GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VERTROKKEN.

IV.

De eerste maal, dat.de predikant weder met Nikolaas' ouders sprak, vertelde hij hun 't gesprek, en voegde er bij, dat het plan om hun zoon predikant té kttn'irordÉft, zéker niet kon doorgaan. Een jonkman, die zoo afkeerig was van den dienst des Heeren, kon onmogelijk daarvoor bestemd worden. Dat moesten vader en moeder toegeven, hoezeer 't hun ook leed deed. Maar wat dan ?

Da predikant wist alwe»r raad. „Nikolaas is heel knap", zoo sprak hij, „en ik weet dat hij gaarne studeert. Laat hem geneesheer worden.. Ik geloof dat hij daar zelf lust toe heeft. Dan komt hij meteen uit den verkeerden omgang hier. Ik heb te Leiden waar hij heen moet, goede vrienden, die hem voor een klein geld in den kost willen nemen, en meteen een wakend oog houden."

En zoo geschiedde.

In den eersten tijd ging 't alles vrij goed. Nikolaas was als student ingeschreven, en het nieuwe leven beviel hem wondeiwel. Ook nu kostte hem de studie weinig moeite en maakte hij snelle vorderingen.

De lieden bij wie hij thuis lag, waren zeer goed voor hem, en trachtten zoo veel zij konden, hem op den goeden weg te houden, gelijk hun door de ouders en den predikant was verzocht.

Jammer echter was dat Nikolaas, al werd hij liever geneesheer dan leeraar, toch ook tot het eerste geen bijzonder grooten lust gevoelde. Hij vond het wel aangenaam en ook volstrekt niet moeielijk om veel te onderzoeken en recht knap te worden, maar zich te bekwamen met een bepaald doei, dat leek hem minder. Hij hield van zwerven, zoowel met den geest als met het lichaam. Sommigen zeiden, dat hij daarin aardde naar zijn vader, die ook, gelijk ge weet, met de Geuzen vele en velerlei tochten had gemaakt. Hoe dit zij, onze vriend studeerde wel goed, maar niet met het besluit om nu straks ook als geneesheer werkziam te zijn. Hij had met even veel en even weinig lust voor wat anders kunnen leeren.

Ongelukkig kwam daar nog iets bij, dat de zaak niet beter maakte. Daar waren destijds te Leiden jongelui, die op kosten van anderen studeerden, en voor wie een bijzondere inrichting bestond. Onder hen telde men verscheiden vreemdelingen. Daarbij nu waren ettelijke ruwe gasten, die zelfs eens een waar oproer verwekten.

't Waren juist deze jongelui, tot wie Nikolaas zich het meest getrokken gevoelde, al lieten vele anderen hen links liggen. Weldra had hij een paar goede vrienden onder hen opgedaan, en het bleek wederom waar wat de Schrift zegt: Kwade samensprekingen bederven goede zeden. Al was er in Nikolaas' hart geen vreeze Gods, toch had hij door zijn opvoeding eerbied voor het heilige, en was in vele dingen ook aan hem merkbaar, dat hij uit een gezin kwam waar de Heere Christus werd gediend. Doch al spoedig werd het bij den jongen man geheel anders. De" zoogenaamde vrienden, die kwalijk dien naam verdienden, zorgden daar wel voor. Er . waren onder hen vloekers en drinkers, en zij lachten Nikolaas uit wanneer hij niet meedeed, en althans voor het uiterlijke, een eerbaar, betamelijk leven wilde leiden. Nu was uitlachen iets waar Nikolaas niet tegen kon, wijl zijn hart zeer hoog gevoelend was. Trouwens, niemand wordt graag uitgelachen, en menigeen, die lang staande bleef, is bezweken als zijn makkers hem bcspott'en, omdat hij op hun booze wegen niet wilde meegaan. Het is een groote genade als de Heere ons in staat stelt, den smaad en den spot der wereld te dragen, te verdragen en toch Hem getrouw te blijven. Toch wil de Heere God ook die genade schenken, allen die er om vragen. Wat de spotters betreft, zoo zij zich niet beteren geldt voor hen het woord uit de Schrift: „Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten."

Als gezegd, daar waren onder de nieuwe vrienden van Nikolaas ook vreemdelingen, Duitschers, Walen en anderen. Zij wisten hem heel veel te vertellen van ds landen waaruit ze kwamen, van Henegouwen en de Paltz en Oost-Friesland, en verhaalden hem allerlei dat misschien mooier was dan de v, ^erkelijkheid. Nikolaas die nog nooit bij zijn bewustzijn buiten de provincie Holland was geweest, of althans hoogstens in Zeeland, luisterde met open ooien, naar wat de vrienden meedeelden. Enkele onder hen hadden reeds vrij wat, voor dien tijd, gereisd, en te Rome te Parijs of te Straatsburg eenigen tijd doorgebracht. Zij vooral wisten veel te verhalen en niet juist altijd mooie dingen. Trouwens, in de kringen die Nikolaas nu vaak bezocht werd het woord van den apostel gansch vergeten: bedenkt al wat goed is, en liefelijk en wèl luidt. Dronkemansliedjes en zedelooze praat nu zijn zeker daarmee niet bedoeld, juist het tegenovergestelde. Dit wist Nikolaas ook zeer goed. Doch zijn booze hart dreef hem tegen beter weten in, den verkeerden kant op.

Al liep nu het gedrag van Nikolaas genoegzaam in 't oog, om bij velen niet onbekend te , blijven, toch werd hem veel vergeven omdat hij niet alleen vriendelijk en dienstvaardig, maar ook, gelijk we reeds hoorden, ijverig en heel begaafd was. We weten, helaas, dat iemand dat al kan zijn en toch de vreeze Gods missen. Wat de lieden betreft bij wie Nikolaas inwoonde, zij bemoeiden zich heel weinig met de geleerde wereld. Hoorden zij al eens iets omtrent hun huisgenoot, dan was het dat hij goed studeerde en tegen den beste op kon. Van zijn verkeerden omgang en loszinnigheid bespeurden ze in 'teerst weinig; later meer, toen Nikolaas laat begon thuis te komen en niet altijd in nuchteren staat. Dan vermaande de man des huizes hem vaak ernstig, zoodra er gelegenheid toe was, om niet mee te doen met de goddeloozen, maar te leven lot eer van Hem, die recht er op heeft dat we al onze gaven aan Hem en niet aan de zonde wijden. De student zei daar meestal niets op. Misschien achtte hij 't niet de moeite waard; wellicht ook vond hij het makkelijker niet tegen te spreken. Doch in alle geval, zijn gedrag, beterde niet.

Brieven schrijven was in dien tijd niet ieders werk, Toch meenden de goede lieden op 't laatst, dat het beter was de ouders van onzen student te waarschuwen. Wel ging Nikolaas zelf een paar maal in 't jaar naar Vlaardingen, doch zijn huiswaard begreep terecht, dat de jonkman daar wel zorgen zou, niet meer te vertellen dan hij goed vond, en 't allernaaste zeker niet.

Toen vader Pietersz. den eersten brief ontving, waarin minder goede berichten over zijn zoon stonden, begreep hij dadelijk alles. Zeker zou men hem geen brief geschreven hebben, zoo geloofde hij met vrij wat reden, als er niet gewichtige oorzaken voor waren. Hij besloot echter, niet op hooren zeggen alleen af te gaan, maar zelf eens te onderzoeken, 't Was wel eea heele reis, maar die had hij er gaarne voor over^ Er verliepen echter door allerlei oorzaken, wel een paar maanden, eer vader aan zijn voornemen uitvoering kon geven.

Uitstel kan dikwijls kwade gevolgen hebben. Dat bleek ook hier. Want toen vader eindelijk, na per "sifagén en schuit de stad Leiden bereikt te hebben, 't huis opzocht wjar zijn zoon woonde, kreeg hij hier een boodschap, d'^ hem geweldig, deed ontstellen.

Nikolaas was namelijk — wat buiten de vacantie nooit voorkwam — in geen vier dagen thuis geweest. Den tweeden dag was de man des huizes er op uitgegaan, om zoo mogelijk te weten te komen, waar Onze student zich bevond. Doch 't was hem niet gelukt, veel van diens vrienden te ontdekken. Die hij vond, wisten van niets of verklaarden alleen, dat zij al lang zoo iets verwacht hadden. Want, zeiden ze, Nikolaas sprak er in den laatsten tijd gedurig van op reis te gaan en vreemde landen te bezoeken. Hij zou nu zeker zijn plan hebben uitgevoerd. Meer echter had de man niet kunnen vernemen.

CORRESPONDENTIE.

A. de V. te L. (Z.). Vriendelijk dank. We hopen er gebruik van te maken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 januari 1901

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 januari 1901

De Heraut | 4 Pagina's