en de goede behjdenis leeft, heel duidelijk wordt.

Het is alles misverstand, waan. Over heel het leven in Europa en in Amerika.

De dichter Nijhoff zong: „de woorden zingen zich los van hun betekenissen". Dit geldt voor de poëzie en het proza van deze dag. De schilderkunst penseelt zich los van de schoonlieid der werken Gods. De politiek en de diplomaten redeneren zich los van de werkelijkheden in de staat en in de maatschappij. De mensen, zo zei prof. Is. van Dijk het reeds, schrikken, als zij horen dat het gras groen is. En zij schrikken niet alleen, zij worden verontwaardigd over zoveel domheid.

Wij zien dit inzonderheid als het gaat over het vereend West-Europa, dat men thans bouwen wil. Bouwen? Men praat er over, dag uit, dag in. Het federalisme is koekoek-eenzang. En^j verbazen ons aUe dag niet slechts over de verblindheid, vooral helaas bij de leiding der A.R. partij, maar meer nog over de argumenten, de dialectiek, die wordt aangewend om de mensen te doen vergeten, waarover het hier werkelijk gaat.

Deze woorden redeneren zich los van him betekenissen.

Daar wordt zelfs beweerd, dat men in staat zal zijn de reformatorische beginselen in dat nieuwe West-Europa te doen zegevieren.

En praat dan net als Rome en het erg verworden protestantisme.

Men denkt zelfs in het humanisme of de demooratie van deze dag steun te kunnen vinden. De werkelijke antithese ziet men niet meer. Het gaat nu tussen de totalitaire staat — het communisme — en de hooggeloofde democratie met haar „rechten van de mens".

Het leerstuk der Gemene gratie, valse beschouwingen over zonde en genade wordt tot de uiterste consequentie doorgevoerd, een consequentie, van welke Kuyper, als hij ze had kunnen horen, vreselijk geschrokken zou zijn.

En dat alles wordt rustig geslikt door wat zich christelijk, zelfs calvinistisch noemt. Misverstand, mirage, waan.

En ongelovige auteur, die zijn lezers vooral vindt in universitaire kringen, bij jong en oud, de romanschrijver Vestdijk, was dichter bij de waarheid dan de hoofdredacteur van het dagblad „Trouw", toen hij in een studie over de „Toekomst der religie" sprak over de verdwijning van het Christendom in Europa. Trouwens reeds vóór de jongste oorlog vroeg een bekwaam journalist in het „Handelsblad" zich af: is Europa nog christelijk? En hij constateerde na een reis door ons werelddeel: neen.

Vestdijk zegt: het christendom zal waarschijnlijk verdv/ijnen en hij vindt dit wenselijk ook, al wil hij deze liquidatie op waardige wijze zich doen voltrekken zonder woede en wrok bij de betrokkenen achter te laten. Het moet, anders dan bijv. achter het ijzeren gordijn, met beleid en langzaam aan geschieden. Ge^ leidelijli, tot het punt, waarop niemand zeggen kan, dat de kerkehjke godsdienst nog het christendom is.

Want hij wil een nieuwe religie: een combinatie Van sociale en mystieke intrpspectische factoren. Voor het eerste zal zorgen het westen, voor het tweede het oosten. De mystiek zelfs voorop en dan klaagt hij over de onverdraagzaamheid der christenen.

Het is echter haast te veel. Onverdraagzaam?

Bernard Fay noemt de revolutie in de achttiende eeuw religieus, mystiek, en heeft eveneens oog voor de sociale en mystieke introspectieve (inwendig geziene) factoren. Daar zit ook veel mystiek in dat zich laten misleiden door luchtspiegelingen; fata morgana.

Toen en nu in nog ergere mate.

Wat Nijhoff zong werd door Chesterton eens dus geformuleerd: alles wordt van alles losgemaakt en alles gaat te gronde.

De mens wordt losgemaakt van de waarheid en van de werkelijkheid. Hij gaat leven in een wereld van niet dan luchtspiegelingen, in een mystieke droom, waarin al wat vastheid gaf aan het leven vervaagt. De goede beginselen worden verdoezeld door wie er trots op gaan, dat zij die nog belijden.

Er is een geestelijke verbijstering, die een ieder, die de waarheid nog mag zien, alle dag opnieuw verbaast. Is het redelijk? Wat kan de mens verwachten, als hij de weg des Heren, de gehoorzaamheid aan het Woord Gods verlaat, de lampen, die eens zo heerlijk licht gaven, gaat doven?

Maar waar dit zo is, dringt het dan niet meer dan ooit de nog getrouwe kinderen der kerk om in alles wakker te worden, alle traagheid af te schudden, zich niet mee te vergapen aan de luchtspiegelingen van onze dag en in woord en daad te getuigen voor al wat God de Here eens Europa en niet het minst ons volk schonk? Als vrucht der Reformatie, die voor alle gebied van het leven de strijd aanbindt tegen de Revolutie?

Make de Here U en mij gehoorzaam en getrouw. Met harteMjke groeten en heilbede, uw toegenegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

GRONINGER Brieven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1951

De Reformatie | 8 Pagina's