Anonymos heeft bij Le Cointre

Anonymos heeft bij Le Cointre te Middelburg een brochure uitgegeven: Het Le^er des heils in de practijk en de theorie onderzockt, en komt daarin tot ongeveer dezelfde slotsom als Ds. Littooy.

Vooral komt Anonymos op tegen het' beweren, alsof het Le^er des heils niet tegen de kerk als zoodanig optrad, en zegt hierover:

Wanneer men ten slotte in het kort wil samen vatten in welke stukken der Waarheid het Leger des Heils van de belijdenis van 's Heeren Kerk afwijkt, dan hebben wij er slechts op te wijzen dat het Leger een andere taal spreekt inzake:

De uitgestrektheid der verworvene verzoening door Christus.

Het verwerpt de leer der Verkiezing.

Onderwerpt het zalig worden aan den «vrijen wil» des menschen.

Loochent feitelijk den algeheelen doodsstaat van het schepsel.

Het dwaalt in zake de leer der Besluiten.

Het kent niets van de leer der Verbonden.

Het stelt de verlossing door Christus voorwaardelijk.

Verstaat wat anders dan de kerk onder Wedergeboorte.

Het oordeelt anders over het zaligmakend geloof.

Het is het niet eens op het stuk der rechtvaardigmaking.

Loochent het plaatsbekleedende lijden en sterven van Christus voor zijn volk.

Het gelooft dat wedergeboorte en bekeering hetzelfde is.

Het dwaalt zeer in het stuk der heiligmaking.

Het predikt de mogelijkheid om hier op aarde zonder zonde te leven.

Het geloofd dat iemand, die waarlijk door God bekeerd is, weer kan vervallen van de genade en in de zonde sterven.

Waarlijk, er behoort heel wat moed toe, om met zulk een groot verschil in belijdenis, toch nog op het platform en in publieke geschriften te durven zeggen, dat men niet vijandig is tegenover de Kerk des Heeren !

Toch is ook dit geschrift in edelen zin waardeerend.

Immers hij laat volgen:

Dat het Leger, met het oog daarop, een beschamend voorbeeld geeft aan de Kerk des Heeren kan door niemand die eerlijk is in zijn oordeel worden ontkent, en wij geven gaarne toe, dat het voor de Kerk en hare dienaren ontzettend is om te moeten aanhooren, zonder er iets tegen te kunnen inbrengen: «het Leger des Heils is gekomen om hen op te zoeken die door de Kerk worden verwaarloosd en waar niemand naar omziet.»

Helaas het is waarheid, dat de Kerk des Heeren in dezen schrikkelijk schuldig staat tegenover den Heere en de menschen; dat toch de slag, die het Leger door alzoo te spreken toebrengt, en die raak is ook, moge worden

sevoeld; dat deze beschuldiging voor den Koning der Kerk in de schuld moge brengen en het heilig voornemen doen geboren worden, om van nu voortaan, in gehoorzaamheid aan des Heeren Woord, uit te gaan om in de heggen en wegen het verlorene te zoeken en het afgedwaalde terecht te brengen. Och, dat toch de Kerk weder eens mocht gaan verstaan, dat het haar leden zijn, die in het huis der ontucht zitten; dat het leden des lichaams zijn, die in de gevangenhuizen verblijf houden!

Och, dat men toch niet langer het verlorene met verachting moge voorbijgaan, en zich niet schamen om te doen, wat onze hooggeloofde Heiland en Verlosser ons heeft voorgedaan, n.l. afdalen tot het diepst gezonkene om het de hand der redding toe te steken. De schuld der Kerk is te dezen opzichte ontzettend groot; en het kan niet anders dan smarten aan de ziel, dat men Atz^ zeer ware aanklacht isgtn haar kan indienen.

Dit woord verraadt een ootmoedigen en stillen geest, die kostelijk voor God is.

Ook ons oordeel is geen ander.

De kerk moet het zedelijk recht om het Leger des heils te bestrijden nog eerst verwerven.

Maar daarvoor is het dan hoog tijd!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen