GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Boeren en de Zending.

II.

In 1652, zoo zegt Ds, Grout, zond de Hollandsche O.-Ind, Compagnie, die de Kaap tot een station tusschen Europa en 't Oosten wou maken, een kolonie van soldaten en anderen om er een fort enz. te stichten !> in de hoop", zooals zij zeiden, »dat tevens de godsdienstige belangen der inboorlingen aldus mochten worden bevorderd; dat de oprichting van 't gezegde fort en de aanleg der tuinen niet alleen zou strekken tot voordeel der Compagnie maar wat meer zegt, ook het middel mocht zijn om vele zielen te behouden tot lof van Gods heiligen naam en voor de verbreiding van zijn heilig Evangelie; en dat door in vrede met de inboorlingen te leven, hun kinderen bruikbare dienstbaren mochten worden, en, als ze waren opgevoed in het Christelijk geloof, zoo de Almachtige zijn zegen schonk, vele zielen mochten gebracht worden tot de kennis van den godsdienst en bekeerd tot den Heere."

Zoo werd het loffslijk doel beschreven, 't welk bewijst, dat deze HoUandsche Calvinisten zeer wel hun roeping inzagen. Doch, zegt de schrijver, die bedoelingen, indien men ze al in die vroege dagen ooit zocht te verwezenlijken, werden dra vergeten en twee eeuwen op zij gezet. Thans echter treden ze weer op den voorgrond.

Nu verhaalt de schrijver de geschiedenis onzer kolonie. Hij schetst de «krachtige Hollanders en Hugenoten, de ware pelgrims en Puriteinen van Zuid-Afrika'', die er op roemden „vrijgeboren" en »vrijheidlievend" te zijn en toch zoo velerlei druk en inperking duldden, »Toch heerschte er onder hen veel eensgezindheid en waar genoegen en vervielen zij ook al in het eene uiterste, wat eerbied en ontzag voor ouderdom, rang en ambt betreft, de vraag is of wij thans niet in het andere uiterste zijn vervallen".

Met waardeering spreekt de schrijver over het godsdienstig leven en de godsvrucht der Boeren, waardoor verhinderd werd dat zij niet vervielen tot de heidensche toestanden der inlanders, met wie zij steeds in aanraking waren. Noch de geest noch de vorm van den godsdienst dezer Boeren, »die de Calvinistische leer vasthouden" verbasterde. Hij beschrijft dan hun leefwijze, hun huiselijken godsdienst en Bijbellezen en zegt dat »zij nog steeds den vastberaden, republikeinschen vrijheidsgeest bezitten, waardoor zich hun voorvaders, vele geslachten her, in Nederland onderscheidden."

Na den strijd bïschreven te hebben met de Britten, sinds Engeland bijna een eeuw geleden in Zuid-Afrika optrad, en te hebben gewezen op de zegepralen der Boeren in den jongsten tijd, en op het ontzag dat Brittanje in de laatste jaren voor de Boeren toont, merkt de schrijver op, hoe »de meer bedachtzame en menschelijke wijs van handelen der Boeren jegens de inboorlingen aan de Britsche regeering een groot voorwendsel ontneemt uit vroeger dagen om, waar de Hollander heerscht, tusschenbeide te komen." Dan gaat hij over tot de zending.

De getuigenissen, waarop de schrijver zich beroept, zijn, als we zeiden, niet licht te wraken en temeer in dit geval betrouwbaar wijl ze voor een deel komen van zulke vreemdelingen, onder welke men niet gewoon is de HoUandsche Boeren zeer gunstig te beoordeelen.

Ten vorigen jare werd, gelijk men weet, te Londen een Zendingsconferentie gehouden, waar uit heel de wereld, ook uit Nederland, afgevaardigden saamkwamen. Uit de daar gedane mededeelingen nu blijkt, evenals »uit de laatste en zeer hoog te schatten meedeehngen", dat »er bij de Hollanders in Afrika een algeheele verandering ontstaat in hun denkbeelden over de inboorlingen en hun houding jegens het Zendingswerk onder hen." Er zijn misschien weinig Engelschen, die ten deze nauwkeuriger en getrouwer getuigenis kunnen afleggen dan de heer Mackenzie, een zendeling van het Londensche genootschap. Onlangs nu hield hij een redevoering waarin hij, na gewezen te hebben op den tegenstand dien, volgens hem, de Zending vroeger van de Boeren ondervond, laat volgen »dat in den loop des tijds deze arbeid niet alleen hun volle goedkeuring heeft verworven, maar ook hun eigen zonen en dochters er in bezig zijn." Hij wijst er op hoe de Ned. Ger. kerk in de Kaap-Kolonie thans haar eigen Zendinggenootschap heeft en »zoo ge in eenig dorp, waar ook in de Kolonie, een gemeente aantreft van Zwarten, niet verzorgd door een Europeesch Genootschap, kunt gij er de Ned. Gereformeerde kerk aan 't werk vinden."

Even gunstig is het getuigenis van den welbekenden Dr. Merensky, den Duitscher, die aan het hoofd staat van het Berlijnsche Zendingsgenootschap, Men weet hoe reeds jaren met grooten ijver en trouw door tal van Duitsche Zendelingen in Zuid-Afrika onder de inlanders wordt gewerkt.

Ook hij begint met te zeggen, dat in vroeger jaren de Boeren in de Zuid-Afrikaansche republiek geweigerd hadden, dat er in htin gebied eenig zendingswerk plaats vond, doch vervolgt dan: »Onze zendelingen hebben nu in de Zuid-Afrikaansche republiek alleen drie en twintig posten, met 5000 leden. In 't geheel zijn er nu ongeveer vijf en twintig duizend Christenen uit de inboorlingen in de Transvaal.''

Hoe gunstig president Kruger over den zendingsarbeid oordeelt is trouwens wel bekend. Minder misschien, dat ook de Zwitsers een bloeiende Zending in de Republiek hebben. Is het arbeidsveld ook zeer groot, braak ligt het althans niet. Wel zou men mogen vragen of ook ons volk in dezen geen roeping heeft. Ons kwam het, 't zendingswerk in Nederland overziende, wel eens voor, dat het omzichtig spreekwoord van het hemd en den rok ten onzent wat al te veel ook in de Zending is toegepast, en temeer, wijl we dwaselijk in bijna elk ander opzicht juist andersom doen.

(Slot volgt.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's