GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Christelijke geneeskunst en Buchman-beweging (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christelijke geneeskunst en Buchman-beweging (I)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Or PAUL TOURNIER,

VAKWETENSCHAP EN PRACTIJK

In de volgende artikelen wil ik iets gaan vertellen «over Paul Tournier en zijn werk; waarna we dit dan zullen gaan beoordelen vanuit „christelijk standpunt".

Ik doe dat niet zonder enige schroom. En ik leg •op die schroom wel nadruk. Waarom? Tournier zeg^ in zijn boek „Techniek en Geloof", pg. 251 (verderop te schrijven als T.G., 251): „De Protestanten verkondigen het priesterschap van alle gelovigen; dit is een van de voornaamste punten der Reformatie, tegenover het op de spits gedreven clericalisms der 16de eeuw. Zij brengen het echter weinig i n p r a k t ij k !"

Dat geponeerde „priesterschap van alle gelovigen" stemt wel zo ongeveer overeen met Zondag 12 Heid. •Cat., waar in antw. 31 ons Christus getekend wordt, gezalfd tot Profeet, Priester en Koning, terwijl antw. 32 dan zegt, dat ik .door het geloof een lidmaat van Christus en alzo Zijner zalving, dus ook die tot „priester", deelachtig ben. Wij z ij n dus „priesters"; maar wat brengen wij ervan terecht in de praktijk? Tournier zegt^^^en ik geloof terecht: „weinig" Daarover moeten wij ons allemaal schamen !

Nu ken ik Tournier niet persoonlijk; ik ken hem alleen uit een paar boeken; maar daaruit blijkt mij, dat hij met haast al zijn patiënten over Christus spreekt; ze op Hem vyijst en met verschillenden van hen bidt. Daarom moeten wij, als we nog niet meer van Tournier weten, wel zéér voorzichtig zijn met over hem een oordeel uit te spreken; opdat van ons niet, terecht, gezegd zou kunnen worden: „En wat ziet gij de splinter, die in uws broeders oog is en de balk, die in uw oog is, merkt ge niet? Gij geveinsde, doe eerst de balk uit uw oog, en dan zult ge bezien, om de splinter uit te doen, die in uws broeders oog is" (Luc. 6 VS 41, 42). •

Dit in het oog houdende, wil ik het werk van Tournier, zoals hij zelf ons dat bekend maakt in zijn twee boeken: „Radicale Therapie" en „Techniek en Geloof", iiader beschouwen en becritiseren. Ik wil zijn werk bezien, niet vanuit het standpunt van enige richting bij ons in Nederland; want wie zegt mij, dat die richting het bij het rechte eind heeft? Ik wil Tournier vooral confronteren aan de Bijbe 1; voor ons te allen tijde en in alle delen het Woord van God. Tournier zal daar geen bezwaar tegen in mógen brengen, omdat hij zijn patiënten en lezers ook zelf telkens •weer „terug wil werpen" op dat Woord.

Daardoor zullen vsdj toch ook meer positief mogen en moeten worden in ons oordeel over hem.

Tournier is vanaf 1925 (Radicale Therapie, pg. 5; verderop te schrijven als R. T., 5) huismedicus in Geneve. En Tournier is een huismedicus, die is aangegrepen door het revival van Dr Frank Buchman. Hij is, zoals we hier zouden zeggen: „van de Buchman-beweging"; en hij tracht dit konsekwent te zijn; vooral juist in zijn dokterspraktijk. Dit blijkt haast op iedere bladzijde van zijn boeken. Tegelijkertijd (en hier komt al iets om de hoek gluren van Toumier's geestelijke structuur!) noemt hij zich echter van „calvinistische geloofsovertuiging"! (T. G., 128). Die bekering tot de Buchmanbeweging heeft plaatsgevonden in 1937. Daaraan was een 6-tal jaren tevoren, in 1931, voorafgegaan de conferentie te Ermatingen, die, volgens Tournier, de „aanvang is geweest van een grote geestelijke beweging in Zvntserland" (T. G., 83). „In 1937" echter, zo schrijft hij (T. G., 67) „werd het mij duidehjk, dat God wilde, dat ik zou breken met de gemakkelijke sleurgang van mijn beroep en in denken en praxis nieuwe wegen inslaan, bij het zoeken naar een christelijk georiënteerde genee^unde. Met volle instemming van mijn vrouw heb ik het risico aanvaard, door vele collega's niet begrepen te worden, alleen te: staan in mijn overtuiging en door verschillende mijner vrienden veroordeeld te worden. Ik kwam voorts financieel in moeilijkheden en zag dikwijls geen uitweg uit de problemen die boven mijn vermogen gingen. Dit was ongetwijfeld een zaak van gehoorzaamheid, die vrucht heeft gedragen. Toch heb ik mijzelf later moeten bekennen, dat er heimelijk verscheidene gewoontezonden onder door hadden gelopen, zoals mijn hang naar het buitengewone, mijn vlucht van het alledaagse, eentonige werk van een gewone, nauwgezette! dokterspraktijk; in één woord, wat ik noem: mijn complex tegen het normale leven."

Tournier vertelt dan verder (T. G., 212) : „Toen ik me geroepen wist om aan mijn werk als medicus een andere richting te geven, ben ik met mijn gezin twee weken aan zee gaan doorbrengen om daar mijn plannen rustig te laten rijpen. Ik was toen erg teleurgesteld dat ik zo weinig aanwijzingen ontving met het oog op de taak die ik voor mij zag. Ik had het gevoel alsof mijn geestehjk leven volkomen verdord was. Maar later heb ik bemerkt, dat ik in de grond van de zaak heel goed wist wat God 't eerst van mij wilde: een brief sturen aan al mijn patiënten; een boek dat ik enige tijd geleden had gelezen nog eens overlezen; overleg gaan plegen met sommigen van mijn leermeesters en collega's. Deze dingen waren het, die ik om te beginnen moest doen, in plaats van te dromen van merkwaardige ingevingen; mijn weg zou me stap voor stap door God gewezen worden. De dag nadat men gehoorzaam geweest is, krijgt men steeds weer nieuw licht." a

Kort na deze bekering tot de Buchmanbeweging, schrijft hij dan in 1940 zijn , , Médecine de la Personne"; in 1950 in het Hollands vertaald en uitgegeven onder de titel: „Radicale Therapie"; en in 1944 volgt „Technique et Foi"; hier, in 1951, bekend geworden onder de titel: „Techniek en Geloof".

Tournier is afkomstig uit een christelijk gezin en volgens Dr Maeder (T. G., 7) is hij altijd een meelevend kerklid geweest.

Tot 1937 heeft hij dan een gewone dokterspraktijk gehad. Zoals we reeds van hemzelf hoorden, werd deze hem te eentonig, te gewoon; hij was ook teleurgesteld over „de ontoereikendheid der klassieke, officiële geneeswijs bij bepaalde ziekten" (R. T., 5); en langzamerhand rijpte in hem de overtuiging dat het „blootleggen van de psychologische oorzaken belangrijker is dan het bestrijden der momentele somatische verschijnselen" (R. T., 5). Want, zo zegt hij, (R. T., 10) „onze levensvwjze is de belangrijkste factor van onze gezondheid". Nu komen in de levenswijze van zo heel veel mensen zo vaak excessen voor: hartstochten, die hen beheersen; conflicten, die hen hinderen; opstandigheid, twijfel, angsten. Ieder leven heeft zijn problemen; ieder hart zijn onuitgesproken tragedies.

Deze alle nu blijken grote invloed te hebben op onze gezondheid. Want de meeste ziekten komen ons zo maar niet ineens overvallen; ze worden jaren lang voorbereid door verkeerde voeding, onmatigheid, overbelasting, morele conflicten, sexuele conflicten (R. T., 10). In wezen zijn vele mensen „zielszieken" en niet enkel lijders aan een „organische ziekte". Dit geldt b.v. voor veel lijders aan eczemen, asthma, bepaalde spijsverteringsstoornissen, colitides, amenorrhoeën, enz. (R. T., 13).

En, het aantal van dit soort patiënten is sedert een eeuw onrustbarend gestegen. Carrel zegt zelfs, (volgens R.. T., 46) „dat de geestesziekten alleen al veel talrijker zijn dan alle andere ziekten bij elkaar"!! En „deze stijging kan een groter gevaar voor de beschaving worden dan de besmettelijke ziekten".

Van zulke zieken komen er nu heel veel naar Tournier. Hij hééft dan ook geen „gewone" dokterspraktijk meer, met overwegend „alledaagse" ziekten, als griepjes, bronchitides, diarrheeën, enz. Hij heeft nu haast enkel patiënten, waarbij de invloed van psychische conflicten, angsten, hartstochten, enz. sterk op de voorgrond treedt. Van gewoon huismedicus is hij dan ook éérst geworden een beoefenaar van de z.g.n. „psychosomatische geneeskund e".

Wat is dat: „psycho-somatisch"? Wat verstaat men daaronder in de geneeskunde?

Een mens bestaat nu eenmaal niet enkel uit een lichaam en een geest of ziel, die vrijwel niets met elkaar te maken hebben. Integendeel, het blijkt steeds meer, dat lichaam en ziel (om het maar eenvovdig zó te zeggen) elkaar voortdurend, wederkerig, ten sterkste beïnvloeden. En dat niet alleen in een toestand van „gezondheid"; neen, ook ten tijde van ziekte. EigenUjk is dat niets nieuws. Heel bekend zijn b.v. geworden de honden van Pawlow, die hij n naaagfistel gegeven had. Hij liet dan weken aanéén, vóór de voedering eerst een belletje rinkelen en gaf ze dan voedsel; ogenblikkeUjk kwam dan uit de maagfistel maagsap lopen. Was die maagsapafscheiding nu alleen een gevolg van de physische prikkel van het slijmvlies van de bek van de hond door het voedsel? Neen; want als hij ^dit enige tijd, altijd weer op dezelfde wijze, met die hond gedaan had, volgde er óók overvloedige maagsapsecretie, als hij alléén maar het belletje liet rinkelen en de hond geen voedsel gaf. Populair voorgesteld kunnen we zeggen: op het horen rinkelen van het belletje, „dacht" de hond: „ha, nu krijg ik weer eten!" En die , , gedachte" alleen al, was voldoende, om de klieren, die het maagsap afscheiden, in werking te doen treden. Dan was er dus alleen een psychische prikkel, die gevolgd werd door een organisch, een somatisch symptoom, in de vorm van een weeg- en meetbare hoeveelheid afgescheiden maagsap! Een psychische prikkel dus met een somatisch effect!

We kiumen en we mogen echter nog veel verder teruggaan dan tot 1889, toen Pawlow deze proeven deed. Lezen we niet reeds in de Bijbel: „Een gezond hart is het leven des vlezes, maar nijd is verrotting der beenderen" (Spr. 14:30); en: „Toen ik zweeg (d.w.z.: toen ik voor God mijn zonden niet beleed), werden mijn beenderen verouderd." (Ps. 32 : 3) ? Of ook: „Een bhj hart zal een medicijn goed maken; maar een verslagen geest zal het gebeente verdrogen" (Spr. 17 : 22) ? Ook hier dus heel duidelijk de invloed van de „geest" op het „vlees"!

Deze invloed merken we ook in de geneeskunde.

Om eens een voorbeeld van zulk een patient te noemen ? Ik neem er maar een, die Tournier zélf beschrijft (R. T., 98). „Daar hebben wij een patiënte met een ontsteking van de rechter nervus radialis (een zenuw in de rechterarm). Ik zoek naar de oorzaken van haar ziekte: geen diathetische antecedenten, niet overwerkt, misschien een beetje te veel gebreid, wat de localisatie op de arm tengevolge gehad kan hebben. Geen vochtige woning. Geen intoxicatie, noch endogeen, noch exogeen. „Is er dan een of ander verdriet? " Zij barst in tranen uit: al vyf jaar lang heeft zij om een geldkwestie van niets een hevige ruzie met de dochters van haar man, die zij opgevoed heeft en van wie zij veel houdt. Zij gaat aan dit conflict, dat haar dag en nacht vervolgt, letterlijk kapot. Haar naaste omgeving raadt haar af de eerste stap ter verzoening te doen. Men hamert nadrukkehjk op het ongelijk van haar stiefdochters en men stelt het voor alsof een stap tot toenadering van haar kant gelijk zou staan met rechtsschennis, met een premie op de slechtheid, met een daad van zwakheid. En onder de hand heeft zij er maar verdriet vani" Als zulk 'n patient nu eenmaal besluit de eerste stap tot verzoening, ondanks alles, toch te gaan doen, kan dit alleen reeds een belangrijke verbetering van de neuritis, die schijnbaar enkel „somatische" aandoening, ten gevolge hebben!

P. JASPERSB.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 februari 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

Christelijke geneeskunst en Buchman-beweging (I)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 februari 1952

De Reformatie | 8 Pagina's