GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLXXXV.

PIERRE DE LA RAMÉE, DENIS PERROT, THOMAS BUYRETTE.

Bij dezelfde bloedbruiloft van 1572 viel ook de beroemde hoogleeraar in de welsprekendheid Pierre de Ia Ramée (Ramus) als slachtoffer van den haat tegen de Hugenooten. Hij had vele vijanden, o. a. Jacques Charpentier, zijn ambtgenoot, die de moordenaars naar het college de Presles, waar Ramus zich verborgen had, zond. Toen men hem gevonden had, bood hij zijnen moordenaars eene groote som gelds aan, om zijn leven te redden. Desniettegenstaande werd hij vermoord en zijn lijk uit het raam van eene hooggelegen kamer geworpen, zoodat zijne ingewanden over de straat werden verspreid. Het lijk zelf werd door eenige Pausgezinde leerlingen, die hiertoe door hunne leeraren waren opgeruid, gegeeseld.

Geen beter lot weervoer Denis Perrot, een jongman van omstreeks 32 jaren, van Parijs geboortig, zoon van Mr. Milles Perrot, eenen der rechtschapenste mannen van zijnen tijd. Zijn omgang met de menschen was van dien aard, dat ieder, _ die liem leerde kennen, getuigen moest van zijne vurige godsvrucht en zijnen Christelijken eenvoud. Bovendien muntte hij bijzonder uit in de let­ terkunde, waarin hij zich zoo naarstig oefende, dat hij er niet van was af te trekken, zoolang zijne gezondheid en een ongemak, dat hij had, hem dat toelieten. Zondag den 24en Augustus was hij zeer vroeg naar de poort van Parijs (zooals men een der bekendste plaatsen der stad noemde) gegaan voor eene goede en heilige zaak, volgens zijne gewoonte. Toen hij naar huis terugkeerde, merkte hij eenig rumoer onder het volk, ten gevolge van wat er bij de Colligny en op andere plaatsen was voorgevallen. Om deze reden liep hij haastig naar zijne moeder, bij wie hij inwoonde en verhaalde haar, wat hij gehoord had. Toen deed hij zijn uiterste best, om eene geschikte gelegenheid te vinden, ten einde zijne moeder te verbergen.

Dit gelukte hem ook. Doch toen ajne moeder beproefde hem te bewegen, zich met haar te verbergen, meende hij, dat het nog tijds genoeg was. Hij werd alleen in zijn huis gevonden, geheel verdiept in zijn studie en tevens God vurig aanroepende. Zijne moordenaars vroegen hem op barschen toon, of hij den koning niet wilde gehoorzamen. Hierop antwoordde hij dit alleen: »Men moet God gehoorzaam zijn." Men 'begon hem toen dadelijk op het hoofd te slaan. Het bloed, dat ten gevolge dezer mishandeling van zijn hoofd afliep, ving hij in zijn hand op, terwijl hij zich tegelijkertijd zachtmoedig betoonde. Daarna werd hij gedood en zijn lijk in de rivier geworpen.

Onder de martelaren van den Bartholomeusnacht vinden wij ook den predikant Thomas Buyrette en zijn schoonbroeder.

Thomas Buyrette was geboren te Parijs en studeerde te Geneve. Dienaar des 'Woords geworden, verkondigde hij den Heere zoowel te Lyon als in andere Fransche kerken. Zelfs arbeidde hij buiten Frankrijk. Op heto'ogenblik dat wij hem hier ontmoetten, was hij nog eerst 30 jaren oud. Desniettemin kon hij toen reeds gerekend worden, tot een der uitnemendste instrumenten, door den Heere gebezigd, ten dienste zijner kerk. In zijn ijver voor de eere Gods, spaarde hij zijne gezondheid zoo weinig, dat hij ziek werd, waarom hij zich gedwongen zag voor een tijd naar Parijs te gaan. Kort daarna hoopte hij gezond en wel en met beteren moed dan ooit te voren, tot zijn dienstwerk terug te keeren. Gods wil was echter anders.

Hij zou hem in de eeuwige ruste inleiden. In gezelschap van zijnen schoonbroeder, den man zijner zuster, werd hij des Zondags, den 24sten Augustus, door een vriend verborgen. Daar echter de plaats te nauw was, kon hij er niet blijven. Bovendien begon zijn vriend, die hem verborgen had, te vreezen voor de buren, die niet anders deden dan razen en tieren tegen hem, omdat hij zulke verleiders als de Gereformeerden waren, hielp.

Buyrette en zijn schoonbroeder verlieten dus hun schuilplaats en begaven zich beiden naar een logement in de rue de la Harpe, waar het hoefijzer uithing. Eer zij binnengingen, vroeg echter de knecht van het logement, of zij behoorden tot degenen, die van de religie waren. Hierop was hun antwoord beslist: »Ja." Terstond werden zij in de handen der moordenaars overgeleverd en op staanden voet gedood, ontkleed en in de rivier geworpen.

Onder de overige martelaren van den Bartholomeusnacht behoorde ook Antoine Meolancton, gouverneur bij de kinderen van mevrouw De Pigiugny. Nadat men hem gevangen genomen had, trof men hem doodelijk met een zwaard. Toen men hem hierop aanmaande de maagd Maria en de heiligen aan te roepen, kwam zijne jonge vrouw binnen. Ziende wat geschiedde, wekte zij hem op moed te houden en te volharden. Voorts zeide zij hem, dat, aangezien hij nog slechts korten tijd in deze wereld te leven had, hij standvastig moest blijven bij de kennisse Gods, zonder daarvan af te wijken, om eenige uren van rust te hebben. Hierop vielen de moordenaars op de vrouw aan, daar zij toen beleed van dezeltde religie te zijn als haar man en verklaarde te willen volharden. Verscheidene slagen en verwondingen werden haar toegebracht. Ja zij zou vermoord zijn geworden, indien God hun geen vrienden had toegezonden, die haar verlosten uit de handen harer vijanden. Intusschen gaf haar doodelijk gekwetste man den geest.

Stand nog rang werd in dien droeven Bartholomeusnacht gespaard. Zoo was Claude Robert, een zeer beroemd advocaat, bij het parlement van Parijs. Toen hij hoorde, dat de deur zijns huizes door de moordenaars werd opengebroken, klom hij op den graanzolder en redde zich over het dak in het huis van zekeren Gedoin, eenen ontvanger der belastingen. Twee dagen bleef hij hier verscholen, toen hij ontdekt werd door eenen metselaar die ten huize des ontvangers een werk had uit te voeren. Zijn ontdekking maakte hij den ontvanger bekend, maar deze zeide, dat het niet mogelijk was, dat iemand in zijn huis was. Intusschen zond hij eenen zijner vertrouwde dienaren naar den advocaat Robert met den raad te vertrekken, omdat hij ontdekt was. De advokaat wilde zich redden. Doch hij werd, ofschoon vermomd, onderweg door de moordenaars bij St. Thomas du Louvre herkend en gedood.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 maart 1895

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 maart 1895

De Heraut | 4 Pagina's