GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1936-37 - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1936-37 - pagina 36

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

570 Niemand zal van mij verwachten, dat ik uiteen ga zetten — voorzoover dit mogelijk kan worden geacht, want in den dieperen zin stellen leven en wetenschap ons voor een mysterie — , wat de woorden leven en wetenschap zeggen, wat het wezen is van hetgeen in die woorden wordt genoemd, aangezien dit de natuurlijke taak is van de beoefenaren der wetenschap, en deze taak zeker ligt boven de macht van iemand, die aan het leven deel heeft en dagelijks in het leven staat, die daardoor de behoefte aan wetenschap levendig gevoelt, de waarde en de noodzakelijkheid van wetenschap ervaart, maar aan den wetenschappelijken arbeid zelf niet kan deelnemen. Ik volsta daarom met te constateeren — dit in navolging van mannen van wetenschap — dat leven en wetenschap twee zijn, en doe dat, omdat het in mijn voornemen ligt enkele praktische opmerkingen te maken over de verhouding, waarin beide tot elkander dienen te staan. Het leven is eerst, daarna de wetenschap. , Alleen de mensch kan Wetenschap bekomen, aangezien het schepsel, dat van lagere orde is dan den mensch. niet met die gaven is versierd, niet met die vermogens is begiftigd, waardoor het wetenschap kan verkrijgen. De mensch is toegerust mei rede en zede. Hij is een redelijk-zedelijk schepsel. Professor Woltjer zegt in „Leven en wetenschap", pag. 7/8 :

.':;

„Het leven van den mensch is in zijn wezen een ander dan „dat der dieren ; het is bestraald met het licht van het zelf„bewustzijn, het is een wetend leven; niet slechts eene kennis „door de zinnen verkregen is zijn deel, hij kent waarheid, „hij beoordeelt de verschijnselen naar hunnen grond en hunne „oorzaak. Het is in dat weten, dat de glorie ligt van het „menschenleven boven het leven der dieren, het is dat weten, „dat hem heerschappij geeft over de werken van Gods handen. „Maar dat weten is niet iets, dat aan het leven is toege„voegd, het is er organisch mede verbonden, zooals hel bloed „het lichaam voedt en het lichaam bloed bereidt, zoo bereidt „het leven wetenschap en de wetenschap voedt het leven' . God

heeft

den

mensch aldus geschapen, opdat hij Hem zou

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

VU-Blad | 209 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1936-37 - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1936

VU-Blad | 209 Pagina's