GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van sstijl" gesproken; niet onaardig is wat Ds. Gispen in de Bazuin schrijft over Calvinisten, die van den Cahinistischen stijl niet weten willen.

Hij zegt er dit van:

Een paar maanden geleden liep ik met een ambtgenoot uit een andere stad langs een fraai Roomsch gesticht, een indrukwekkend stuk bouwkunst. Mijn ambtgenoot van buiten, wien het nog aan opmerkingsgave noch aan wijsgeerig nadenken ontbreekt, werd dadelijk getroffen door den indruk dien dit gebouw maakt, en zeide: ja, de Roomschen hebben stijl!

En daarop is meermalen de aandacht gevestigd, ook waar 't geldt de bouwwerken, die aan het ministerie in den Haag worden ontworpen en van Rijkswege worden uitgevoerd. Het Rijksmuseum te Amsterdam en het .Centraalstation zien er geheel anders uit dan b. v. het Paleis op den Dam of de Westerkerk der Ned. Herv. Gemeente. Men vergelijke, om iets te noemen, maar eens de grootsche beeldhouwwerken van het Paleis met de gekleurde en vergulde poppetjes van het Rijksmuseum, en men ondekt dadelijk een anderen geest die in beide bouwwerken zich openbaart.

Doch hierover wilde ik eigenlijk niet schrijven, maar gebruik het slechts als een aanloopje om tot mijn doel te komen.

Ik wilde u eenvoudig zeggen, dat veel onaangenaamheden in ons kerkelijk leven daaruit ontstaan, dat de geestelijke bouwstijl der Calvinistische vaderen zoodanig in het vergeetboek is geraakt, dat iemand die er de aandacht op vestigt en er naar streeft dien stijl weder in eere te brengen, spoedig hoort, dat hij een drijver van nieuwigheden is, dat men van al die nieuwigheden niets moet hebben, dat men 't met het eenvoudige volk houdt, dat van nieuwe leeringèn en nieuwe gcwruiken niet gediend is.

De Roomschen hebben stijl. Zij kunnen bouwen, en bouwen zooals zij bouwen, omdat zij een gebouw in hun geest hebben, dat zij in df^ vormen der stoffelijke bouwkunst symbolizeeren en uitdrukken.

En ook de oorspronkelijke Calvinisten hadden stijl. De vaderen van Wezel en Emden en Dordt hebben niet maar, op goed geluk af, eenige bepalingen gemaakt en een reglement saamgeflanst, maar grondslagen gelegd en architectonische lijnen getrokken, waardoor niet alleen een soiled, maar ook een schoon gebouw verrees; een Gereformeerde kerk, die positief krachtig en welsprekend tegenover de Roomsche kerk en haar stijl staat.

Het Paleis op den Dam staat daar nog altijd ongeschonden als een wonder der bouwkunst, en de groote receptiezaal, naar men zegt de hoogste zaal van de gansche wereld, wier majestueus gewelf zonder pilaren of eenig ander steunsel gedragen wordt, is npg onverwrikt en onbewogen dezelfde, als toen zij het eerst betreden werd, de bewondering opwekkend van landgejnooten en vreemdeling.

Maar met de Gereformeerde kerk is het anders gegaan. Zij is gehavend en verknoeid, door velerlei opknappers, die met verfpot en verguldsel het mooi wilden maken, en intusschen haar beroofd hebben van gedaante en heerlijkheid.

En wel is restauratie meer dan eenmaal beproefd, maar altijd zonder een gevolg, dat beslissend was. Men is den stijl kwijt. En die enkelen, die den stijl der vaderen bestudeerd hebben en bevoegd zijn te zeggen: zoo is de stijl en zoo moeten we bouwen of verbouwen, vinden den felsten tegenstand, niet van de Roomschen, maar van het nakroost der Gereformeerde voorgeslachten zelf; den felsten tegenstand van hun eigen broederen.

Door den loop der omstandigheden, en ook door den invloed der denkbeelden, die het maatschappelijk leven meer en meer gaan beheerschen, bestaan de Gereformeerde gemeenten of kerken bijna geheel uit architecten. Eenvoudige werklieden zijn in de minderheid en worden zeldzaam.

Vandaar het verschijnsel, dat men zooveel aanmerkingen hoort op den bouwstijl van Wezel en Emden en Dordt, en van de volkomen machteloosheid om er iets beters voor in de plaats te stellen.

Indien gij dan hoort van scheuringen en geruchten van scheuringen, zoo verwonder u niet. Want deze dingen schijnen te moeten geschieden, naar het rechtvaardig en ondoorgrondelijk oordeel Gods over ons, al zijn ze ook in strijd met des Heeren geopenbaarden wil.

Naarmate de Gereformeerde kerk in ons land, als publieke kerk, meer afneemt en geruïneerd wordt, neemt het vereenigingsleven in omvang en bloei toe. Welk fatsoenlijk, met den tijd meelevend mensch, of ernstig Christen is niet lid van een of meer vereenigingen ? Sinds 1855, toen we een wet kregen op het recht van vergadering en vereeniging, Ls het vereenigingsleven sterk ontwikkeld, en geen maand gaat er schier-voorbij, of de Staatscourant bevat de Koninklijk goedgekeurde Statuten van eene nieuwe vereeniging. Al die vereenigingen hebben natuurlijk een goed doel, en daarom mag dat streven niet afgekeurd worden, want wie mag het goede tegenstaan?

In de vorige week zijn we weder eene vereeniging rijker geworden, die onwillekeurig denken doet aan art. 55 der Dordsche Kerkenordening. Deze vereeniging stelt zich ten doel, de uitgave te bevorderen van goede, Christelijke lectuur voor kinderen en jongelieden. Opdat niet rijp en groen aan de markt gebracht en, zonder nauwkeurig onderzoek, door de pers aanbevolen worde, wil men het werk van schrijvers en uitgevers vooraf, door daartoe bevoegde personen, doen onderzoeken. De uitgevers zullen dus, om aanbevelingen te verwerven, voortaan hun uitgaven naar de Commissie moeten zenden, gelijk de goud-en zilversmeden huu werk naar de keurkamer, om geëssayeerd en gekeurd te worden, alvorens het in de magazijnen mag v.'orden opgenomen en ten verkoop aangeboden.

Dat zulk een controle eene goede zijde heeft, zal, dunkt mij, moeilijk betwist kunnen worden. Maar ook hieruit blijkt weder, hoe ver de vaderen zagen en welken practischen blik zij op het leven haddon.

Vooral den wensch dat de importatie., maar ook de imitatie der Engelsche Methodistische kinderliteratuur, moge gestuit worden, deelen we geheel.

Laat liever onze Calvinistische vrouw van de Engelsche dames leeren, wat toewijding en liefde vermag, om ook aan onze kleinen lectuur naar hun jaren te verschaffen, maar laat zij het dan doen in degelijk Calvinistischen geest.

O. a. daarin dat het kind haar niet een Joden-of Heidenkind zij, tot tijd en wijle het zich bekeert, maar dat het > in Christus geheiligd, " ^erfgenaam des koninkrijks" en-met den Doop sbezegeld" is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 mei 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 mei 1895

De Heraut | 4 Pagina's