GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Italië. Jammerlijke verdeeldheid van het Protestantisme in Italië.

De hoogleeraar Comba, arbeidende aan de Waldenzische theologische school te Florence, schreef dezer dagen een artikel in de Revue Chrétienne over het Protestantisme in Italië. Zeer beklaagt de hoogleeraar er zich over, dat zoovele onderscheidene buitenlandsche kerken op het Italiaansche schiereiland zoeken propaganda te maken. Toen vertegenwoordigers dier verschillende kerken eenmaal bij koning Humbert op audiëntie waren, riep Zijne Majesteit uit: »Quante tinte !" (Hoevele kleuren!) En het is inderdaad ook verbazingwekkend, hoe Engelschen en Amerikanen er schatten voorover hebben, om eene afdeelingvan hun kerkgenootschap in Italië over te planten. Het gevolg is, dat veel geld vermorst wordt, door eene wijze van evangelisatie te volgen, die geheel in tegenspraak is met den aard van den Italiaan, en dat personen zonder eenige controle geld gegeven wordt, dis den naam hebben van te cvangeliseeren en eenvoudig gelukzoekers zijn. Maar wij zullen den heer Comba zelf aan het woord laten.

Hg schreef: »Wat moet een Italiaan er van denken, wanneer hij er getnige van is, dat mystieke traktaatjes uitgestrooid worden van den imperiaal van een omnibus af, of wanneer hij op de hoeken der straten onder de aanplakbiljetten van schouwburgen, de aankondiging leest, dat er hier of daar eene conferentie zal gehouden worden, die handelen zal over Jonas in den buik van den walvisch ? Wat zal hij er van zeggen, wanneer hij zich naar een godsdienstige samenkomst begeeft, die hier besloten wordt met de uitdeeling van brood en boter, ginds van groote, ronde brooden, en wederom elders met de onderdompeling van een jonge vrouw in een vet water, terwijl er een gezang op slepende wijze bij gezongen wordt? Wat zal hij zeggen, wanneer hij in den evangelist een individu herkent, dat gisteren nog terecht werd veracht, en wat moet hij er van denken, als hij den volgenden dag het boekje leest, waarin de slechtaard wil uiteenzetten, waarom hij de Roomsche kerk verliet? Dit alles is vertoond en de inwoners van Rome weten er van.

Hebben wij genoeg gezegd ? Neen, dit is nog niet alles, het is nog slechts weinig, indien men zich tebinnenbrengt, hoeveel ergernis het publiceeren van rapporten, die min of meer officieel waren, doch die zich bovenal door hunne onnauwkeurigheid onderscheidden gegeven heeft. Daarin verschool zich de waarheid als de zon achter de wolken, en maar al te dikwijls kon men er het tegendeel van de waarheid in lezen. De officieele verslagen maakten hierop niet altijd eene uitzondering. Men stelde daarin bijv. een Achilli als een nieuwen Luther voor, en hij was, helaas! slechts een schelm. Cocchi werd den Evangelischen Savonarola genoemd. Ik spreek niet van anderen j de lijst zou te groot wor­ den. De predikant Meille van Turijn ; die het blad de Buona Novella (het Evangelie) schreef, deelde eens in een artikel mede, hoe naïef verwonderd zijne lezers waren, die gewoon waren aan allerlei overdrijving en leugen, en bracht den bekenden versregel in herinnering: »Niets is schoon dan de waarheid; alleen de waarheid is beminnenswaardig."

Maar men lette er niet op. Engelsche, Schotsche, lersche bladen lieten met den meesten ernst in hunne kolommen drukken, dat deze of gene kerk, die pas kort geleden geboren was, 3000 toehoorders en 10, 000 bekeerlingen gemaakt had. New-Yorksche bladen meldden, dat een kardinaal, die voor zijn venster een gezang gehoord had van de leerlingen der Zondagsschool van Van Meter, slechtweg bekeerd was. Daarop ging Van Meter in het buitenland collecteeren, en op zijne reis verzamelde hij zooireel geld, dat het wel voor 30 scholen toereikend was. Maar toen hij in Rome was wedergekeerd, deelde hij aan een Amerikaansch publiek mede, dat zijne dollars hem op de terugreis ontstolen waren!. Wat te doen? Zwijgen, zelfs voor hen, die ons ondervroegen, uit vrees van anders voor afgunstig gehouden te worden. Eenmaal had lord Kinnaird Rome bezocht en vereerde mij daarna met een bezoek. Hij was verrukt over alles, wat hij gehoord had. Wat had hij gehoord ? De fanfares van Van Meter. Ik liet hem praten. Daarover ontstemd, vroeg hij mij: »Wat denkt gij er van? " Misschien hard, maar toch oprecht, antwoordde ik: »Ik kan mij beter voorstellen, hoe iemand ernaar gaat kijken, wanneer Paillas (hansworst) poppen verslindt." Hij was als verslagen en ik hoor het hem nog betreuren, dat wij Waldenzen zoo enghartig z ijn, ''

Na gesproken te hebben over de vergeefsche pogingen om de Vrije Kerk, die een Italiaansche is, met die der Waldenzen te vereenigen, welke kerk de nationale ProtesUntsche kerk van Italië kan genoemd worden, deelt de hoogleeraar Comba mede, hoe de Episcopaalsche Amerikaansche kerk een theologische school te Florence gesticht heeft, alsof die der Waldenzen onvoldoende of verbasterd was. Het is daarom niet te verwonderen, dat de resultaten van den arbeid en van de vele geldelijke offers niet overeenstemmen met de uitgesproken verwachting, noch met de gekoesterde hoop. Hij stelt dan ook als onwedersprekelijk vast, dat volgens de officieele verslagen aan de belanghebbende kerken over de geheele linie achteruitgang is op te merken, behalve in den arbeid, die de Waldenzen doen.

Reeds langen tijd geleden hebben wij gezegd, dat alleen datgene, wat de Waldenzen doen, op den naam van degelijk kan bogen, en dat de Waldenzen aangewezen zijn, om het Woord Gods tot het Italiaansche volk te brengen.

Spanje. In Spanje ziet men hetzelfde treurige schouwspel als in Italië. Ook daar betwisten verschillende sekten, van buiten ingevoerd, elkander het terrein. In dezelfde stad vindt men onderscheidene kleine kerkelijke gemeenschappen, die door het buitenland gesteund worden en die geen wortel in den boezem der Spaansche natie schieten, omdat elk zijne eigenaardigheden zoekt vast te houden. Eene poging, om der onderscheidene kerkjes te velftenigen, is mislukt. Er is te Madrid eene samenkomst van vertegenwoordigers van alle kerkjes in Spanje gehouden; men ontwierp daar de statuten voor een vereenigde Evangelische kerk, en stelde er eene geloofsbelijdenis op; doch de buitenlandsche kerken, die de verschillende gemeenschappen in het leven riepen en houden, wilden hare toestemming tot de ineensmelting niet geven. Wellicht^ is dit uit kerkelijke enghartigheid geweest, nïaar misschien ook, omdat men er tegen had, dat er een nieuwe geloofsbelijdenis moest opgesteld, zonder zich aan een der bestaande aan te sluiten.

Door het samenstellen van > statuten" en het opstellen van eene »geloofsverklaring" is het duidelijk, dat de mannen, die de vereeniging zochten, de kerken beschouwen als »vereenigingen" en niet als openbaringen van het lichaaam van Christus. Uit dit éene blijkt reeds duidelijk, dat wat in Spanje en in Italië van buiten af wordt ingevoerd, niet is de waarheid, gelijk die door de Reformatie opnieuw aan het licht is gebracht, maar de waarheid, gelijk ten onzent de Ethischen haar opvatten, principieel ingaande tegen alle hoofdstukken der leer.

nieuwig­ Engeland. Ritualistische heden.

In Engeland is het getal Roomsche geestelijken zeer groot in verhouding tot het aantal Roomschgezinden. Nu is het een feit, dat de Roomsche bevolking in zielental niet toeneemt, althans niet in verhouding tot de Roomschgezin bevolking. Het zielental der Roomschen in Engeland is in 1888 met 6000 vermeerderd; wanneer dit getal in verhouding tot de Roomsche bevolking ware toegenomen, dan zou de Engelsche Roomsche kerk met i8, ooo zielen moeten vermeerderd zijn. Reeds meermalen hebben wij op dit opmerkelijk feit gewezen. Telkens lezen we van overgangen van de Episcopale kerk tot de Roomsche en zouden we daardoor den indruk krijgen, alsof de Roomsche kerk ook wel in zielental moest toenemen. Doch het tegendeel blijkt het geval te zijn. De volksmassa is alsnog niet bereid tot overgang; wel wint Rome aan invloed, doordat vele personen uit den hoogsten stand zich in hare armen wierpen.

Dat evenwel steeds meer de weg tot wederkeer naar Rome gebaand wordt, is zeker. Van lieverlede is men voor een groot deel, zoowel in de staatskerk als in de vrije kerken, in de wateren der »Vermittlungstheologie" verzeild, de leer van de conditioneele onsterfelijkheid kon daarom vurige verdedigers vinden; ook het Methodisme heeft steeds veel bijval; de oppervlakkige meer dan Remonstrantsche leeringen van het Leger des Heils zijn mede een factor om het volk te vervreemden van zijne belijdenis, die in den grond Calvinistisch is. Daardoor bemerkt het volk het haast niet, dat het op Roomsche wegen gevoerd wordt. De conscientie van het volk komt niet meer als weleer op tegen de vele ceremoniën, die men in Roomschen trant in de kerken der Episcopalen heeft ingevoerd. De Engelsche staatskerk heeft de hiërarchie als beginsel van kerkregeering laten bestaan naast de aanneming van de Westminstersche confessie die een beslist Gereformeerd karakter draagt, wat de leer der zaligheid betreft. Maar, de hiërarchie heeft de neiging, gelijk ook in Nederland sedert de invoering der Synodale organisatie gebleken is, om de belijdenis op den achtergrond te schuiven. Vandaar dat van lieverlede en in steeds toenemende mate door eene geestelijkheid, die heil ziet in de vermenigvuldiging der ceremoniën, en het aanzien der kerk zoekt te verhoogen door deze steeds met meer praal en pracht te doen plaatshebben, de Episcopale kerken op Roomsche paden geleid wtrden, de prediking steeds kleiner plaats werd aangewezen en de eeredienst altgd grooter afmetingen aannam. Steeds wandelde men daarbij in het Roomsche spoor; men vond in de gebruikelijke ceremoniën die nooit door een ingrijpende reformatie werden afgeschaft, een aanknoopingspunt. Hoever men daarin reeds is afgegleden, blijkt uit het volgende.

Den 2osten Maart werd in Oost-Londen een man begraven, die met hart en ziel tot de Ritualistische partij, d. w. z. de partfl, die alles doet om de Episcopale kerken alle op Roomsche leest te schoeien, behoorde. Dit geschiedde met de meeste praalvertooning. Den avond voor de begrafenis werd de lijkkist in de kerk gebracht en zong men den doodenvesper. JJen ganschen nacht werd bij het lijk door onderscheidene leeken en priesters de wacht gehouden. Des morgens te 6 uren werd een plechtige mis gehouden, aan het slot waarvan de geestelijkheid en het koor zich rondom de kist schaarden. Daarna werd het lijk met wijwater besprengd, men zwaaide het wierookvat er over heen, terwijl daarna hem »de plechtige laatste absolutie" werd toegediend. Te 7, 8 en 9 uur volgden nog drie andere missen, terwijl tegen 11 uren eerst de eigenlijke begrafenis-godsdienstoefening aanving. Nadat deze geëindigd was, werd het lijk, in plechtige processie, onder statig gezang uit de kerk gedragen.

Het toedienen der laatste absolutie en het gebruik van wierook is weder iets nieuws en ongewoons onder de Ritualisten.

Las men nu maar, dat een alarmkreet door heel Engeland opging over deze en dergelijke dingen! Doch bij de laag-kerkelijke of Evangelische partij, schoon nog steeds een belangrijke minderheid vormende, schijnt eene moedeloosheid te bestaan, die allen weerstand schijnt te verlammen. Wel klaagt men nu en dan de bedrijvers van Ritualistische stoutigheden bij de rechtbanken aan, doch van een kerkelijke actie tegen de Roomsche strooming is, helaas ! niets te bespeuren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 april 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 april 1889

De Heraut | 4 Pagina's