GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

XVII.

GILLES TIËLËMAJV.

Te Brussel woonde in het begin der i6de eeuw een godvruchtig en eenvoudig man, met name Gilles Tieleman, wiens lust het was anderen te helpen en te steunen. Als messenmaker moest hij zijn brood verdienen. Om echter anderen behulpzaam te kunnen zijn, werkte hij des nachts, terwijl hij des daags de armen en zieken opzocht. Bij dezen arbeid vroeg hij niet, waar behoort ge bij, zijt gij Roomsch of Protestant. Eer hij hiertoe kwam, had hij een zwaren strijd gestreden, maar de Heere had hem zijne verkeerde neigingen doen overwinnen. Omstreeks het jaar 1540 kwam hij in aanraking met eene dame, die, bij testamente, al hare bezittingen aan de priesters en monniken vermaakt had, opdat zij voor haar bidden zouden. Gilles bracht haar onder het oog, dat zij niet goed daaraan deed, zeggende: »o, Dame, ge weet toch wel, dat het u onmogelijk is, met uwen voet de zee te bedekken, alzoo is het onmogelijk den buik der motiniken en priesters te vullen." Deze en andere vermaningen maakten op bedoelde dame indruk, zoodat zij haar testament herriep en de armen tot hare erfgenamen tnaakte. Nauwelijks was deze verandereng ter core gekomen van den geestelijke der gemeente, of hij klaagde onzen Tieleman aan. Nu kon hij hem moeielijk verklagen van de verandering in het genoemde testament. Daar hij echter gemerkt had, dat de zieken, die Tieleman bezocht, den dienst der priesters niet meer verlangden, beschuldigde hij hera van ketterij. Toen hij eenmaal in de gevan­ genis was, maakten zijne beschuldigers geen haast met zijn vonnis. Van deze ruste maakte de gevangene gebruik om, als vroeger, zieke gevangenen te verzorgen. Dit was den gevangenbewaarder zoo naar den zin, dat hij werkelijk van zijn hulp gebruik maakte en hem toestond op straat te gaan, om water, hout en andere dingen te halen. Hieraan kwam echter een emde, door de afgunst zijner vijanden, die Tieleman heftiger dan ooit van ketterij beschuldigden. Voor zijne rechters gebracht, beleed onze gevangene onversaagd de waarheid des Evangelies en verwierp het Roomsche bijgeloof en de daarmee gepaard gaande afgoderij. De rechters verlangden zijne medebelijders te weten, en toen hij weigerde ze vrijwillig te belijden, brachten zij hem op de pijnbank-Tieleman weigerde ze te noemen. Nog sterker werden hem de duimschroeven aangezet. Hij v'iel flauw. Zijne vijanden dachten met anders als dat hij onder de handen zijns beuls zou sterven. Men bracht hem bij het vuur en goot hem warm drinken in den mond. Tieleman kwam bij en zeide, ziende wat met hem gebeurde : »0 groote God! Gij bestuurt ook, dat mijne-vijanden mijne dienaars moeten zijn om mij te genezen."

Op de dreigingen der vijanden, dat hij verbrand zou worden om zijne hardnekkige ketterij, verklaarde de martelaar, dat een Christen niet anders te wachten had naar net woord zijns Konings.

Eindelijk viel het vonnis. Gilles Tieleman werd veroordeeld om onthoofd te worden. Dien dood onderging hij in kinderlijke onderwerping aan den wil des Heeren, den, 2 7sten Januari 1544. .De medelijdende menschen bedreyen over Gilles groolen rouw, beklaagden hem zeer na zijnen _ dood, en ieder gaf eene goede getuigenis van zijn onberispelijk leven voor de menschen."

M.4ARTEi\ HUËRBLOCK.

In den jare 1545 werd te Gent een man gevangengenomen en veroordeeld, om verbrand te worden, die in vroeger jaren aan niets minder gedacht had, dan dat de Heere hem nog eens tot het martelaarschap zijner kerk zou verwaardigen. Maarten Huerblock — zoo heette de bedoelde man — toch was eertijds een wereldling, een vriend van drank en spel en een vijand der waarheid, die in Christus Jezus is. Aan vrienden uit den onrechtvaardigen Mammon ontbrak het hem in die dagen niet, want hij was rijk. Op zekeren dag kwam te Gent een prediker der waarheid. Alle man liep toe, om hem te hooren. Ook Huerblock ging mee, maar de predikatie maakte geen indruk op hem. Toen tenminste een godvruchtig man hem vroeg, wat hij van de predikatie dacht en onthouden had, zweeg hij. Een zijner vrienden ried hem toen aan, den Heere ernstiglijk en vurig te bidden, dat hij toch iets van de prediking mocht medenemen, belovende zelf voor hem-te zullen bidden. Hierop antwoordde Huerblock: »Wat zou ik bidden, ik weet niet v/aar ge mij mee plaagt." Hij bad dus niet. Doch eindelijk beloofde hij zijn vriends raad te volgen. Hij bad en zie. God zegende de volgende verkondiging zijns woords aan zijn hart. Diep werd hij getroffen door het woord, dat dronkaards het Koninkrijk Gods niet zouden beërven. In den kring zijner wereldsche vrienden kon Maarten niet langer blijven. Maar hoe hun omgang af te breken? Hij ging 3 maanden de stad uit en bezocht eenige godzalige broeders, wier onderwijs hem ten zegen werd. Teruggekomen ging onze vischkooper — dat was Huerblock's beroep — niet meer ter mis, maar onderzocht de Schrift, met haar ook de gevangenen om der waarheid wil vertroostende. Ook was hij een vader voor de armen. Dat hij de mis niet hield, was den priester der parochie niet ontgaan. Hij ontbood Huerblock en vroeg hem, waarom hij de bediening van het Sacrament niet meer bijwoonde. »Ik begeer het wel" — hernam onze Maarten — !> maar bedien het Avondmaal dan naar het bevel van Christus." Dit waagde de priester niet. Hij stelde zich dus tevreden met Huerblock aan te raden het Avondmaal te gebruiken als de anderen. Naarmate onze martelaar toenam in kennisse van Gods Woord, werd hij door velen bezocht, om met hem te overleggen »hoe men het best onder dit boos en afgodisch geslacht, zonder eenige besmetting zou kunnen leven." Sommigen beweerden, dat men wel vrij volgens zijn geloof zou kunnen leven, zonder vervolging te lijden. Maarten antwoordde echter: »Ja dat kunt ge wel, als ge Christus niet wilt belijden in woord en daad; " die belijdenis toch heeft gevolgen.

Lang lieten de monniken en priesters hem ongedeerd gaan. Maar eindelijk kwam ook aan hun geduld een einde en werd Huerblock in den kerker geworpen. Daar vroeg men hem, of hij ook de leer der wezensverandering in het Avondmaal aanvaarde. Doch hij verwierp het, leerende daartegenover »hoe de christenen door het geloof het lichaam en bloed van Jezus Christus deelachtig worden " De monniken vroegen hem, waarom hij, die de wezensverandering verwierp, zich toch aan de twee gestalten in het Avondmaal hield, waarop hij antwoordde, dat Gods kind tot gehoorzaamheid aan Christus verplicht was.

Op de pijnbank werd Huerblock bij herhaling gelegd, om hem eene bekentenis te ontlokken omtrent de namen zijner medebelijders. Maar hij wilde geen verrader wezen.

Eindelijk werd onze Maarten den Sen Mei door de vierschaar van den Raad van Vlaanderen (te Gent wonende) schuldig verklaard aan verkeerde gevoelens omtrent de majesteit van het sacrament, van het vagevuur, van de verbidding van de dooden en veroordeeld om te Verion levend verbrand te worden. Meermalen hadden de geestelijken hem aangemaand zijne dwalingen prijs te geven. Maar hij weigerde tot den einde toe, ondanks de beschimpingen zijner vijanden. Hij verdroeg alles geduldig. Den 8en Mei 1545 stierf Maarten Huerblock op den brandstapel, zijne ziele Gode aanbevelende.

DE GAAY FORTMAN,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 juni 1890

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 juni 1890

De Heraut | 4 Pagina's