GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XCIII.

Op de grenzen van ons vaderland ligt het eertijds zeer bloeiende stadje Axel. Als vesting was het in de 16e eeuw Cen bigeerlijke buit voor Spanjaard én voor Nederlander. In 1586 nam Maurits haar in, voor dien tijd was zij eene bezitting van den Spaanschen koning, waar het Pausdom op den troon zat.

Toch ontbrak het ook daar niet aan voorstanders van de reformatie. Onder dezen noemen we Jan de Buch, die er omstreeks het begin van 1574 woonde. In Februari van datzelfde jaar werd hij uit den kring der zijnen, van zijne vrouw en kinderen, genomen en naar den kerker gevoerd. 2es weken bleef hij daar. Dinsdags na Paschen werd hij voor twee pastoors gebracht, die hem in tegenwoordigheid van burgemeester, schepenen en stadhouder ondervroegeti. »Zijt gij wel te moede", zeiden zij tot hem, waarop hij antwoordde, »dat hij zeer goed gestemd was en de verlossing van zijn lichaam uit dit jammerdal en de vergeving sijner zonden door onzen Heere Jezus Christus verwachtte."

Wederkeerig vroeg hij de pastoors, »of zij anders dachten over dcic zaak." »Neen", was het antwoord, »integendeel, wij moeten allen zalig worden door Jezus Christus onzen Heere." Het gesprek kwam vervolgens op de twaalf geloofsartikelen en met name op dat stuksken er van, dat luidt: «nedergedaald ter helle". De pastoors beweerden, dat dit beteekende het gaan des Heeren Jezus na zijn sterven in de voorburg der hel, om daar degenen, die voor Christus lijden en sterven van de aarde heengegaan waren het Evangelie te prediken en de geloovigen onder hen zalig te maken. De Buch verwierp dit gevoelen als keitersch. De nederdaling ter helle was hem, als den Gereformeerden, de uitdrukking der allerdiepste vernedering van Christus, »zoodat Hij door zijne onuitsprekelijke benauwdheid, sraart°n, verschrikkingen en helsche pijn, waarin Hij in zijn gansche lijden, maar vooral aan het kruis verzonken lag, hem van de helsche pijn en benauwdheid verlost had." Tegelijk bewees de martelaar uit de Schrift, dat mannen als Abraham, Izaak en Jakob in den Heere ontslapen en den hemel waren ingegaan.

Als iri elk rechtsgeding voor den geestelijken rechter, kwam hier de vraag in behandeling, hoe de martelaar dacht over de mis en de transsubstantiatieleer. De mis was toen voor het pausdom het hoofdpunt van den geestelijken strijd. Gaan of niet gaan naar de mis was voor Rome de kwestie. Die gewantrouwd werd, werd getoetst aan de mis. Hieruit is lichtelijk af te leiden, dat in elk rechtsgeding tegen de mannen en vrouwen der reformatie de mis een onderwerp van opgewónde bespreking, van hooggaande redetwist werd.

Ook het getal der sacramenten werd behandeld turschen de inquisiteurs en den martelaar, alsmede de in­ stelling des huwelijks. Toen De Buch op dat alles goed bescheid gegeven had, begonnen zij te trachten hem van zijn geloof af te trekken. Maar hij antwoordde, »dat hij in geenen deele zijnen Zaligmaker Jezus Christus, die hem zoo duur met zijn bloed gekocht heeft, verlangde te verzaken, want Hij zegt: »Wie Mij belijden zal voor de menschen, dien zal Ik ook belijden voor mijnen Vader, die in de hemelen is." »Doet daarom met mijn lichaam al wat de Heere u toelaat", sprak de martelaar verder, »mijne ziel beveel ik mijnen Schepper, en zij is in de hand mijns Zaligmakers Christus."

Op het einde van Maart of het begin van April werd De Buch voor goed uit de gevangenis gehaald en voor de vierschaar gebracht, om het doodvonnis te ontvangen Hij werd veroordeeld om met een touw aan de galg opgehangen en verworgd te worden; welk vonnis hij met een verheugd gemoed ontving.

JOOS DE JOXGE.

Het dappere Leerdam had het gewaagd zich te voegen bij de steden van Zuid Holland, die voor Oranje en tegen Alva partij gekozen hadden. Daarvoor moest het boeten. Chrapijn Vatellii, markgraaf van Altona belegerde de veste en bracht haar door een heftig bombardement tot de overgave. Deze geschiedde op de voorwaarde »dat de Slaatsche krijgslieden met bagage en geweer uittrekken en de burgers aan lijf noch goed zouden benadeeld worden". Ofschoon dit accoord allen gold, maakte de overwinnaar er dadelijk eene uitzondering op voor den predikant en den schoolmeester der plaats. Al de burgers werden op het stadhuis ontboden en daar opgesloten, tenzij ze den predikant wilden aanwijzen. Niemand deed het... of ja daar was toch een Judas, die de plaats, waar hij den predikant gezien had bij de Waterpoort, aan den vijand verried. Hij kreeg hiervoor het loon eens verraders, zijnde tien stuivers. Nauwelijks was de leeraar ontdekt of een soldaat ging tot hem en sloeg hem op het hoofd, zoodat hij duizelde en nam hem daarna gevangen. Kort na hem werd ook de onderwijzer Rogier Joosten gevat. Straks kwam bij dit tweetal nog een derde, de leeraar van Asperen, die in Leerdam gevlucht was, om daar veiliger te zijn, dan in zijne woning. Hij werd gevangengenomen en met de beide andere gevangenen door den veldheer veroordeeld tot de galg. Toen de vrouw van Joos de Jonge vernam dat haar man spoedig sterven zou, liep zij schreiende en kermende tot den veldheer en viel hem met hare kinderen te voet, hem smeekende om genade. Het was vruchteloos. VatelU verstootte haar verachtelijk met den voet. Tosn zij haren man naar het schavot zag brengen, riep zij hem met een verscheurd hart achterna: »Waar gaat gij heen, lieve man". Joos zag op dit jammergeschrei achter zich en de zijnen herkennende, sprak hij hun moed en troost in. Toen wilde de ongelukkige met haren man sterven, maar de beulen brachten haar en hare kinderen in zeker huis, tot dat het doodvonnis voltrokken was aan de drie martelaren.

In het begin van Juli 1574 had dit plaats.

DK GAAY FORTMANJ

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1892

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1892

De Heraut | 4 Pagina's