GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

SAMEN BIDDEN OM HERENIGING?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SAMEN BIDDEN OM HERENIGING?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

Aan de Kerkeraden der Geref. Kerken en der Geref. Kerken (onderh. art. 31 K.O.) in Nederland is medegedeeld, „dat op 7 Juli j.l. te Groningen is opgericht het „Landelijk Comité tot het houden van gebedssamenkomsten (en tot opwekking daartoe) om te komen tot hereniging van de Geref. Kerken in Nederland." Het Comité vertrouwt gaarne, „dat dit werk Uw aller sympathie zal hebben".

Blijkens dezelfde mededeling is er in Groningen reeds een gebedssamenkomst gehouden met zeer grote opkomst. „De samenkomst liet niet na grote indruk te maken." Op eeri spoedvergadering van het Comité te Utrecht werd besloten „te trachten via pers en radio de leden der kerken zoveel mogelijk op de hoogte te houden van de gang van zaken". In het toegezonden persverslag lees ik ook nog het volgende: „Het comité hoopt, dat in dorpen en steden samenwerking zal worden gezocht tussen de leden der gescheiden gereformeerde kerken, met het doel gebedssamenkomsten te beleggen, in de erkenning van gemeenschappelijke schuld."

Mij werd ook toegezonden een „orde van handeling" van de samenkomst te Groningen en een „Verklaring", die daar blijkbaar is voorgelezen.

Daaruit blijkt o.a., dat men wil bidden „dat de gedeeldheid weggenomen wordt".

Er staan in dat stuk goede woorden: „De liefde tot de broeders in Chrisus moet in ons brandende zijn, om met hen in gemeenschap des waren geloofs ook gemeenschap aan de tafel des Heeren te hebben".

Er staan ook wel minder goede woorden in, maar die laat ik rusten.

De zaak waarom het de broeders gaat is zo dunkt mij wel duidelijk.

Ook aan mij' werd van een en ander afschrift gezonden. De bedoeling zal wel zijn ook mij op te wekken aan deze samenkomsten mee te werken.

Ik heb een en ander overwogen. En ben tot de conclusie gekomen, dat zó bidden om hereniging niet kan en niet mag. Ik zal zeggen waarom.

Laat ik maar concreet zijn. Deze opwekking zal ook wel uitgegaan zijn naar de kerkeraad van de gebonden Geref. kerk van Voorthuizen. Die mij in al mijn ambtelijke bedieningen geschorst heeft. Vermoedelijk zal Prof. J. Ridderbos, die bij genoemde schorsing tegenwoordig was, ook wel deze opwekking hebben ontvangen.

Het besluit tot mijn schorsing heb ik nog eens nagelezen. Daarin wordt overwogen, dat ik de leer der kerken betreffende het zaad des verbonds, zoals die laatstelijk geformuleerd is in 1946, en de daarmee verband houdende schorsingen, in m'n ambtelijke bediening bestrijd en daarmee niet wil ophouden.

Verder wordt geconstateerd, dat ik mij zodoende schuldig heb gemaakt aan de zonde van openbare scheurmaking. En voorts besloten op grond van art. 79 en 80 K.O. voor de tijd van drie maanden mij te schorsen in al' mijn ambtelijke bedieningen. „Zulks in de hoop en met de bede, dat de Heere het daarheen moge leiden, dat ds Jager spoedig terugkeere van zijn verkeerden weg."

Nu vraag ik de broeders van het Comité in alle ernst: Hebben zij zich deze situatie ingedacht? Hebben ze gedacht aan de zonden, die er gedaan zijn? Aan de concrete zonden van binding aan een leer, die niet naar de Schrift is en van schorsing, die niet naar de wil des HEREN is?

Menen ze nu werkelijk, dat schorsers en geschorsten samen kunnen bidden?

Ik kom volgende week in Voorthuizen, zo de HERE wil. Ik hoop daar als dienaar van Christus het Evangelie te verkondigen. Dus voort te gaan op de weg, die m'n schorsers een verkeerde noemen, terwijl ik die met blijdschap ga. Ik geloof niet dat de HERE mij geschorst heeft. Ik heb nooit vernomen, dat do kerkeraad en prof. Ridderbos van mening en wil veranderd zijn.

Kunnen wij nu samen daar bidden? Maar wat moeten we dan bidden?

In het verslag van de samenkomst te Groningen lees ik: „Elk der drie initiatiefnemers ging kort voor." Ik zou wel eens willen weten, wat elk der voorgangers concreet had gebeden. Ik weet wel zeker, dat de gebeden van een schorser en een geschorste lijnrecht tegen elkaar in zouden gaan. Zulk samen-bidden zou God niet behagen. Daarom mag het niet. Dat het niet kan zal ieder duidelijk zijn, die de feiten en handelingen van het verleden niet verdoezelt.

Mogelijk redeneert het Comité als volgt: Schorsers en geschorsten kunnen wel niet samen bidden, maar l*t kerkvolk kan het wel en dat moet 't doen krachtens het ambt aller gelovigen. Ik zal zeggen wat ik ook daarvan denk: Ook dat kan en mag niet. Laat ik maar weer een concreet voorbeeld geven.

Toen ik door de kerkeraad geschorst was heeft een aantal broeders en zusters mij verzocht de eerstvolgende Zondag voor hen het Woord te prediken. Aan dat verzoek heb ik voldaan. Zij hebben zich niet onderworpen aan het zondige besluit van de kerke­

raad, maar het voor de geschorste opgenomen. Tot m'n verdriet hebben vele broeders en zusters zich wel aan de gebonden kerkeraad onderworpen. Zij hebben mij meegeschorst. Zich onderworpen aan de leer, die niet naar de Schrift is en aan een hiërarchie, die niet naar de vnl des HEREN is. Dus hebben allen gekozen. Ze hebben allen gehandeld. Ze hebben ja of neen gezegd. Of ze het willen weten of niet. Daar kon niemand aan ontkomen. De HERE stelde hen voor een keuze.. En ze kiezen vandaag nog. Maar hoe zullen die gebonden- en vrijgemaakte broeders en zusters nu samen bidden? En wat zullen ze bidden? Zullen de gebonden broeders niet moeten bidden —• als ze oprecht zijn — met hun kerkeraad, dat ds Jager terugkere van z'n verkeerde v/eg? En zullen de vrijgemaakte broeders niet moeten bidden — als ze oprecht zijn — dat de schorsende kerkeraad van z'n verkeerde weg terugkere?

Neen, zal iemand zeggen, zó kan het natuurlijk niet. Maar we moeten maar laten rusten wat er gebeurd en gedaan isi En we moeten maar blijven bij de gemeenschappelijke schuld, die er bij allen is.

Maar ik vraag: Wat bedoelt men met gemeenschappelijke schuld? Dat we allen zondige mensen zijn? Dat zal toch de bedoeling wel niet zijn.

Men zal wel bedoelen gemeenschappelijke schuld in de zaak van de leerbeslissingen en schorsingen. Ik heb dat verhaal vaker gehoord en altijd als volgt geantwoord: Ik erken wel, dat ik niet altijd goed gehandeld heb. Toen ik de eerste maal de gemeente inlichtte heb ik erkend veel te lang gezwegen te hebben. Ik heb dat als zonde beleden voor God en mensen.

Maar ik ontken, dat ik gezondigd heb door mij aan de bekende besluiten en schorsingen niet te onderwerpen. En ik weiger daarover schuld te bekennen.

Het gaat er niet om, dat ik in de strijd geen verkeerd woord gebruikt heb en mij nooit ergens in misgaan heb. Maar de zaak waarvoor ik streed was goed en de zaak waartegen ik streed was slecht. En ik geloof, dat de HERE het wilde, dat ik mij niet conformeerde. Ik ben nog dankbaar, dat ik door Gods genade neen heb gezegd. Dat dit geen verdienste is weet ik heel goed. Maar ik kan en mag geen schuld belijden als ik overtuigd ben, die niet te hebben. Dus kan en' mag ik aan bedoelde gebedssamenkomsten niet meedoen. En dit geldt m.i. voor ieder die in de bekende strijd gekozen heeft en wist wat hij deed. En als iemand dat vandaag nog niet weet — en er schijnen duizenden te zijn die het nog niet weten — dan moet hij met ernst, voor 's HEREN aangezicht, de zaken onderzoeken en "de daden toetsen naar het Woord Gods.

Of ik dan geen eenheid begeer? Ja zeker, maar eenheid in de weg van waarheid en recht. Het Comité beroept zich op het woord van de Heiland: opdat zij' allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij en Ik In U, dat zij ook in ons één zijn, opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. Maar we moeten dit woord niet losmaken uit het verband. Jezus bidt hier voor zijn discipelen die Gods Woord hebben bewaard. De wereld (ook van godsdienstige Joden) heeft ze gehaat. Jezus bidt, dat God hen moge bewaren van de boze. Ook vraagt Hij: Heilig ze in Uw waarheid: Uw Woord is de waarheid.

Ik zal Zondag, zo de HERE wil, bidden om eenheid. Dat doe ik ook als ik bid, dat de ogen der gebonden broeders mogen geopend worden voor de zonden, die er bedreven zijn. En als ik bid, dat zij zich daarvan mogen vrijmaken.

De bedoeling der broeders zal wel goed zijn. Maar de weg is niet goed.

Ik zie maar één weg: zich niet conformeren, niet meedoen aan zonden, zich vrijmaken. „Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar di6 ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen.

(Spr. 28 : 13).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 augustus 1952

De Reformatie | 4 Pagina's

SAMEN BIDDEN OM HERENIGING?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 augustus 1952

De Reformatie | 4 Pagina's