GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXXII.

CORS STEVEIVS (STEFFEMS).

Niet ver van het vorstelijk 's-Gravenhage ligt het vriendelijke Naaldwijk. Daar woonde in de dagen der Hervorming van de i6e eeuw de landbouwer Gors Steffens, een man van goeden levenswandel en brandende voor de ware religie, die ook in Naaldwijk hare voorstanders had. Een kruiskerk was hier dus, bij welke onze Steffens als diaken diende. Een plaats van samenkomst bezat de gemeente van Naaldwijk echter niet. Onze martelaar wist echter raad, hij stelde zijn huis ten dienste der broederen. Dit hinderde de vijanden, daarom gaf de rentmeester van de Heeren van Naaldwijk, wiens huurder hij was, hem een wenk, straks een gebod, om niet langer zijn huis in te ruimen voor de belijders der Gereformeerde religie. Doch Steffens antwoordde, dat hij hun, die kwamen om Gods Woord te hooren en zich in de Schrift te oefenen, zijn huis en erf niet kon verbieden. Hij noodigde zelfs _ den rentmeester uit, eens te komen hooren Aan deze uitnoodiging werd geen gehoor gegeven; maar korten tijd daarna Steffens gevangen genomen en naar Den Haag vervoerd. Dit geschiedde in 1568 tot diepe droefheid van de gemeente. Gedurende zijne gevangenschap schreef hij vele troostrijke brieven aan de kerk van Naaldwijk, aan zijne vrouw en kinderen. Van deze brieven zijn echter slechts enkele overgebleven, de overige zijn door Steffens' vrouw, die op de gevangenneming haars echtgenoots naar Embden vluchtte, in het water geworpen. De weinige, die wij nog bezitten, doen ons dit verlies betreuren. Zoo schreef hij den zoen Mei aan zijne kinderen (twee jongens en twee meisjes):

»Slaat op elkander acht en op de geboden des Heeren en weest naarstig in de onderhouding daarvan, en als gij dit doet, zult gij uwe ouders een verblijd hart en gemoed doen hebben. V\^eest naarstig in uw werk, dan zal men u liefhebben. Weest niet twistgierig, lasterzuchtig of lichtvaardig, maar vriendelijk, eerzaam en stil. Bidt den Heere om wijsheid en Hij zal u die geven." Later vermaande hij zijne vrouw: »Heb, mijne lieve en beminde vrouw, goeden moed en bid den Heere hartelijk voor mij; ik zal den Heere dag en nacht voor u en onze lieve kinderen bidden. Wanneer ik u niet meer schrijven kan, blijf dan den Heere en het Woord zijner genade aanbevolen. Amen, "

Roerend is Steffens' brief aan de kerk van Naaldwijk, aan wie hij zijne vrouw en alle zwakke broeders en zusters aanbeval, opdat zij niet door hare verflauwing van den weg der waarheid mochten afdwalen, maar steeds toenemen in het Woord des Heeren. »Ik bid ulieden", zoo lezen wij in dit schrijven van onzen mart^elaar, om toch met ijver en aandacht uwe gebeden tot God op te zenden voor mij en voor u, en voor allen, die onze gebeden noodig hebben, opdat wij volharden in alles, wat wij hebben begonnen; want het gebed des rechtvaardigen vermag veel, zooals Jacobus zegt."

In den kerker werd Steffens door priesters en monniken bezocht, die hem van de waarheid zochten af te trekken, maar de Heere deed hem triumfeeren. Lang duurde zijne gevangenschap. Toen werd hij veroordeeld om met het zwaard gedood, zijn lichaam op een rad en zijn hoofd op een paal gesteld te worden. En wat was zijn misdaad? De crimineele sententiën van het hof van Holland van 1568 schrijven hieromtrent »Corns. Steffens van Naaldwijk, in den Haag onthalsd, met verbeurdverklaring zijner goederen, omdat hij Wouter Symons, leeraar der Hervormde religie, meermalen op zijn erf had laten preêken en zelf tot zijne gemeente behoorde." Deze Wouter Symons is eender 4 pastoors, die in 1570 terecht gesteld is o. a. omdat hij op de werf van Steffens gesproken had, doende aldaar onder zijn preek met schotels omgaan voor de gemeene armen, en drie kinderen doopende.

Nadat Steffens het vonnis gehoord had, zeide hij tot zijne medegevangenen : »Ailen, die den Heere liefhebben, helpen mij bidden". Den zien Dec. 1568 werd hij te 's Gravenhage geëxcuteerd.

M4RRUS VAS WOERDE.

Te Merris in Vlaanderen leefde Markus van Woerde, een landbouwer, rijk van tijdelijke goederen voorzien, en ijverende voor de uitbreiding der waarheid Gods naar de Heilige Schriften. In 1566 werd hij bekeerd en sints stelde hij zijne bezittingen ten dienste der kerke van Christus. Zoowel in het openbaar als later in het geheim, soms zelfs des nachts, sprak hij tot anderen van den Heere en zijn Woord. Nadat hij in het begin van 1567 te Bailleul gevangen genomen was, bleef hij 9 maanden lang in den kerker. Priesters en monniken bezochten hem en vielen hem aan op zijne vermeende ketterij, maar hij beleed met groote vrijmoedigheid en standvastigheid zijn geloof, ja soms gelukte het hem den vijanden den mond te stoppen. Den iSden Februari werd hij ter dood veroordeeld en des anderen daags onthoofd. Op het schavot beleed hij nogmaals zijn geloof. Zeer treffend sprak hij de omstanders aan en vermaande hen zoo ernstig, dat de ambtenaren bij den scherprechter aandrongen met het vonnis zich te haasten. Eindelijk verzocht Van Woerde te mogen bidden en daarna liet hij vrijwillig en vrijmoedig zijn bloed met het zwaard vergieten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 oktober 1891

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 oktober 1891

De Heraut | 4 Pagina's